Werkwoorden Die Eindigen op -er Flashcards
1
Q
Ik dans (danser)
A
je dans
2
Q
Jij geeft (donner)
A
tu donnes
3
Q
Hij eet (manger)
A
il mange
4
Q
Zij tekent (dessiner)
A
elle dessine
5
Q
Wij praten (parler)
A
nous parlons
6
Q
Jullie delen (partager)
A
vous partagez
7
Q
Zij praten (m) (parler)
A
ils parlent
8
Q
Zij dansen (v) (danser)
A
elle dansent