Week 8

Question 1

Welke twee centra dragen bij aan beweging?

Answer 1

Cerebellum en basale ganglia

Question 2

Wat zijn symptomen van dysfunctie van de basale ganglia?

Answer 2

Rigiditeit (stijfheid
tremor
dystonie
chorea / freezing
bradykinesie
disbalans 
loopproblemen

Question 3

Wat zijn de hoofdsymptomen van Parkinson?

Answer 3

Rigiditeit, bradykinesie, disbalans en loopproblemen

Question 4

Waardoor wordt de ziekte van Parkinson veroorzaakt?

Answer 4

Atrofie en depigmentatie van neuronen in de substantia nigra, wat zorgt voor een dopaminetekort in het striatum

Question 5

Hoe wordt getest om te voorspellen of iemand nog zou kunnen lopen na een beroerte?

Answer 5

Drie dagen na beroerte worden er twee testen gedaan:
zitbalans
strekken van het been

als alle twee de testen lukken, is de kans 98% dat diegene weer kan gaan lukken

Question 6

Wat ontstaat bij schade aan het cerebellum

Answer 6

Intentietremor

Question 7

Wat zijn remmende neurotransmitters in de basale ganglia?

Answer 7

Dopmamine
GABA
Serotonine

Question 8

Wat zijn stimulerende neurotransmitters in de basale ganglia?

Answer 8

Glutamaat

acetylcholine

Question 9

Wat is een neurodegeneratieve aandoening?

Answer 9

Initieel normale functie, die vanaf een bepaalde leeftijd afneemt

Question 10

Wat is de oorzaak van Ataxie van Friedreich?

Answer 10

Abnormale lange GAA herhaling

Question 11

Wat is de oorzaak van spinocerebellaire ataxie?

Answer 11

Abnormale lange CAG herhaling

Question 12

Hoe wordt de ziekte van Parkinson behandeld?

Answer 12

Levodopa

Question 13

Wat is de meest voorkomende tremor?

Answer 13

Essentiële tremor

Question 14

Wat is de oorzaak van de Ziekte van Wilson?

Answer 14

Abnormale koperstapeling in de lever, corpus striatum en de cornea

Question 15

Wat is de oorzaak van progressieve supranucleaire parese

Answer 15

Atrofie van diencephalon, pons en cerebellaire structuren

Question 16

Welke van de volgende motore verschijnselen is niet karakteristiek voor de ziekte van
Parkinson?
o (a) Hypokinesie
o (b) Tremor
o (c) Stereotypie
o (d) Bradykinesie

Answer 16

Stereotypie

Question 17

Dopamine is de belangrijkste neurotransmitter in axonen die vanuit de substantia nigra naar de
basale ganglia projecteren. Naar welk deel van de basale ganglia gaat deze nigrostriatale
projectie?

Answer 17

Neostratium

Question 18

Beschadigingen van de midline structuur van het cerebellum, de vermis cerebelli, geeft als
belangrijkste klinisch probleem:
o (a) Articulatiestoornissen
o (b) Ataxie van de armen
o (c) Oogbewegingsstoornissen
o (d) Gang stoornissen.

Answer 18

Gangstoornissen

Question 19

Het circuit waarin de basale ganglia betrokken zijn loopt globaal als volgt:
o (a) Cortex -> putamen / ncl. caudatus -> ncl. subthalamicus -> thalamus -> cortex
o (b) Cortex -> putamen / ncl. caudatus -> globus pallidus -> thalamus -> cortex
o (c) Cortex -> globus pallidus -> ncl. subthalamicus -> putamen / ncl. caudatus -> thalamus ->
cortex
o (d) Cortex -> ncl. subthalamicus -> globus pallidus -> putamen / ncl. caudatus -> thalamus ->
cortex

Answer 19

Cortex -> putamen / ncl. caudatus -> globus pallidus -> thalamus -> cortex

Question 20

Wat is de rol van de basale ganglia?
o (a) timing van de beweging
o (b) starten van de beweging
o (c) het maken van doelgerichte bewegingen

Answer 20

Starten van de beweging

Question 21

Wat is de gouden standaard bij de behandeling van de ziekte van Parkinson
o (a) dopamine agonisten
o (b) levodopa met een decarboxylase remmer
o (c) amantadine

Answer 21

Levodopa met een carboxylase remmer

Question 22

De ziekte van Parkinson kent een aantal kernsymptomen.
Welke van onderstaande verschijnselen behoort tot deze kernsymptomen?
(a) Dysarthrie
(b) Halfzijdige parese
(c) Hypokinesie
(d) Spasticiteit

Answer 22

Hypokinesie

Question 23

Er zijn verschillende soorten tremoren. De tremor bij de ziekte van Parkinson heeft een aantal
specifieke kenmerken.
Welke van onderstaande kenmerken is het meest specifiek voor een tremor als gevolg van de ziekte
van Parkinson? De tremor…
(a) is zeer hoog frequent (snel)
(b) neemt toe tijdens de slaap
(c) treedt op in rust
(d) verdwijnt bij het drinken van alcohol

Answer 23

Treedt op in rust

Question 24

De ziekte van Parkinson is een typische vorm van parkinsonisme. Parkinsonisme kan ook door
gebruik van bepaalde medicatie worden veroorzaakt.
Welke van onderstaande medicatiegroep heeft parkinsonisme als bijwerking?
(a) ACE-remmers
(b) Antipsychotica
(c) Bèta-blokkers
(d) Protonpompremmers

Answer 24

Antipsychotica

Question 25

27.	Welk van de volgende verschijnselen hoort NIET bij de ziekte van Parkinson?
o	(a) Bradykinesie
o	(b) Rigiditeit
o	(c) Coördinatiestoornissen (ataxie) 
o	(d) Vallen

Answer 25

Ataxie

Question 26

30.	Chorea is een zeer bekende bewegingsstoornis bij de ziekte van Huntington. Daarnaast komen ook andere verschijnselen bij deze aandoening voor. Welk onderstaand verschijnsel past het beste bij de ziekte?
o	(a) Cerebellaire ataxie
o	(b) Polyneuropathie
o	(c) Depressies 
o	(d) Spierzwakte

Answer 26

Depressies

Question 27

De ziekte van Huntington is een erfelijke aandoening.
Hoe verloopt de overerving van de ziekte van Huntington?
(a) Autosomaal dominante overerving
(b) Autosomaal recessieve overerving
(c) Mitochondriële overerving
(d) X-gebonden overerving

Answer 27

Autosomaal dominante overerving

Question 28

Wat zijn kenmerken van een essentiële tremor?

Answer 28

• Autosomaal dominant
• ernst neemt toe met de jaren
• stem kan meedoen
• erger bij emotie
• actie tremor