werkwoorden les 13-14 Flashcards
1
Q
Cognoscere
A
Leren kennen, vernemen
2
Q
Scribere
A
Schrijven
3
Q
Opprimere
A
Onderdrukken, overweldigen
4
Q
Vendere
A
Verkopen
5
Q
Reducere
A
Terugbrengen
6
Q
Cadere
A
Vallen
7
Q
Consistere
A
Blijgen staan
8
Q
Frangere
A
Breken
9
Q
Offendere
A
Stoten
10
Q
Tollere
A
Opheffen, Optillen
11
Q
Ponere
A
Zetten, Plaatsen
12
Q
Sentire
A
Voelen, Merken
13
Q
Aperire
A
Openen
14
Q
Surgere
A
Opstaan