WG Flashcards

1
Q

Wanneer spreken we van chronische buikpijn?

A

indien buikpijn langer dan 3 maanden aanwezig is of steeds terugkeert in periode van 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vaak wordt er geen lichamelijke verklaring gevonden voor chronische buikpijn. Wat zijn drie dingen die je als huisarts wel moet uitsluiten?

A

coloncarcinoom, ziekte van Crohn, maligniteit van de vrouwelijke genitalia interna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De brain-gut axis is een belangrijk principe bij chronische buikklachten. Wat wodt hiermee bedoeld?

A

bij chronische buikpijn zouden psychologische stress of infectie eroor kunnen zorgen dat fysiologische prikkels uit de darm op corticaal niveau geïnterpreteerd worden als pijnlijk of afwijkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Steeds terugkerende buikpijn wordt recurrent abdominal pain of ook wel recidiverende buikpijn (RBP) genoemd. De definitie hiervan is: minstens drie maanden aanvalsgewijs buikklachten die zo heftig zijn dat ze normale activiteiten tijdelijk onmogelijk maken. Dit kan voorkomen bij:

A

Coeliakie, maar dit wordt meestal eerder gekenmerkt door verschijnselen als chronische diarree, afbuigen van de groeicurve en een opgezette buik;
Inflammatoire darmziekte: ziekte van crohn of colitis ulcerosa
Lactose-intolerantie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef de vijf hoofdgroepen voor het stellen van een differentiaaldiagnose bij buikpijn

A

gastro-intestinale aandoeningen
vasculaire aandoeningen
urologische aandoeningen
gynaecologische aandoeningen
Overige aandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

prikkelbare darmsyndroom is een combinatie van buikpijn met..

A

veranderingen in defecatiepatroon: ofwel diarree of obstipatie of een combinatie hiervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer kan je volgends de NHG spreken van een prikkelbaar darmsyndroom?

A

als iemand in ieder geval langere tijd of intermitterend of continu buikpijn heeft, met daarbij één van de volgende klachten:
Opgeblazen gevoel in de buik;
Wisselend ontlastingspatroon;
Slijm zonder bloedbijmenging;
Flatulentie (winderigheid);
Verminderde last na defecatie;
Bij palpatie drukpijnlijk colon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer kan je volgens de ROME-III criteria spreken van een prikkelbaar darmsyndroom?

A

recidiverende buikpijn of een vervelend gevoel in de buik hebben, wat minimaal zes maanden geleden begonnen is, minimaal drie dagen van de week pijn. Daarbij moeten er nog twee of meer van de volgende kenmerken aanwezig zijn:
Verbetering van de klachten na defecatie;
Het begin van de pijn gaat samen met verandering in frequentie van stoelgang;
Het begin van de pijn gaat samen met verandering in consistentie van de feces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke dagelijkse middelen kunnen een opgeblaen gevoel of buikkrampen geven?

A

excessief gebruik van cafeïnehoudende dranken of zoetmiddelen fructose of sorbitol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welk eiwit mist er bij lactoseintolerantie

A

lactase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar of niet waar: een lactose intolerantie is altijd primair (erfelijk)

A

niet waar, kan ook door Crohn, coeliakie, dunne darm resectie of door medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar of niet waar: bij diverticulose stulpen de submucosa en mucosa van de darmwand naar binnen

A

niet waar: het stulpt naar buiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar vindt diverticulose het meest plaats?

A

sigmoïd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waar of niet waar: lactose ntolerantie en coeliakie zijn beiden auto-immuunziekten

A

niet waar: alleen coeliake is auto-immuun

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

aan welke ziekte denk je bijn chronische pijn rechtsonder in de buik, vaak met palpable weerstand?

A

Crohn / IBD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waar de ziekte van crohn kan ontstaan in het gele spijsverteringskanaal lokaliseert colitis ulcerosa zich vaker:

A

in het rectum of linker colon (ook soms gehele colon)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Bij welke ziekte kan je granuloomvorming, fistelvorming en stenosering verwachten?

