Werkingsmechanisme + keuze antibioticum Flashcards
Werkingsmechanisme quinolonen
Remmen het bacterieel DNA-gyrase (wat nodig is voor ontbinden en oprollen van DNA)
Quinolonen (1)
Ciprofloxacine
Macroliden (5)
Azitromycine, erythromycine, claritromycine, clindamycine, roxitromycine
Werkingsmechanisme macroliden
Grijpen aan op het 50S-subunit van de ribosomen (remming eiwitsynthese)
Aminoglycosiden (3)
Amikacine, gentamicine, tobramycine
Werkingsmechanisme tetracyclines
Grijpen aan op de 30S-subunit van de ribosomen en remmen daarmee de eiwitsynthese
Tetracyclines (4)
Doxycycline, minocycline, tigecycline, tetracycline
Werkingsmechanisme nitrofurantoine
Grijpt aan op de 30S-subunit van de ribosomen
Werkingsmechanisme trimethoprim en sulfamethoxazol
Grijpen aan op het foliumzuurmetabolisme en hindert hiermee de opbouw van DNA
Sulfonamiden (1)
Sulfamethoxazol
Werkingsmechanisme polymyxinen en daptomycine
Grijpen aan op de structuur van het plasmamembraan
Polymyxinen (1)
Colistine
Werkingsmechanisme penicillinen (beta-lactam antibiotica)
Remmen de celwand synthese door de crosslinking van de peptidoglycaan te remmen
Resistentie mechanismen (5)
- Wegpompen van het geneesmiddel
- Immuniteit-eiwitten binden aan de antibiotica of hun aangrijpingspunten en voorkomen zo dat antibiotica kunnen binden
- Enzymen die antibiotica weer afbreken
- Veranderen van aangrijpingspunten
- Verminderde doorlaatbaarheid
Kenmerk grampositieve bacteriën (1)
Dikke grampositieve peptidoglycaan-laag