Week 8 PD.4 Flashcards

1
Q

Lymfadenopathie

A

Opgezette klieren. Dan moeten altijd de lymfeklieren in de liezen, oksels, mond en hals onderzocht worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de B-symptomen van een onderliggende maligniteit?

A

Nachtzweten, afvallen en onverklaarbare koorts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

T-lymfoblastair lymfoom (T-ALL) behandeling

A

Dient te worden behandeld als ALL.
-Induciekuren (vaak klinisch, in isolatie)
-Consolidatiekuren
-Nabehandeling van twee jaar of een allogene stamceltransplantatie

Vaak ook prednison, werkt ook anti-leukemisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beenmergonderzoek bij ALL

A

Monotoner beeld van het beenmerg. Er zijn meer cellen van 1 cellijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hickman

A

Aangelegd en komt in de vena jugularis terecht. Via deze lijn kan er bloed afgenomen worden en kunnen kuren toegediend worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarop wordt de keuze voor een allogene stamceltransplantie gebaseerd?

A

Recidief risico ten opzichte van chemotherapie en het mortaliteitsrisico.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn ziektegerelateerde factoren en patiëntgerelateerde factoren?

A

Ziektegerelateerd: zeggen iets over het vermogen van de ziekte om wel of niet te blijven bestaan.
Patiënt gerelateerd: zeggen iets over het vermogen van de patiënt om te overleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat geeft de te verwachten ziektevrije overleving?

A

Risico op recidief en sterfte geven samen een indicatie van de te verwachten ziektevrije overleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe hoog is de mortaliteit bij allogene SCT?

A

10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe groot is de kans op een HLA-identieke donor in de familie (broer/zus)?

A

25%, als er geen donor in de familie gevonden kan worden, wordt gekeken naar de wereldwijde donorbank. Mocht hier geen match zijn, kan gekeken worden of een transplantatie met een niet-volledig identieke donor ook mogelijk is. Er is dan meer kans op afstoting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt een patiënt voorbereid op een allogene stamceltransplantatie?

A

conditionering van het immuunsysteem. Bestaande uit totale lichaamsbestraling (TBI) en chemotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly