Week 8 Flashcards
Welke spieren dragen bij aan de stevigheid en vorm van de buikwand?
- Laterale buikspieren
- rugspieren
- tussenribspieren
- bekkenbodemspieren
Wat loopt er door het diafragma heen?
ventraal naar dorsaal:
- Vena cava inferior
- slokdarm/ oesophagus
- aorta
- pars descendens
Welk orgaan wordt het minst goed beschermd door de ribben?
Duodenum.
In welke regio is de milt te vinden?
Linker regio hypogastrica.
Naar welke kant staat de opening van de C van het duodenum?
Naar de milt (links).
Welke organen zijn te vinden in het transpylorische vlak?
- Pancreas
- Duodenum
- Truncus coeliacus
- A. mesenterica superior
- Pylorus (uitgang van de maag)
Welke verschillende horizontale vlakken zijn er?
- Transpylorische vlak
- Subcostale vlak
- Supracristale vlak
- Intertuberculaire vlak
Wat is de Latijnse benaming voor navel?
Umbilica.
Waaruit bestaat het peritoneum?
Het pariëtale deel: buitenste vlies tegen buikwand aan.
Het Viscerale deel: rond de organen.
Welke indelingen van organen zijn er m.b.t. het peritoneum?
- Intraperitoneaal: orgaan volledig door peritoneum omgeven.
- Retroperitoneaal: achter het peritoneum
- Primair: organen die achter in het lichaam zijn ontstaan en gebleven
- Secundair: organen die intraperitoneaal lagen en later zijn vergroeid met achterwand. - Subperitoneaal: onder peritoneum
Welke organen liggen intraperitoneaal?
- Maag
- Milt
- Lever
- Jejunum en ileum
- Cecum & appendix
- Colon transversum
- Colon sigmoideum
Welke organen liggen retroperitoneaal?
- Nieren
- Pancreas (sec)
- Duodenum (sec)
- Colon ascendens (sec)
- Colon descendens (sec)
- Rectum
- Aorta en v. cava inferior
Welke organen liggen subperitoneaal?
- Blaas
- Uterus
- Rectum
Noem 4 voorbeelden van mesoverbindingen.
- Mesogastrium (maag met buikwand)
- Mesoduodenum (duodenum met buikwand)
- Mesocolon (colon transversum met buikwand)
- Mesenterium (dunne darm aan buikwand)
Geef een definitie van homeostase.
Stabiliteit onder veranderende omstandigheden.
Proces waarbij het interne milieu, door voortdurende veranderingen van het externe milieu, in een stabiele toestand ‘geregeld’ blijft.
Geef voorbeelden waarin homeostase belangrijk is.
- Ademhaling
- Temperatuur regeling
- Bloedsamenstelling
Door welke omstandigheden wordt het basaalmetabolisme bepaald?
- Omgevingstemperatuur
- Samenstelling van voeding
- Zwangerschap
- (Her)opbouw van weefsel tijdens training of na ziekte
Op welke manieren kan het basaalmetabolisme gemeten worden?
- Directe meting (calorische waarde van de brandstof)
- Directe calorimetrie (de warmteafgifte)
- Indirecte calorimetri (O2-opname, veelgebruikte methode)
Waarom neemt het basaalmetabolisme af naarmate je ouder wordt?
De kans is dan groter dat je dan meer vet hebt. Vetcellen hebben minder energie nodig.
Wat is een open regelsysteem?
Dit regelsysteem heeft geen terugkoppeling. Een ingangssignaal leidt tot een proces, daarna heb je een uitgangsgrootheid.
Wat is een gesloten regelsysteem?
Dit regelsysteem heeft wel een terugkoppeling naar de comparator, deze geeft vervolgens een correctiesignaal afhankelijk van de streefwaarde.
Hoe werkt een gesloten regelsysteem met feedforward control?
Dit regelsysteem is handig om snel te reageren op situaties. Hierbij is er een extra sensor die terug wordt gekoppeld naar het proces zelf. (BV ademhaling)
Wat speelt een belangrijke rol bij temperatuurregulatie?
De hypothalamus (comparator) en het autonome zenuwstelsel.
Hoe verlaat energie het lichaam?
Voornamelijk als arbeid en warmte.