Week 11 Flashcards

1
Q

Welke verband geeft een Preston-curve?

A

Het verband tussen welvaart en levensverwachting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt als het belangrijkste determinant van de volksgezondheid gezien?

A

De economische ontwikkelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem een paar redenen waarom de levensverwachting onder hoger opgeleiden hoger is.

A
  • lagere opleiding -> meestal arbeidsintensievere baan
  • hogere opleiding -> beter eten
  • hogere opleiding -> beter behandeling door betere communicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat valt binnen de volksgezondheid op aan de ziektes borstkanker en allergieën?

A

Onder aan de maatschappelijke ladder zijn veel ziektes. Behalve bovenstaande komen meer bovenaan de ladder voor. (Reden: geen/weinig borstvoeding geven. Schone omgeving= sneller allergie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kunnen gezondheidsverschillen verklaard worden?

A
  • Gezondheidsproblemen (kan leiden tot neerwaartse stabiliteit)
  • Grote ongelijkheid in materiële omstandigheden (armoede maakt gezond leven moeilijk)
  • Grote ongelijkheid in immateriële omstandigheden (bv stress)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke mogelijke maatregelen tegen ongelijkheid zijn er?

A
  • inkomst-verschillen beperken
  • voorkom school/werk-uitval
  • maak gezonde keuzes de makkelijke
  • versterk eerstelijnsgezondheidszorg in achterstandsbuurten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke soorten preventie zijn er?

A

-Primaire
-Secundaire
-Tertiare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt primaire preventie in?

A

Het voorkomen van ziek worden. Met behulp van:
- schoon drinkwater
- vaccinaties
- autogordel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt secundaire preventie in?

A

Gericht op opsporing en behandeling van ziekte.. Voorbeeld:
- hielprik
- Halfjaarlijkse gebitscontrole
- Bevolkingsonderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt tertiaire preventie in?

A

Gericht op het voorkomen van ongunstige uitkomsten bij mensen die al een manifeste ziekte hebben. Voorbeeld:
- Vroege mobilisatie bij heupfractuur
- Bestrijden depressie bij ziekenhuispatiënten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt gezondheidsbescherming in?

A

Maatregelen die voorkomen dat mensen worden blootgesteld aan gezondheidsrisico’s uit de omgeving. Voorbeeld:
- Schoon drinkwater
- Veiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt gezondheidsbevordering in?

A

Maatregelen ter verbetering van gezondheid gerelateerd gedrag. Dit moeten mensen zelf doen. Voorbeeld methodes:
- Gezondheidsvoorlichting
- Ondersteunende maatregelen die het makkelijker maken om iets af/aan te leren
- Gezondheidsbevordering voor rokers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt specifieke ziektepreventie in?

A

Maatregelen gericht op het voorkomen of opsporen van een heel specifiek ziektebeeld. Voorbeeld:
- Infectieziektebestrijding
- Bestrijding van tandbederf
- Bestrijding hart- en vaatziekten
- Hielprik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke plichten van hulpverleners stelt de WGBO?

A
  • Handelen als ‘goede hulpverlener’
  • Informatieplicht
  • Toestemmingseis
  • Geheimhoudingsplicht
  • Dossierplicht en bewaarplicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat bevat de informatieplicht?

A
  • Aard en doel van de behandeling
  • Gevolgen en risico’s van het (niet) ondergaan v. behandeling
  • Alternatieven
  • Prognose/vooruizichten
  • Op welk termijn vindt behandeling plaats
  • Situatie en wensen patiënt
  • Uitnodigen om vragen te stellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer is iemand wilsbekwaam?

A

Als diegene in straat is tot een waardering v an zijn belangen ter zake.

17
Q

Wat is wilsonbekwaam?

A

Niet instaat tot redelijke waardering eigen belangen terzake.

18
Q

Aan de hand van welke normen bepaald een arts of iemand bekwaam is?

A
  • Bekwaamheid is het uitgangspunt
  • Niet de inhoud beslissing, maar het besluitvormingsproces is bepalend
  • Hogere eisen gesteld aan bekwaamheid naarmate beslissing ingrijpender is
  • Kinderen/dementeren vallen vrijwel altijd binnen onbekwaam
19
Q

Wat zijn benoemde vertegenwoordigers?

A
  • Curator of mentor
  • Schriftelijk gemachtigde
20
Q

Wat zijn niet-benoemde vertegenwoordigers?

