Wetgeving Flashcards

1
Q

Gunstige staat van instanthouding (GSVI)

A

Voldoende individuen van een bepaalde soort moet blijven leven om op een lange termijn de soort als zodanig te laten voortbestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Algemene zorgplicht

A

Alle inheemse Nederlandse soorten zijn beschermd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 soorten soortbescherming

A
  1. Individuele bescherming
  2. Populatiebescherming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er bij overtreding wetgeving?

A
  • stilleggen project
  • last onder dwangsom (herstel anders boete)
  • last onder bestandsdwang (herstel anders doet de overheid het op jouw kosten)
  • intrekking ontheffing
  • veranderen voorwaarden ontheffing
  • overtreding is een economisch delict- dat is overtreding of misdrijf, hoge boetes mogelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ecologische toets

A

Vinden van knelpunten met de omgevingswet

Je bepaalt of er negatieve effecten zijn op beschermde soorten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gedragscodes

A

Voor een aantal activiteiten zijn gedragscodes opgesteld. Hierin staan gedragsregels die beschrijven hoe schade aan beschermde planten en dieren zo veel mogelijk voorkomen kan worden tijdens het uitvoeren van activiteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat als je niet voldoet aan de ecologische toets

A

Je kijkt of je plan gerealiseerd kan worden onder een gedragscode, of dat er voor de gevonden soorten een vrijstelling is voor ruimtelijke ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Omgevingsvergunning

A
  • geldt voor het overtreden van bepaalde verboden
  • er moet een geldige reden zijn
  • zijn verschillend voor de 3 berschermingregimes
  • Bal vogels (11,37), bal habitatrichtlijnen (11,46), Nederlandse kop (11,54)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Omgevingsvergunning wordt alleen verleend onder bepaalde voorwaardes, dit zijn …

A
  • er is geen andere bevredigende oplossing voor de activiteit
  • er is geen verslechtering van gunstige staan van instandhouding van de soort
  • geldige reden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verboden op art 11.46 HRL

A
  • opzettelijk vangen of doden van dieren
  • opzettelijk verstoren
  • opzettelijk vernielen of verzamelen van eieren in de natuur
  • beschadigen of vernielen van voortplantings- en rustplaatsen
  • opzettelijk plukken en verzamelen, afsnijden, ontwortelen of vernielen van planten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Art 11.37 bal verboden mbt vogels

A
  • opzettelijke doden of vangen
  • opzettelijke beschadigen of vernielen van nesten, rustplaatsen en eieren van vogels
  • verzamelen en onder zich hebben van eieren
  • opzettelijk verstoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Natuurmonumenten doelen

A

Beheren gebied
Educatie en communicatie
Beïnvloeden wat invloed heeft op de natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom is natuur kwetsbaar?

A

Natuur is niet geïsoleerd
Destructie is eenvoudig snel, herstel niet
Veel mensen weten te weinig over natuur
Veel mensen voelen de noodzaak van natuur niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tragedie of the commons

A

Vrij toegang tot gebruik van natuur zal het uiteindelijk vernietigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Omgevingswet

A

Gebiedsbescherming
Soort bescherming
Planologisch bescherming van het Nederlandse natuur netwerk (nnn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Doelen omgevingswet op lange termijn

A

GSVI en goede kwaliteit en voldoende opp van natuurlijke ecosystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Mitigatie

A

Het geheel voorkomen van schade door het aanpassen van handelen
Bv het laten vluchten voor marters voor sloop gebouw

18
Q

Compensatie

A

Het aanbieden van alternatieven voor leefgebied of verblijfplaats

19
Q

Geldige gronden 11.46

A

Bescherming wilde flora en fauna
Voorkoming ernstige schade gewassen bossen vee visgronden
Volksgezondheid
Onderzoek onderwijs

20
Q

Geldige grond 11.37

A

Volksgezondheid of openbare veiligheid
Veiligheid luchtverkeer

Voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, visserij of wateren
•Bescherming van flora of fauna
•Onderzoek of onderwijs, het uitzetten of herinvoeren van soorten, of de daarmee samenhangende teelt, vangen, onder zich hebben of elke andere wijze van verstandig gebruik van bepaalde vogels in kleine hoeveelheden selectief en onder strikt gecontroleerde omstandigheden

21
Q

Geldige grond 11.54

A

Ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden of van kleinschalige bouwactiviteiten, plus het daarop volgende gebruik ervan
•Voorkoming van schade of overlast (bv aan sportvelden, schietterreinen, industrieterreinen, kazernes, of begraafplaatsen)
•Beperking van de omvang van de populatie van dieren, (bv ivm schade of ivm maximale draagkracht van het gebied)
•Voorkoming of bestrijding van onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren
•Bestendig beheer of onderhoud in / aan landbouw of bosbouw, vaarwegen, watergangen, waterkeringen, waterstaatswerken, oevers, vliegvelden, wegen, spoorwegen of bermen, of in het kader van natuurbeheer
•Landschappelijke kwaliteiten van een bepaald gebied
•In het algemeen belang
•bestendig gebruik

22
Q

Waar vraag je Omgevingsvergunning aan?

