Week 9 | Deelneming Flashcards

1
Q

Wat is de begripsomschrijving van doen plegen (art. 47 lid 1 sub 1 Sr)?

A

Iemand anders bewegen tot het uitvoeren van een gronddelict.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de begripsomschrijving van uitlokken (art. 47 lid 1 sub 2 Sr)?

A

Iemand ander bewegen tot het uitvoeren van een gronddelict.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de begripsomschrijving van medeplegen (art. 47 lid 1 sub 1 Sr)?

A

Het met één of meer anderen een delictsomschrijving vervullen. In de tenlastelegging wordt vaak gesproken over het ‘tezamen en in vereniging met ander’ plegen van een delict.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de begripsomschrijving van medeplichtigheid (art. 48 sub 1 & 2 Sr)?

A

Slechts medeplichtigheid aan een misdrijf is strafbaar. Medeplichtige is géén dader van het misdrijf, hij ondersteunt alleen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 2 voorwaarden gelden ten aanzien van elke deelnemingsvorm?

A
  • accessoriteit: koppeling met het strafbaar grondfeit.
  • dubbel opzet: deelneming wordt gekenmerkt door opzettelijk handelen. Opzet moet aanwezig zijn op de totstandkoming van het gronddelict van alle bestanddelen én de deelnemer moet opzet hebben gehad op het zijn van een deelnemer. Hier wordt vaak redelijk snel aan voldaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 2 deelnemingsvormen kennen we met betrekking tot het tijdstip van de deelneming?

A
  • consecutieve deelnemingsvormen | de inspanningen van de doen plegers en de uitlokkers gaan vooraf aan de totstandkoming van het door hen gewilde gronddelict.
  • simultane deelnemingsvormen | voltrekken zich min of meer tegelijkertijd met het tot stand komen van het gronddelict.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe zie je dubbel opzet terug bij doen plegen?

A

de deelnemer moet opzet hebben op de totstandkoming van het gronddelict en opzet hebben op het zijn van deelnemer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de 5 voorwaarden voor uitlokking?

A
  1. Accessoriteit: sprake van een strafbaar grondfeit.
  2. Dubbel opzet: de uitlokker heeft opzet op zijn uitlokkingsgedrag en opzet op het grondfeit waartoe hij een ander uitlokt.
  3. Het gewekte wilsbesluit: voor uitlokking is vereist dat iemand een ander heeft bewogen tot het nemen van een wilsbesluit. Sprake dient te zijn van een psychische omslag.
  4. De vereiste uitlokkingsmiddelen (art. 47 lid 1 sub b Sr)
  5. Uitgelokte zelf ook strafbaar (geen harde eis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een criterium voor medeplegen?

A

De voldoende nauwe en bewuste samenwerking, welke moet zijn gericht op het vervullen van de delictsomschrijving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 6 voorwaarden voor medeplichtigheid?

A
  1. Accessoriteit: sprake van een strafbaar grondfeit
  2. Dubbel opzet: opzet op het misdrijf zelf en opzet op het bevorderen van het misdrijf.
  3. Ondergeschiktheid: de medeplichtige dient ondergeschikt te zijn aan de pleger bij het plegen van het strafbaar grondfeit.
  4. Strafbaar grondfeit is een misdrijf
  5. Relevante behulpzaamheid: de hulp die door medeplichtige wordt geboden dient ook relevant te zijn.
  6. Indien sprake van consecutieve medeplichtigheid: art. 48 sub 2 Sr
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 2 vormen van medeplichtigheid kennen we?

A

art. 48 Sr
- lid 1 : gelijktijdige deelnemingsvorm (simultaan)
- lid 2 : voorafgaande deelnemingsvorm (consecutief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 3 voorwaarden voor medeplegen?

A
  1. Accessoriteit: er moet sprake zijn van een strafbaar grondfeit
  2. Dubbel opzet: opzet op de totstandkoming van het grondfeit en opzet op het medeplegen.
  3. er moet sprake zijn van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de 3 voorwaarden voor doen plegen?

A
  1. Accessoriteit: er moet sprake zijn van een strafbaar grondfeit.
  2. Dubbel opzet: opzet op de totstandkoming van het grondfeit en opzet op de deelneming handeling.
  3. Uitvoerder is niet strafbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly