week 9 Flashcards
Wat zijn risicofactoren voor niet-rokers op longkanker?
- second-hand smoke
- TB
- indoor radon
- coal burning fumes
- occupational agents
- family history
- genetic variants
Welke type mutaties hebben (mee)rokers en welke hebben niet-rokers bij longkanker vaak?
Rokers: p53- of KRAS-mutaties
Niet-rokers: EGFR-mutaties
Welke verschillen tussen mannen en vrouwen zijn er qua longkanker incidentie enzo?
Vrouwen hebben vaker een adenocarcinoom i.p.v. een plaveiselcelcarcinoom bij mannen. Verder krijgen ze de diagnose op jongere leeftijd, terwijl mannen eerder beginnen met roken. Tot slot hebben ze een hogere kans op longkanker dan mannen, ook al hebben ze minder gerookt.
Wat is atelectase?
Een samengevallen long.
Wat is een alarmsignaal?
Hemoptoë. Dit heb je vooral als je een centrale tumor (in grote luchtwegen) hebt met in de tumor bloedvaten.
Welke lokale symptomen van tumorgroei heb je bij longkanker?
(Centrale) luchtweg: hoest, sputum, infectie, hemoptoë en dyspneu
Pleuravocht: dyspneu, hoest en pijn
Pleura/thoraxwandingroei: pijn
Ingroei nervus recurrens: heesheid
Oesophaguscompressie: passagestoornissen
Wat is het vena cava syperior syndroom (VCSS)?
Een tumor (of lymfeklier) in de rechterlong groeit in of om de vena cava superior heen. Dit kan compressie geven op de VCS wat stuwing veroorzaakt, waardoor de patiënt zich presenteert met een gezwollen hals, gezwollen gelaat, gestuwde halsvenen, hoofdpijn of vaattekening op de huid (door collateraalvorming).
Het syndroom kan ook veroorzaakt worden door trombose, invasie/infiltratie van de vaatwand of een combinatie hiervan.
Wat is het syndroom van Horner?
Door een sulcus superior (hoogste gedeelte long) tumor kan de sympathische grensstreng aangetast worden.
Hierdoor ontstaan klachten als miosis (vernauwde pupil), ptosis (afhangend ooglid), anhidrosis (niet kunnen zweten) en enoftalmie (terugzakken oogbol). Aan één kant van het lichaam.
Wat is het Pancoast syndroom?
Als de superior sulcus tumor van de long gaat ingroeien in de plexus brachialis. De klachten zijn de pijn in schouder uitstralend naar (boven) arm, syndroom van Horner en zwakte en atrofie van handmusculatuur.
Wat te doen bij verdenking op een longcarcinoom?
Ten eerste weefseldiagnostiek om te bepalen of het een kleincellig, niet-kleincellig carcinoom of een andere diagnose is.
Daarna vindt de stadiëring plaats en vervolgens moet preoperatief onderzoek gedaan worden om te kijken of de patiënt geopereerd kan worden.
Wat zijn veelvoorkomende metastasen bij een longcarcinoom?
hoofd, lever, botten, bijnier
Wat kan je bij een longcarcinoom bij het lichamelijk onderzoek vinden?
- gewichtsverlies > 10% afgelopen 3 maanden
- lymfadenopathie (supraclaviculair, oksels)
- heesheid
- vena cava superior syndroom
- hepatomegalie
- weke delen zwelling
- kloppijn wervelkolom
Wat is het verschil tussen een EUS en een EBUS?
Een EUS (endoscopie ultrasound systeem) wordt via de slokdarm een punctie genomen en bij een EBUS (endobronchial ultrasound) wordt via de trachea een punctie genomen.
EUS: linkszijdig deel mediastinum, subcarinale klier, onderste deel mediastinum bdz en linker (en rechter) bijnier.
EBUS: bovenste deel mediastinum bdz, subcarinale klier en hilaire klieren.
Welke behandelingen passen bij de verschillende stadia bij een niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC)?
Stadium I: operatie
Stadium II: operatie adjuvante chemotherapie + immuuntherapie
Stadium III: chemo-radiotherapie + immuuntherapie
Stadium IV: chemotherapie en/of immunotherapie of gerichte behandeling
Welke behandeling kan gegeven worden bij patiënten met een EGFR mutatie?
tyrosine kinase remmers