Week 9 Flashcards

1
Q
  1. Een 56-jarige patiënt wordt door de neuroloog gezien in verband met een pupil die rechts groter is
    dan links. Daarbij heeft hij ook een hangend ooglid aan de rechterzijde.
    Wat is de meest waarschijnlijke diagnose of oorzaak van de klachten?
    (a) Syndroom van Horner rechtszijdig
    (b) Uitval van de nervus facialis rechts
    (c) Uitval van de nervus oculomotorius rechts
A

Uitval van n. oculomotorius rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Een patiënte meldt zich bij de neuroloog in verband met afgenomen kauwkracht. De neuroloog
    vermoedt een afwijking aan een van de hersenzenuwen.
    Van welke van onderstaande hersenzenuwen is de functie het meest waarschijnlijk gestoord?
    (a) nervus facialis
    (b) nervus glossopharyngeus
    (c) nervus trigeminus
    (d) nervus vagus
A

nervus trigeminus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Een neuroloog onderzoekt een comateuze patiënt op de intensive care in het kader van een
    hersendoodprocedure. De neuroloog vindt dat de corneareflexen aanwezig zijn beiderzijds, de
    overige stamreflexen zijn afwezig.
    Volgens de Nederlandse richtlijnen kan de patiënt, ondanks de nog aanwezige corneareflexen, tóch
    hersendood verklaard worden.
    Deze stelling is:
    (a) Juist
    (b) Onjuist
A

onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Casus: komende twee vragen
    Een 40-jarige man wordt als fietser aangereden door een auto. Hij is direct na het ongeval niet meer aanspreekbaar. Op de spoedeisende hulp wordt een neurologisch onderzoek verricht. Als er een pijnprikkel wordt toegediend op het nagelbed, opent hij de ogen, trekt hij zijn hand terug en roept hij hard “au”.
    Wat is de Glasgow Coma Schaal (GCS) score?
    o (a) E1M2V2
    o (b) E2M3V3
    o (c) E2M4V2
    o (d) E2M4V3
A

E2M4V3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. De patiënt wordt opgenomen en knapt de volgende dagen verder op. Op de CT-scan die is gemaakt bij binnenkomst was een fractuur door het os temporale en het mastoïd te zien aan de rechterzijde met vermoedelijk compressie van de n.facialis.
    Welke van onderstaande afwijkingen worden het meest waarschijnlijk gevonden bij neurologisch onderzoek van de patiënt?
    o (a) Patiënt heeft een afhangende mondhoek links, maar zijn ogen sluiten symmetrisch.
    o (b) Patiënt heeft een afhangende mondhoek links en zijn linker oog sluit niet volledig.
    o (c) Patiënt heeft een afhangende mondhoek rechts, maar zijn ogen sluiten symmetrisch.
    o (d) Patiënt heeft een afhangende mondhoek rechts en zijn rechter oog sluit niet volledig.
A

Patiënt heeft een afhangende mondhoek rechts en zijn rechter oog sluit niet volledig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Het beëindigen van een kunstmatige voedsel- en vochttoediening bij een PVS-patiënt (persistent vegative state) is juridisch geoorloofd, indien de behandelend arts dit als medisch geïndiceerd beoordeeld.
    Dit is:
    o (a) Juist
    o (b) Onjuist
A

Onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Een rechtshandige patiënt krijgt een herseninfarct door afsluiting van de a. cerebri media links.
    Van welke van onderstaande verschijnselen is het meest waarschijnlijk sprake?
    o (a) Fatische stoornissen
    o (b) Neglect voor de linker lichaamshelft
    o (c) Homonieme hemianopsie links
    o (d) Stoornis in de ruimtelijke orientatie
A

Fatische stoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Ook wordt bij onderzoek op de spoedeisende hulp een anisocorie gezien, waarbij de rechter pupil wijd en licht stijf is.
    Door uitval van welke zenuw kan de anisocorie met de rechtszijdige wijde licht stijve pupil worden verklaard?
    (a) N.III (oculomotorius) uitval links.
    (b) N. III (oculomotorius) uitval rechts.
    (c) N. VI (abducens) uitval links.
A

N. III oculomotorische uitval rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Op de intensive care wordt de patiënt na enige tijd uiteindelijk hersendood verklaard. Hiervoor zijn de verschillende stappen van klinisch-neurologisch onderzoek en aanvullend onderzoek volgens de wettelijke criteria doorlopen.
    Wat zijn de stappen van het hersendoodprotocol als aan de prealabele voorwaarden zijn voldaan?
    (a) 1. Apneutest, 2. Klinisch-neurologisch onderzoek, 3. Aanvullend onderzoek.
    (b) 1. Klinisch-neurologisch onderzoek, 2. Aanvullend onderzoek, 3. Apneutest.
    (c) 1. Klinisch-neurologisch onderzoek, 2. Apneutest, 3. Aanvullend onderzoek.
A
  1. Klinisch-neurologisch onderzoek, 2. Aanvullend onderzoek, 3. Apneutest.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Uit de zaak Stinissen volgt dat de beslissing over het voorzetten van een kunstmatige voedsel- en vochttoediening bij een patiënt in een Persistent Vegetative State slechts ten dele onder medische verantwoordelijkheid valt.
    (a) Juist
    (b) Onjuist
A

Onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een patiënt heeft klachten van dubbel zien. De klachten nemen toe bij kijken in de verte. De
neuroloog vindt bij lichamelijk onderzoek aanwijzingen voor ongekruiste horizontale dubbelbeelden,
het linkeroog staat ook wat naar binnen (in adductie).
Welke van onderstaande hersenzenuwen is het meest waarschijnlijk aangedaan?
(a) nervus abducens links
(b) nervus abducens rechts
(c) nervus oculomotorius links
(d) nervus oculomotorius rechts

A

Nervus abducens links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een patiënte van 83 jaar wordt binnengebracht op de spoedeisende hulp vanwege een verlaagd
bewustzijn. Zij opent de ogen niet, ook niet op een pijnprikkel. Op een supra-orbitale pijnprikkel
brengt zij de rechterhand tot bij het gezicht. Tot slot kreunt ze spontaan en bij een pijnprikkel.
Wat is de Glasgow Coma Schaal score van deze patiënte?
(a) E 1 – M 4 – V 1
(b) E 1 – M 4 – V 2
(c) E 1 – M 5 – V 1
(d) E 1 – M 5 – V 2

A

E 1 – M 5 – V 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe liggen de medulla en pons ten opzichte van het cerebellum?

A

Ventraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waaruit bestaan motorische craniale zenuwen?

A

Hersenstam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waaruit bestaan sensorische craniale zenuwen?

A

1e orde cellen buiten de hersenstam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn functies van de hippocampus?

A

Langetermijngeheugen

ruimtelijke oriëntatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een supranucleair probleem?

A

Probleem met corticale besturing van de hersenzenuwkernen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is kenmerkend aan schade van de nervus oculomotorius (III)

A

Anisocorie: pupilverschil
ptosis: hangend ooglid
monoculair dubbelzien: dubbenzien verdwijnt niet bij afdekken van één oog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is kenmerkend aan schade aan de nervus trigeminus (V)?

A

Stoornis in kauwfunctie

Sensibiliteitstoornis gezicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is kenmerkend aan schade aan nervus olfactorius (I)?

A

Anosmie: verlies van reukvermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is kenmerkend aan schade aan de nervus abducens (VI)?

A

Ongekruist dubbelzien in de verte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is kenmerkend aan schade aan de nervus trochlearis (IV)?

A

Dubbelzien dichtbij, vooral bij kijken naar beneden en richting de neus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is het verschil tussen perifere en centrale aangezichtsverlamming m.b.t. de nervus facialis (VII)?

A

Perifere aangezichtsverlamming: zenuw werkt niet goed
- geeft verlamming aan één kant van gezicht

centrale aangezichtsverlamming: aansturing vanuit de hersenen verloopt niet goed
- verlamming van mond en wang

24
Q

Hoe wordt de EMV-score van de glasgow coma scale berekend>

A

Hoogste score = beste
bijvoorbeeld: patiënt kan opdrachten opvolgen = M6

laagste score = geen reactie of geluid

25
Q

Wat is kenmerkend voor het syndroom van Horner?

A

Ontstaat door uitval van sympathicus

symptomen:

  • incomplete ptosis
  • miosis (pupilvernauwing)
  • anhidrosis (afwezige zweetsecretie) van bovenste lichaamshelft
26
Q

Schade aan welke twee craniale zenuwen moet je denken bij verstoorde slikbeweging?

A
nervus glossopharyngeus (IX)
nervus vagus (X)
27
Q

Wat is kenmerkend aan schade aan de nervus accesorius (XI)?

A

Schouderzwakte en krachtverlies bij roteren van het hoofd

28
Q

Wat is kenmerken aan schade aan de nervus hypoglossus (XII)?

A

Bemoeilijkte contralaterale tongbewegingen

tongatrofie kan optreden

29
Q

Hoe wordt het niveau van bewustzijn bestuurd?

A

Vanuit de formatio reticularis door de banen van de ARAS-systeem

30
Q

Wat zijn twee belangrijke oorzaken van coma?

A
  • Structurele schade aan hersenweefsel

- metabole ontregeling

31
Q

Wat is de EMV-score van coma?

A

1-5-2 of lager

32
Q

Wat is GEEN eis voor een schriftelijke machtiging?

A

De gemachtigde heeft de machtiging ondertekend

33
Q

Welke functie heeft de nervus facialis?

A

Innervatie van expressie spieren in het gezicht

34
Q

Welke zenuw is aangedaan bij een Bells parese?

