Week 2 - legaliteitsbeginsel, overgangsrecht en rechtsmacht Flashcards

1
Q

Wat zijn de 3 elementen van legaliteit

A
  • Aansprakelijkheid op grond van een wettelijke bepaling.
  • Verbod op terugwerkende kracht.
  • Verbod van te extensieve interpretatie en analogie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 3 fundamenten van het legaliteitsbeginsel?

A
  1. Schuld en preventie
  2. Rechtsstaat
  3. Rechtszekerheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer is er sprake van een verandering van wetgeving ex art. 1 lid 2 Sr?

A
  1. Wijzigingen in de delictsomschrijvingen (vraag 1 art. 350 Sv).
  2. Verandering van sanctienorm (vraag 4 art. 350 Sv).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het stappenplan bij situatie 1: wijzigingen in de delictsomschrijving?

A
  1. Is er sprake van verandering in bestanddelen?
  2. Is er sprake van gewijzigd inzicht van de strafbaarheid?
  3. Zo ja, is het gunstiger of ongunstiger voor de verdachte?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De HR gaat bij situatie 1 uit van een beperkte materiële leer. Wat houdt dit in?

A
  • Materieel: niet alleen een wetswijziging aangaande strafbepaling, maar ook andere relevante wetswijzigingen die doorwerken in strafrechtelijke normering (HR Incest).
  • Beperkt: slechts veranderingen die voortvloeien uit veranderd inzicht omtrent strafwaardigheid. Tijdelijke wetgeving valt hier niet onder.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het stappenplan bij situatie 2: Verandering van sanctienorm?

A
  1. Is er sprake van een verandering van de sanctienorm of het sanctiestelsel?
  2. Wat is gunstiger voor de verdachte?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 2 soorten rechtsmachten heb je?

A
  • territorialiteit
  • extra territoriale rechtsmacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de territoriale rechtsmacht?

A

Gedachte achter dit beginsel is dat de overheid op haar eigen grondgebied bevoegd is om de haar ter beschikking staande middelen te gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de extra territoriale rechtsmacht?

A

Nederland acht zich in bepaalde gevallen ook buiten Nederlands territorium bevoegd om de haar ter beschikking staande middelen te gebruiken, bijv. art. 5 Sr.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 3 beginselen van de extra territoriale rechtsmacht?

A
  • actieve personaliteitsbeginsel
  • passieve personaliteitsbeginsel
  • aard delict
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het actieve personaliteitsbeginsel?

A

Dit beginsel ziet op de nationaliteit of status van de verdachte. Een NL’er die zich in het buitenland schuldig maakt aan een strafbaar feit kan in NL worden vervolgd, mits sprake is van dubbele strafbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is dubbele strafbaarheid?

A

het strafbare feit moet zowel in NL als in het land een misdrijf opleveren in de wet. Dubbele strafbaarheid moet ten tijde van het delict bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het passieve personaliteitsbeginsel?

A

Dit beginsel zie top de nationaliteit of status van het slachtoffer. Er dient dan ook sprake te zijn van dubbele strafbaarheid en op het feit dient in NL minimaal een gevangenisstraf van 8 jaar te staan. Aan de sanctie naar het buitenlandse recht is geen minimum gekoppeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly