Week 8 Flashcards

1
Q

Waarom kunnen hersenen geen vetzuren oxideen?

A
  • FFA gebonden aan albumine in plasma
  • Door bloedhersenbarriere → gebonden aan FABP
  • Omgezet tot acyl-CoA → fosfolipiden synthese
  • CPT1c in microsomen(fragment ER) → verkeerde vorm en plek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom kan vetzuur niet in glucose worden omgezet?

A

Er word in de TCA cyclus geen extra oxaalacetaat gevormd. Het gevormde oxaalacetaat word namelijk gebruikt om met acetyl-CoA citraat te vormen zodat het de TCA cyclus in kan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom maak je geen ketonen uit glucose?

A

Normaal: b-oxidatie producten NADH en FADH2 en ATP remmen citroenzuurcyclus. Ook geen oxaalacetaat want gebruikt voor gluconeogenese. Acetyl-CoA hoopt op -> ketogenese.
NADH en acetyl-CoA, laag insuline remmen PDH(direct en via pyruvaat kinase) waardoor acetyl-CoA nooit hoog genoeg word voor ketogenese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom blijft ook bij langdurig vasten glucose nodig?

A

Anaplerotishe werking: glucose via pyruvaat carboxylase aanvullen intermediairen citroenzuurcyclus weggenomen v synthese bv glucose uit oxaalacetaatd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe draagt spierglycogeen bij aan de bloedsuikerspiegel?

A

Gevormd pyruvaat uit glycogenolyse uit spier omgezet tot lactaat -> Cori cyclus.
Glucose-alanine cyclus: bij langer vasten cortisol: mobilisatie spiereiwit, NH3+ groep op pyruvaat gezet -> alanine naar lever -> gluconeogenese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom leidt lactose niet tot vetvorming maar sucrose wel?

A

Lactose: galactose + glucose; sucrose: fructose + glucose
- galactose word gefosforyleerd en kan glycogeen wordne
- fructose word na fosforylering in 2 bindingen gesplitst, maar als tegelijk glucose blokkeert insuline glucose vorming waardoor DHAP omgezet tot glycerol-3-fosfaat en TG synthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de biologische waarde van een voedingseiwit?

A

aanwezigheid alle essentiële aminozuren in benodigde onderlinge verhouding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke soorten essentiele vetzuren zijn er?

A
  • PUFA= poly onverzadigde vetzuren → omega-3 en 6 niet zelf mk, 9 wel
    • Plaats dubbele binding vanaf methylgroep, hiertussen kan lichaam geen dubbele binding
    • Uit een type ook andere van zelfde type mk; deels uit voeding(visolie)
  • MUFA= mono onverzadigde vetzuren → oliezuur uit olijfolie, zelf maken
  • SFA= lang/medium keten verzadigde vetzuren → palmatine, stearinezuur -> vermijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn voedingsvezels? Welke gunstige werkingen en functies zijn er?

A
  • Plantenmateriaal niet verteerd → celwanden zaden, wortels, bladgroente en fruit
  • (Niet)fermenteerbaar: darmflora kan omzetten

Gunstige werking
- Verlengt verzadigingsgevoel(beide)
- Verlaagt glycemische index
- Verlaagt LDLc
- Bevordert stoelgang(niet fermenteerbaar)
- Verlaagt risico CRC

Functies

  • Vertraagt vertering
  • Binding water en opgeloste voedingsstoffen
  • Binding galzure zouten
  • Activering darmperistaltiek
  • Buffering darm pH en bevrodering darmflora
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke soort mineralen zijn er?

A

Macromineralen: veel nodig
Spoorelementen: heel weinig nodig, Fe2+, ZN2+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke soorten vitamines zijn er?

A
  • Vetoplosbaar: A, D, E, K vs wateroplosbaar
  • B-vitamines: bouwsteen co-factor m specifieke functie, transfereren functionele groep
  • A en D: ligan kernreceptor; C en E antioxidant
  • Niet te weinig en niet te veel:
    • Deficientie agv malabsorptie, farmaca/alcohol, bij ouderen
    • Specifieke doelgroepen m speicfieke behoefte: zwangeren, pasgeborenen
    • Lichaamsvoorraden vers sterk: wateroplosbaar al binnen maand, vetoplosbaar jaren
    • Overdosering kan ziekte veroorzaken: vit A intoxicatie -> iostreinoine is tetratogeen
    • Therapeutische toepassing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke symptomen horen bij een vitaminedeficientie?

A

dermatitis, glossitis, cheilitis, vemroeidheid, diarree, perifere neurpathie, depressief, vermindere spier cooridnatie, verwardheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is beriberi?

A

Vit B1 deficientie agv eenzijdig witte rijst dieet
- natte vorm: spieren
- droge vorm: zenuwen
Overlap mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke symptomen horen bij een vitamine C deficientie?

A
  • Vit C(ascorbinezuur): scheurbuik → huid-/neusbloedingen, gingivitis, tanduitval
    • Collageenopbouw en synthese noradrenaline, carnitine; hydrofiele antioxidant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke enzymen zijn afhv vitamine B1, B2, B3, B5, B6, B8(biotine)?