A
  • Echtgenoot, geregistreerd partner of levensgezel
  • Ouder, kind, broer, zus. Hierin heerst hiërarchie.
21
Q

Waardoor is de definitie ‘ziekte’ in de eeuwen veranderd?

A
  1. Ziektes zijn veranderd
  2. Andere ideeën over ziektes
  3. Veranderde maatschappelijke betekenis van ziekte
22
Q

Waardoor zijn infectieziekten vervormt naar chronische ziekten?

A
  • De frequentie van epidemieën neemt af
  • De omvang van epidemieën neemt af
  • Epidemische ziekten verdwijnen
  • De ernst van de infectieziekten namen af
23
Q

Waardoor werd de veranderingen van infectieziekten naar chonische ziekten veroorzaakt?

A
  • Hygiënische maatregelen
  • Groeiend levenspeil door economische voorspoed
  • Bacteriologie leidde tot sera en vaccins
  • Antibiotica
24
Q

Welke twee ziekte begrippen zijn er?

A
  • Ontologisch ziektebegrip
  • Sociaal-constructivistisch ziektebegrip
25
Wat houdt het ontologische ziektebegrip in?
Reële vaststaande entiteiten die kunnen worden ontdekt. Dit duurt vaak jaren.
26
Wat was de specificiteit revolutie?
Het beeld veranderde van de individuele patiënt naar specifieke ziekte definities. Dit ging samen met de opkomst van klinische methode.
27
Wat hield de bacteriologische revolutie in?
Ziekte werd niet meer gekoppeld aan een disbalans in het lichaam, maar aan een micro-organisme die het lichaam is binnengedrongen.
28
Wat houdt de opkomst van gepersonaliseerde geneeskunde in?
Elk lichaam reageert op eigen wijze op een ziekte. Therapieën worden, zo veel mogelijk, aangepast op het individu.
29
Wat is het verschil tussen de visie van de arts en de patiënt als het om een diagnose gaat?
Arts: Diagnose is een tussenstap naar de therapiekeuze Patiënt: diagnose is een frame voor hun leven
30
Wat is het gevolg van secularisering?
-Ziektes/frames/gezondheid belangrijker in samenleving - Sterk geloof/huwelijk minder belangrijk in sml. Hierdoor ontstaat steeds meer een obsessie met gezond leven.
31
Waardoor hebben mensen in de loop van de tijd andere ziektes gekregen?
- Van infectie naar chronische ziektes - Groei van welvaartsziektes - Opkomst nieuwe ziekten door allerlei factoren - Niet alleen ziektepatroon, ook ziekte zelf veranderd
32
Welke andere ideeën zijn er in de loop v/d tijd over ziektes ontstaan?
- Verandering in het 'framen' van ziektes - Van holistische humorenleer naar specificiteitsdenken - Past het specificiteits denken nog in 21e eeuw? (moeten we niet meer naar totale samenleving kijken)
33
Waardoor hebben ziektes in de loop van de tijd een andere maatschappelijke betekenis gekregen?
- Veranderingen in hoe ziektes als 'frame' fungeren - Bepalend voor organisatie van gezondheidszorg
34
Welke drie dimensies van ziekte zijn er?
- Illness: subjectieve ervaring van 'ziek' zijn -Disease: pathofysiologische status - Sickness: sociale rol en betekenis
35
Wat houdt illness in?
- Directe fysieke ervaringen (misselijkheid) - Exitentiële ervaringen (angst, verlies, waarom ik?) - Sociaal-maatschappelijke invloed op ziekte-ervaring
36
Welke 5 karakteristieken van existentiële ziekte-ervaring zijn er?
1. Verlies van heelheid 2. Verlies van zekerheid 3. Verlies van controle 4. Verlies van vrijheid om te handelen 5. Verlies van de vertrouwde wereld
37
Wat heeft sickness voor praktische consequenties? (dus er is pathofysiologisch bewezen dat je ziek bent)
- Vergoedingen van behandeling - Recht op ziekte-uitkering - Ontheffing van taken en verantwoordelijkheden - Erkenning van lijden
38
Wat heeft sickness voor morele connotaties en implicaties?
- Opheffing van schuld en eigen verantwoordelijkheid voor gedrag - Verplichting om gezond te worden - Soms stigma- negatief oordeel en veroordelen
39
Wat is het verschil tussen naturalisme en normativisme?
Naturalisme = 'ziekte' is een objectieve natuurlijke entiteit Normativisme = 'ziekte' is deels sociaal bepaald, afhankelijk van onze normen