Week 9 Flashcards
Van der Steeg/Rabobank
Klachtplicht
Hoeveel tijd de schuldeiser voor een en ander ten dienste staat moet naar de aard van de overeenkomst en de gebruiken worden beoordeeld; kijken naar alle omstandigheden van het geval waaronder aard en inhoud van de rechtsverhouding, aard en inhoud van de prestatie en de aard van het gestelde gebrek.
Vraag hoeveel tijd er voor onderzoek was en voor de vraag hoeveel tijd er voor klagen was.
Afwegen ernstig rechtsgevolg voor de client tegenover het nadeel van de bank.
Maatschappelijke rol van de bank speelt een rol.
De tijd tussen de ontdekking en het protest is een belangrijke factor, maar is niet doorslaggevend.
HR Fiscaal adviseur
Verjaringstermijn gaat lopen als de eiser voldoende zekerheid heeft verkregen dat schade is veroorzaakt door tekort schieten of foutief handelen van betrokken persoon.
Betekenis van vertrouwen in de wederpartij
Vertrouwen kan eraan in de weg staan dat jij die fiscaal adviseur aanmerkt als foutief handelende persoon en vertrouwen heeft daarmee dus invloed op de aanvang van de verjaringstermijn.
Daarbij kan ook van belang zijn dat de aangesproke partij andere niet in haar risicosfeer liggende oorzaken heeft aangewezen of anderszins aan d ebenadeelde geruststellende mededelingen heeft gedaan over de door haar verrichte prestatie of het daardoor te verwachten nadeel.
HEt kan zo zijn dat de benadeelde pas voldoende zekeerheid heeft dat hij schade heeft gelden door het foutief handelen van een betrokken persoon wanneer hij kennis heeft gekregen van een juridisch advies of een gerechtelijk oordeel.
Onbekendheid met de juridische beoordeling van de feiten en omstandigheden met betrekking tot de schade niet de aanvang van de korte verjaringstermijn in de weg staan art. 3:310 BW. Deze juridische beoordeling ziet niet op de beoordeling op de kennis en het inzicht die nodig zijn om de deugdelijkheid van de geleverde prestatie te beoordelen.
HR Notaris
De rechtszekerheid eist dat de 20 jarige verjaringstermijn een objectieve termijn is. Andere omstandigheden boeien niet.
Termijn begint te lopen bij het ontstaan van de schade zelfs als benadeelde niet op de hoogte is van zijn vordering, de schade nog onzeker is of deze later manifesteert.
Dit is niet afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden van de eiser.
De schadeveroorzakende gebeurtenis kan zowel in handelen als in nalaten hebben gelegen.
HR Inno/Sluis
De verjaringstermijn van art. 7:23 BW strekt tot bescherming van de belangen van de verkoper. Slechts als er sprake is van een conformiteitsgebrek, zal de verjaringstermijn van art. 7:23 lid 2 BW moeten worden toegepast. Dat geldt ook als vanwege teleurgestelde verwachtingen aan de kans van de koper het gedrag van de gemeente is te kwalificeren als een OD.
Pelowski/Vernooy
In aanmerking genomen dat niet wordt beoogd om een absoluute waarborg te scheppen voor bescherming werknemer. Gelet op de ruime strekking van de zorgplicht mag niet snel worden aangenomen dat daaraan is voldaan door de werkgever.
7:658 beoogd een hoog veiligheidsniveau en werkgevers moeten enige mate van toezicht houden van de naleving van de door hen gegeven instructies.
Indien de plaats van de werkzaamheden aan direct toezicht op de instructies in de weg staat, dient werkgever extra veiligheidsmaatregelen te treffen.
Welke extra maatregelen er genomen moeten worden is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de werkzaamheden, de kans dat een ongeval zich zal voordoen, de ernst van de gevolgen van een ongeval en de mate van bezwaarlijkheid van het nemen van maatregelen.
HR Aardbeving
De staat handelt onrechtmatig als bedoeld in 6:162 als hij bekend is of er bekend mee moet zijn dat:
Kelderluik eigenlijk
Dat aan de gaswinning gevaren verbonden zijn die met bodembeweging verband houden.
Dat de kans op verwezenlijking van deze gevaren reel is, en
Dat verwezijnlijking tot ernstige en wijdverspreide schade kan leiden. mAar desalniettemin nalaat om in de omstandigheden van het geval passende en redelijkerwijs te vergen maatrgelen te treffen en de schade te voorkomen.
In het algemeen geld dat bij de bepaling of handelen of nalaten van de overheid onrechtmatig is, geantwoord moet worden met inachtneming van de minimumeisen die de relevante bepalingen van het EVRM (en jurisprudentie) stellen aan het handelen of nalaten van de staat.
Dit is een soort bodem.
Als verplichtingen niet zijn nagekomen moet worden beoordeeld of de staat kennis had van het reele risico op de schenidng van die rechten en dat de staat gelet op dat risico had moeten handelen om dat risico te voorkomen.
Bij deze positieve verplichtingen heeft de staat een ruime beoordelingsvrijheid, mag geen disproportionele last op de staat worden gelegd en moet de staat een fair balance treffen tussen belangen van de individu en de gemeenschap.
Wanneer bewuste roekeloosheid bij 7:658.
De werknemer moet bij een onmiddelijk voorafgaande gedraging daadwerkelijk bewust zijn van de roekeloosheid.
Bescherming tegen de sleur in het werk.
Daarnaast moet de schade in belangrijke mate het gevolg zijn van bewuste opzet of roekeloosheid en dat daarbij de tekortkoming van de werkgever in het niet valt en hem eigenlijk geen verwijt te maken valt.
Art. 7:658 moet dus erg terughoudend worden toegepast.
Rechtspersonen hebbe civiele aansprakelijkheid
Ogv 2:5 BW.
Enkel indien gedragingen van een natuurlijk persoon of orgaan worden vereenzeldigd met de rechtspersoon. Dit is wanneer een gedraging in het maatschappelijke verkleer te gelden heeft als een gedraging van de rechtspersoon.
Drie maxima van schadevergoeding ogv ongerechtvaardigde verrijking.
De verrijkte hoeft niet meer te betalen dan de hoogte van zijn verrijking.
De verarmde krijgt niet meer dan de hoogte van de verarming.
De schadevergoeding moet redelijk zijn.
- Niet redelijk als de verrijkte een door hem niet gewenst bestedingspatroon wordt opgedrongen. Als iemand geen schuur op zn grond wil maar deze onrechtmatig toch krijgt, hoeft hij niks te betalen.
Om te berekenen neem je het moment van de verrijking. Op dat moment bepaal je de verrijking en de verarming.
Een eventuele waardevermindering die nadien optreedt, blijft buiten beschouwing.
De schadevergoeding moet zo laag mogelijk zijn. Dus de laatste van de drie.
Van der truuk adriani/Batelaan
Wanneer een partij als gevolg van een wet meer inkomen krijgt ten koste van iemand anders, moet er naar het doel van de wet worden gekeken. Zolamg dat een adner doel was dan inkomstenverdeling in het ongerechtvaardigd en moet de schade vergoed worden.