A

B1: ACh synthase, transketolase en dehydrogenases
B2: elektronen transfer m FAD
B3:elektronen transfer m NAD(P)+
B5: acyltransferase
B6: aminotransferase, fosforylase
B8: carboxylase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe worden de richtlijn gezond voeding bepaald?

A
  • risicofactoren 10 ziektes met meeste ziektelast(DALY) meegenomen
  • review wetenschappelijke literatuur, effect voeding op ontstaan ziektes -> integratie vers typen onderzoek(RCT, prospective cohort studies)
  • specifieke adviezen voor bepaalde groepen
17
Q

Wat is cherry picking?

A

Alleen het gebruiken van wetenschappelijke studies die jouw standpunten ondersteunen, rest literatuur genegeerd. Geeft eenzijdig beeld niet in overeenkomst met wetenschappelijke consensus. Schadelijk voor consument en vertrouwen in wetenschap.

18
Q

Wat is een very low calorie diet(VLCD)?

A
  • 400/800 kcal/dag met gevitamineerde maaltijdvervangers
  • geleidelijke herintroductie gewone voedingsmiddelen
  • snel of langzaam afvallen geen verschil -> begeleiding
19
Q

Wat is het mediterraan dieet?

A
  • Dagelijks: olijfolie, groenten, volkoren granen en fruit
  • Rood vlees en zoet soms
  • verlaagd kans HVZ en DM
20
Q

Wat is een koolhydraat beperkt dieet?

A
  • verschillende varianten; <50 ketogeen
  • verder at libitum, kwaliteit van voeidng maakt uit voor mortaliteit en LDL -> plantaardige vetbronnen en eiwitten
21
Q

Wat is intermittend vasten?

A
  • Energie groei en reproductie verschuift naar onderhoud, recycling en reparatie → beschermen voortbestaan cellen
  • Verschillende vormen: time restricted eating(laat en vroeg), om de dag, 5:2, fasting mimicking diet
    • ‘S ochtends ontbijt overslaan kan negatief effect insulinegevoeligheid hebben
    • Effecten ook zonder gewichtsverlies
  • meta-analyse: IF is effectiever voor geiwchtsreductie dan ad libitum korte termijn; even effectief als continue vasten, maar nog te weinig kwalitatief goede RCT, zeker lange termijn
22
Q

Door een tekort aan welke stoffen kun je een anemie krijgen?

A
  • ijzer: jonge vrouwen
  • vit E
  • foliumzuur(b11)
  • vit B12: vegetariers
23
Q

Wat is een glucose-6-fosfaat dehydrogenase deficientie?

A

Oxidatieve deel pentose-fosfaat shunt werkt niet, waardoor te weinig NADPH om glutathion te reduceren.
Bij een gelabeld C-test is CO2 bij oxidatieve stress verlaagd.
- In ery probleem: ontstaan superoxide anion bij MetHb kan niet worden gereduceerd tot water.
- hemolytische anemie, trigger: medicatie, virale infectie en tuinbonen
- lever geen probleem: bij omzetting malaat naar pyruvaat NADPH gevormd

24
Q

Waaraan zie je dat er een debrancing enzyme deficientie is?

A

Bij glucagon belastingtest is waarde na 4h normaal, maar bij 8h veel lager
Glycogeen is bolvormig met eindstandig rechte ketens -> geknipt d glycogeen fosforylase. Na 8h moet de a1,6-bindingen door debranching enzyme verbroken worden.
Groeit eroverheen, als ouder meer glycogeen in lever en minder kritisch.

25
Wat is een pyruvaat carboxyalse deficientie? Hoe veroorzaakt dit een verstoring in de ureumcyclus?
Anaplerotische werking citroenzuurcyclus. Behandeling: trihepatonoine eindigt op propionyl CoA -> succinyl-COA. Geen aspertaat aangemaakt in TCA cyclus.
26
Welke stoornissen in de vetzuuroxidatie zijn er?
- b-oxidatie enzym deficiëntie: VCLAD, MCAD(meest voorkomend) en SCAD - carnitine deficientie: primair(biosynthese) of secundair(stoornis b-oxidatie)
27
Wat gebeurt er bij VLCAD deficiëntie? Hoe veroorzaakt dit een probleem met pyruvaat carboxylase en ureumcyclus?
- CYP450 breekt af tot dicarbonzuur -> verhoogde anion gap - CPT1 vervangt S-CoA groep d carnitine -> hoopt op en uit cel -> in bloed, bepalen welk type bij hielprik obv lengte aanwezige carnitine esters - laag acetyl-CoA -> pyruvaat carboxylase niet geactiveerd en geen N-acetyl glutamaat gemaakt(waardoor uruemcyclus niet actief)
28
Hoe werkt de pentose-fosfaat shunt?
- oxidatief deel: via 2 dehydrogenases uit G6P NADPH en ribose-5-fosfaat - reversibel deel: ribose 5 fosfaat <-> glycolyse(transketolase/adolase) Activiteit delen en richting afhv behoefte cel
29
Wat is de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid?
Gem behoefte= genoeg helft populatie ADH= genoeg v bijna iedereen(97,5%) → gem beheofte + 2SD