A

ziekte van crohn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Infectieuze colitis gaat niet vaak gepaard met chronische buikpijn, dit kan alleen als het gepaard gaat door een infectie met

A

parasieten

19
Q

prikkelbare darmsyndroom kan ook ontstaan door een periode van infectie, dit maakt het nog waarschijnlijker als er in de periode van infectie sprake was van:

A

psychosociale stress

20
Q

colorectaal kanker komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen

A

waar

21
Q

een typisch verschijnsel bij rechtszijdig coloncarcinoom, is:

A

ferriprieve anemie

22
Q

waar of niet waar: iemand met linkszijdig coloncarcinoom ervaart later klachten dan iemand met rechtszijdig

A

niet waar; rechts is er meer ruimte dus rechts is pas later klachten

23
Q

Indien een oudere, rokende patiënt klaagt over buikpijn na het eten, en angst voor eten, denk je aan:

A

angina abdominalis / chronische mesenteriale ischemie

24
Q

ischmische colitis geeft twee klacten:

A

heftige buikpijn en bloederige diarree

25
Q

waar of niet waar: de kans op nierstenen wordt groter indien de patiént deze al eerder heeft gehad

A

waar

26
Q

als iemand chronische buikpijn aangeeft na een kijkoperatie te zijn ondergaan, waard denk je dan aan?

A

adhesies

27
Q

Noem een voorbeeld van buikwandpijn

A

ACNES, of buikwandhematoom

28
Q

noem vier symptomen die wijzen op coeliakie

A

koorts, braken, afbuigen groeicurve, chronische diarree

29
Q

is er bij gastro-enteritis sprake van een toegenomen of afgenomen peristaltiek?

A

toegenomen

30
Q

wat zijn drie indicaties voor rectaal toucher?

A

linkszijdige weerstand in buik
vermoeden van inflammatoire darmziekte of rectumcarcinoom
rectaal bloedverlies

31
Q

Wanneer doe je bij iemand met buikpijn aanvullend onderzoek?

A

bij malaise, diarree langer dan twee weken, nachtelijke pijn of koorts, rectaal bloedverlies en gewichtsverlies

32
Q

noem twee antistoffen die bij bloedonderzoek bij coeliakie naar boven komen

A

IgA-tTGA, IgA-EmA
Diagnose kan echter alleen gesteld worden na histologisch darmbiopt

33
Q

Welke andere parameter in het bloed kan afwijkend zijn naast een verhoogd BSE en CRP bij IBD?

A

albumine verlaagd en hemoglobine verlaagd

34
Q

Hoe wordt de diagnose gesteld bij ziekte van Corhn / colitis ulcerosa?

A

endoscopie van de darm

35
Q

welke stof in de feces is aanwezig bij IBD maar niet bij PDS?

A

calprotectine

36
Q

bij welke aandoening maak je in plaats van een coloscopie een CT-scan, vanwege het perforatierisico?

A

diverticulitis

37
Q

welke test kan uitgevoerd worden om een lactose-intolerantie te onderzoeken?

A

waterstofademtest

38
Q

Op welke plek ervaren mensen met prikkelbare darmsyndroom het vaakst pijn?

A

links in de onderbuik

39
Q

waar ervaren mensen met de ziekte van Crohn het vaakst buikpijn?

A

rechts in de buik

40
Q

Indien patiént last heeft van een vettige ontlasting, afvalt in gewicht, moet braken, maar wel nog steeds hongerig is, waar denk je dan aan?

A

coeliakie

41
Q

Wanneer heeft iemand een positieve familieanamnese voor coloncarcinoom?

A

Drie of meer eerste- of tweedegraads verwanten met dikke darmkanker;
Of twee eerste- of tweedegraads verwanten met een openbaring van dikke darmkanker op een leeftijd jonger dan 50 jaar;
Of één eerste- of tweedegraads verwant met een openbaring jonger dan 45 jaar;
FAP.
HNPCC:

42
Q

Wat is het medicamenteuze beleid bij IBD?

A

ontstekingsremmers (prednison) en immunosuupresiva (azathioprine)
Niet medicamenteus: gezond dieet, eventueel chirurgie

43
Q

Waar of niet waar: iemand met PDS krijgt geen medicatie, alleen als hij/zij symptomen als pijn, diarree of obstipatie ondervindt

A

waar. advies is voldoende bewegen, genoeg drinken, voldoende vezels

44
Q

Waar of niet waar: adhesies kunnen ook ontstaan na een infectie in het kleine bekken

A

waar