Week 9 - 25 oktober t/m 29 oktober Flashcards

1
Q

Wat zijn de hoofdfuncties van het spijsverteringskanaal?

A

Motoriek, secretie, digestie (vertering), resorptie en productie faces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit welke lagen bestaat het duodenum van binnen naar buiten?

A
  1. Mucosa
  2. Submucosa
  3. Muscularis externa
  4. Serosa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke twee spiersoorten zijn er in gladde spieren in de darm aanwezig?

A
  • Multi-unit: per spiercel is er 1 zenuwvezel

- Unitary: 1 zenuw eindigt in groep spiercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is achalasie?

A

Ziektebeeld waarbij onderste sphincter niet open gaat. Onderste deel slokdarm rekt uit: voedselophoping.
Oorzaak: mindere werking van sphincters, neurotransmitters of nervus vagus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de twee belangrijkste centra voor eetlust in de hypothalamus?

A
  1. Verzadigingscentrum: aan mediale kant van hypothalamus

2. Hongercentrum: aan laterale zijde van hypothalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke twee soorten neuronen heeft de nucleus archuales?

A
  1. Anorexigene neuronen: kunnen leiden tot anorexia en verlies hongergevoel
  2. Orexigene neuronen: stimuleren hongercentrum en verzadigingscentrum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de belangrijkste functies van de maag?

A
  • Opslag voedsel
  • Vertering: mengen, kenden, secretie hormonen en protonen en productie chymus
  • Bescherming: mechanisch, chemisch en bacterieel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke fases zijn er te onderscheiden tijdens het eten?

A
  • Cephale fase: zien van voedsel kan maag activeren
  • Gastrische fase: ruiken van voedsel stimuleert maag tot productie van maagsappen
  • Interstinale fase: regelsysteem in duodenum oefent invloed uit op activiteit van maag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waaruit bestaat de dunne darm motoriek?

A
  • Segmentale insnoeringen
  • Pendelbewegingen
  • Rimpelingen van slijmvlies
  • Darmvlok bewegingen
  • Peristaltische golven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke plekken zijn gevoelig voor nierstenen?

A
  • Overgang pelvis renalis en ureter
  • Waar ureter onder twee bloedvaten doorgaat a. en v. testicularis of ovarica
  • Laatste bocht bij de blaas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uit welke twee lagen bestaat de blaas?

A
  • Binnenlaag: mucosa

- Buitenlaag: m. detrusor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op welke twee manieren kan een katheter in de blaas aangebracht worden?

A
  • Als blaaswand vult gaat deze omhoog en komt het net boven os pubis uit: hier naald inbrengen
  • Blaaskatheter: bij man lastiger dan bij vrouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Door welke in- en externe factoren wordt het basaal metabolisme beïnvloed?

A
  • Omgevingstemperatuur
  • Samenstelling van voeding
  • Zwangerschap
  • Heropbouw van weefsel tijdens training of na ziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke soorten regelsystemen zijn er?

A

1 - Open regelsystemen: ingangssignaal leidt tot proces waarbij uitgangsgrootheid ontstaat
- Gesloten regelsystemen: volgens principe van terugkoppeling dmv sensoren en vergelijking in comparator
2 - Regelende systemen: informatie wordt verzameld, verwerkt en doorgestuurd
- Geregelde systemen: worden geregeld en aangestuurd door regelende systemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar vinden geïntegreerde reacties plaats van het lichaam bij inspanning?

A
  • Longen: toename ademhalingsfrequentie en ademhalingsdiepte vergroot
  • Hart: toename hartslag
  • Bloedcirculatiestelsel: herverdeling bloedvolume –> meer naar spieren, minder naar spijsverteringsorganen
  • Nieren: toename afvalproducten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke veranderingen treden er bij veroudering op wat betreft inspanning?

A
  • Maximale hartfrequentie neemt af
  • Ademhalingscapaciteit neemt af
  • Verminderd prestatievermogen
17
Q

Welke spieren behoren tot de m. levator ani spiergroep?

A
  • M. iliococcygeus
  • M. pubococcygeus
  • M. puborectalis
18
Q

Uit welke zwellichamen is de penis opgebouwd?

A
  • Corpus cavernosum: zijn er twee van

- Corpus bulbus spongiosum

19
Q

Hoe vindt temperatuurregulatie van de testes plaats?

A
  • In plexus pampiniformis vindt warmte uitwisseling plaats tussen v. en a. testicularis: afkoeling a. bloed
  • Als m. cremaster aanspant: testes klein beetje naar lichaam getrokken voor extra warmte
  • M. tunica dartos laat scrotum samentrekken waardoor het warmte kan vasthouden
20
Q

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de bekken van een man en van een vrouw?

A
  • Promontorium (naar ventraal uitstekende deel van sacrum) steekt bij mannen meer uit dan bij vrouwen.
  • Spinae ischiadicae steken bij mannen meer naar mediaal en bij vrouwen meer naar lateraal
  • Arcus pubis van man vormt scherpere hoek
21
Q

Uit welke lagen bestaat de uterus?

A
  • Myometrium: spierlaag

- Endometrium: slijmvlies