A

Perifere verlamming van de nervus facialis

35
Q

Bij een patiënt in coma valt een assymmetrische pupilreactie op. Van welke oorzaak van de coma is er sprake?

A

Structurele oorzaak

36
Q

Wat is kenmerkend voor een hepatische coma?

A

Asterixis

37
Q

Juist of onjuist

Alle patiënten met een coma met onbekende oorzaak moet thiamine worden toegediend

A

Juist

38
Q

Welke klachten komen niet voor bij de ziekte van Lyme?

A

nierfalen

39
Q

Welke hersenzenuwen reguleren de pupildiameter reflex?

A

Nervus opticus en nervus oculomotorius

40
Q

Wat is de functie van cocaïne oogdruppels bij het syndroom van Horner?

A

Testen of pupillen verwijden: cocaïne oogdruppels blokkeren heropname van noradrenaline in sympathische zenuwuiteinden.

  • gezond: pupil verwijdt
  • syndroom van Horner: pupil verwijdt niet
41
Q

Wat is een falx?

A

Dubbelblad van meningen die tussen beide hemisferen zit

42
Q

Wat is een tentorium?

A

Dubbelblad van meningen die de begrenzing vormt tussen de grote hersenen en het cerebellum

43
Q

Hoe is de wilsonbekwaamheid bij kinderen geregeld?

A

Tot 12 jaar: kind is onbekwaam, ouders beslissen
12 - 15: Informed consent tussen kind en ouder
16-17: minderjarige beslist zelfstandig

44
Q

Wanneer mag de diagnose hersendood worden vastgesteld?

A

Als zowel de cortex als de hersenstam geen functie meer hebben

45
Q

Wat test je met de apneutest?

A

Vaststellen of de beademing afhankelijk is

= laatste stap in de procedure van hersendood

46
Q

Is iemand hersendood als er nog één reflex aanwezig is?

A

Nee.

alle reflexen moeten afwezig zijn

47
Q

Door welke zenuw verwijden pupillen?

A

nervus opticus, sympathische reactie

48
Q

Door welke zenuw vernauwen pupillen?

A

Nervus oculomotorius , parasympathische reactie

49
Q

Wat is vaak de oorzaak van het “locked-in” syndroom?

A

Trauma of infarct aan de a. basilaris

50
Q

Een 28-jarige vrouw komt bij de huisarts met klachten van dubbelzien. Zij geeft
aan dat er horizontale dubbelbeelden zijn bij kijken naar links. Bij afdekken van
het linkeroog verdwijnt het linkerbeeld. Uitval van welke hersenzenuw verklaart
dit?
85. A. Abducens links.
B. Abducens rechts.
C. Oculomotorius links.
D. Oculomotorius rechts.
E. Trochlearis rechts.

A

Abducens links

51
Q
  1. Een man van 74 jaar wordt door de neuroloog gezien omdat hij sinds een dag
    verlammingsverschijnselen aan zijn arm heeft. Ook begrijpt hij de vragen die hem worden gesteld niet
    goed. Als hem wordt gevraagd om een beker van tafel te pakken dan blijft hij vragend kijken, maar
    wanneer de neuroloog naar de beker wijst en vervolgens een drinkbeweging maakt dan knikt hij ‘ja’
    en pakt hij de beker met zijn niet-paretische arm.
    Welke neurologische stoornis wordt hierboven het meest waarschijnlijk beschreven?
    o (a) Afasie
    o (b) Anosognosie
    o (c) Apraxie
    o (d) Neglect
A

Afasie

52
Q
  1. Casus: komende twee vragen
    Een 40-jarige man wordt als fietser aangereden door een auto. Hij is direct na het ongeval niet meer
    aanspreekbaar. Op de spoedeisende hulp wordt een neurologisch onderzoek verricht. Als er een
    pijnprikkel wordt toegediend op het nagelbed, opent hij de ogen, trekt hij zijn hand terug en roept hij
    hard “au”.
    Wat is de Glasgow Coma Schaal (GCS) score?
    E1M2V2
    E2M3V3
    E2M4V2
    E2M4V3
A

E2M4V3

53
Q

Welk deel van de hersenstam bestuurt horizontale oogbewegingen?

A

De pons

54
Q

Een patiënt wordt in coma aangetroffen. Er wordt anisocorie gevonden. Wat is waarschijnlijk de oorzaak van coma?

a. morfine intoxicatie
b. hersenbloeding
c. hypoglycemie

A

Hersenbloeding

55
Q

Waardoor kan een geconjugeerde blikparese naar links het beste worden verklaard?

A

Laesie in linker paramediane pontiene reticulaire formatie

56
Q

Wat is kenmerkend aan het “locked-in” syndroom?

A

Horizontale oogbewegingen zijn niet mogelijk, verticale oogbewegingen wel

57
Q

Waaraan heb je een tekort bij nacrolepsie?

A

Hypocretine