A

Bij bevoegd gezag

23
Q

Wat is een habitattype?

A

Een habitattype is een ecosysteem gedefinieerd doormiddel van kenmerken.

•Soorten planten en dieren
•Abiotische omstandigheden (nat/droog, kalkarm/kalkrijk, bodemtype, relief)
•Beheer, menselijk gebruik

24
Q

Project betekenis

A

Een project is een activiteit die leidt tot een fysieke blijvende verandering in natuurlijk milieu of landschap, zoals bouwen van gebouwen, aanleggen van een weg, e.d.

25
Q

Overige activiteit betekenis

A

Allen wat geen project is dus niet leiden tot een fysieke blijvende verandering: strandexcursies met een bus, ander soort vee in bestaande stallen, laagvliegen met militaire helikopters boven Natura2000 gebieden

26
Q

ADC toets

A

analyse van Alternatieven, Dwingende redenen van groot openbaar belang, en voorgestelde compensatiemaatregelen

27
Q

Bevoegd gezag

A

Het bevoegd gezag in een bepaalde zaak het bestuursorgaan dat bevoegd is omtrent die zaak besluiten te nemen of vergunning of af te geven.

28
Q

De ADC-toets is voor..?

A

activiteiten met een negatief effect op de natuur, maar waarvoor geen alternatieven (A) zijn, en waarbij sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang (D).

29
Q

lange termijn doel van de wet

A

Het bewaken van de doelen van Natura 2000 gebieden en het voortbestaan van Soorten

Doelen op lange termijn:

Gunstige staat van instandhouding (GSVI) van soorten
Goede kwaliteit en voldoende oppervlakte van natuurlijke ecosystemen

30
Q

actieve natuurbescherming

A
  • Maatregelen om de positie van soorten te verbeteren
  • Actief sturen in het Natura 2000 netwerk (N2000)
  • Actief sturen in het Natuurnetwerk Nederland (NNN)
31
Q

passieve natuurbescherming

A
  • Vermijden of verbieden van schadelijke effecten van menselijke activiteiten op soorten, ecosystemen
  • Vooraf toetsen effect van activiteiten
  • Mitigeren en compenseren van schadelijke effecten
32
Q

Artikel 11.54 Bal

A

Bescherming van soorten van de Nederlandse kop

33
Q

Artikel 11.46 Bal

A

Bescherming soorten op basis van de Europese habitatrichtlijn

34
Q

bescherming van vogelnesten

A

alle vogelnesten zijn in het broedseizoen beschermd. een aantal het hele jaar omdat ze dienst doen als vaste rustplaats, of omdat ze jaren achtereen worden gebruikt als voortplantingsplaats.

35
Q

de functionele leefomgeving

A

alles wat een individu nodig heeft om te leven. Ook dit is beschermd

36
Q

flora -en fauna activiteit

A

Activiteit met mogelijke gevolgen voor van nature in het wild levende dieren of planten’.

37
Q

wanneer toepassing gedragscode

A

Bij bestendig beheer en onderhoud wel

Bij Eenmalige activiteiten (meestal) niet
Nieuwbouw
Renoveren

38
Q

bij welke projecten zijn vrijgestelde soorten vrijgesteld?

A

Bij Projecten (Ruimtelijke ontwikkeling) wel
- Bouwprojecten
- Gebiedsinrichtingen
- Etc…
Bij overige activiteiten niet
- Festivals
- Motorcross
- Etc…

39
Q

Omgevingsvergunning kan alleen verleend worden als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

A
  • Er is geen geen andere bevredigende oplossing voor de activiteit
  • Er is geen verslechtering van de gunstige staat van instandhouding van de soort is
  • Er is een geldige grond
40
Q

wanneer adc toets?

A

De ADC-toets is de laatste stap die doorlopen kan worden nadat uit een passende beoordeling naar voren is gekomen dat significante negatieve effecten op de Natura 2000 gebieden niet (volledig) uitgesloten kunnen worden.

41
Q

welke aspecten Omgevingsvergunning aanvragen (bevoegd gezag)

A
  • Voor welke soort/artikel/verbod vraag je vergunning aan
  • Activiteiten en negatieve effecten beschrijven
  • Beschrijven waarom er geen bevredigend alternatief is voor de activiteiten
  • Mitigatie en compensatie beschrijven
  • Aangeven waarom een bepaalde vergunningsgrond van toepassing is