ecology species interactions Flashcards
interspecific interaction / interspecifieke interactie =
een interactie tussen individuen van verschillende
soorten in een gemeenschap
symbiose =
nauwe, langdurige biologische interactie tussen verschillende soorten
= mutualisme, commensalisme, parasitisme
mutualisme
++ bv ossenpikker en savanne dieren (wonden en teken)
commensalisme
+0 bv ganzen en paarden / vee
predatie (symbiose)
+-
INDIRECTE effecten van predatie op prooi populatie (landscape of fear)
- stijging sterftecijfer door stress, ziekten en competitie
- verandering prooigedrag (waakzaamheid, foerageergedrag en verstopen)
DIRECTE effecten van predatie op prooi populatie
- stijging sterfte cijfer
- daling jongen
- verspreiding patroon
- leeftijd structuur
amensalisme
-o
allelopathy (allelopathie)
biochemische stof geproduceerd door een organisme
die de groei, overleving en/of voortplanting beïnvloeden
ander organisme
interspecific competition
– bijvoorbeeld zeepokken
fundamental niche
een geheel van omstandigheden/ condities waaronder een soort kan overleven en zich kan voortplanten
realized niche
reeks omstandigheden die daadwerkelijk door een soort worden gebruikt na interacties met andere soorten (om interspecific competition te vermijden)
gause principle
als gevolg van concurrentie bezetten 2 vergelijkbare soorten
vergelijkbare niches, maar verschillen hier binnen op een manier
dat ieder bezit neemt van bepaalde voedsel en
levenswijze waarin het een voordeel heeft ten opzichte van zijn concurrent
Hoe kunnen soorten met dezelfde niche zich onderscheiden (gause principle)
- verschillende leefgebieden
- (niche)afscheiding binnen het leefgebied
- ander eten
- ander geografisch bereik
- verschillende broedtijden
- ander activiteitenpatroon
- verschillende sociale organisaties
de 3 effecten van klimaatverandering op soorten interactie
- temporal changes
- spacial changes
- body size change