Week 4 Flashcards
Fraanje/Alokon
De lengte van de termijn voor nakoming is afhankelijk van de omstandigheden. De tijd die de schuldenaar heeft gehad om zich voor te bereiden. (Niet wachten tot hij wordt aangemaand) Ook termijnen voorafgaand aan de sommatie hebben invloed. Ook door de schuldenaar gewekte verwachteingn
Ook in gebreken zonder ingebrekestelling als de schuldenaar niet of niet toereikend reageert op het verzoek van de schuldeiser om binnen een redelijke termijn toe te zeggen dat hij binnen een redelijke termijn zal nakomen. Ligt aan wat in de branche gebruikelijk is en hoe specifiek de schuldenaar heeft aangedrongen op de mededeling.
Kinheim/Pelders
Wanneer is nakoming reeds blijvend onmogelijk?
Als je als Kinheum schade hebt geleden die niet wordt weggenomen door alsnog goed nakoming is dat schade die def is geleden. Die tekortkoming is niet voor herstel vatbaar en nakoming daarvan is blijvend onmogelijk. Door goede elementen te leveren los je de schade niet op. Schade waar je dus mee blijft zitten valt onder “nakoming reeds onmogelijk” en daarvoor is dus geen verzuim verreist.
Dus schade die niet door een vervangende prestatie kan worden weggenomen. Tekortkoming is dan niet voor herstel vatbaar en nakoming is daarom reeds blijvens onmogelijk. Gevolg is dat er geen verzuim nodig is voor de tekortkoming.
Eigen haard
Wanneer rechtvaardigt tekortkoming geen ontbinding?
Ging om een huurder die een appartement in een appartementencomplex had gehuurd. In de ovk stond dat de huurder dit appartement niet mocht onder verhuren. de huurder deed dit toch. Door een half jaar een gezin in de woning te laten (zonder betaling omdat ze anders geen woning hadden).
HR: Niet alleen de bijzondere aard of geringe betekenis kunnen worden meegewogen maar ook alle andere omstandigheden van het geval.
Procesrechtelijk is het aan de schuldenaar om te bewijzen dat de tekortkoming de ontbinding niet rechtvaardigt.
Het gaat alleen om een tekortkoming van voldoende gewicht. Laat je dus niet misleiden door “Iedere tekortkoming.”
G4 Hanzevast
Is er bij een niet gerechtvaardigde ontbindingsovk toch een einde van de ovk?
niet gerechtvaardigde ontbindingsverklaring = 6:83 sub c
Uit gedragingen van partijen kan beindigingsovereenkomst blijken. Rechtshandelingen immers vormvrij
Beroep op het voortbestaan van de ovk kan afstuiten op 6:248 lid 2.
Mol/Meijer
Bij garanties moet men Haviltexen om deze corrext in de concrete zaak uit te leggen.
Geen ruimte voor terughoudendheid bij ontbinding en weinig ruimte voor de redelijkheid en billikheid.