Week 7: juris grensoverschrijdende arbeid Flashcards
Arblade
Belemmering vrij verkeer van diensten: verboden tenzij rechtvaardiging in dwingende redenen van algemeen belang. E.g werknemersbescherming (C-369/96 en C-376/96, Arblade, r.o. 33-36). Minimumloon valt hier onder.
De bepalingen van de lidstaat van ontvangst moeten voldoende nauwkeurig en toegankelijk zijn (Arblade, r.o. 43).
Maar als de betrokken rechtsstelsels qua effect of niveau van bescherming gelijkwaardig of gelijksoortig zijn, geldt dubbelop-verbod en is er geen dwingende reden van algemeen belang (Arblade, r.o. 53). Ook moet hetzelfde resultaat niet met minder beperkende middelen kunnen worden bereikt (Arblade, r.o. 39).
Laval
Is het via collectieve acties buitenlandse dienstverrichter proberen te bewegen zich in de lidstaat van ontvangst aan te sluiten bij een cao in strijd met het vrij verkeer van diensten?
Recht op staking is een fundamenteel recht, maar is wel aan beperkingen onderworpen. De staking moet in overeenstemming zijn met art. 56 VWEU. .
Staking vormt een inbreuk op het vrij verkeer van diensten. Rechtvaardiging? Legitiem doel (dwingende reden van algemeen belang): “social dumping”/werknemersbescherming. Het doel is alleen legitiem als werknemers o.g.v. de Detacheringsrichtlijn een recht toekomt dat door de werkgever niet wordt eerbiedigt. Verder moeten de bepalingen voldoende nauwkeurig en toegankelijk zijn, zodat het voor een onderneming in de praktijk niet onmogelijk of uiterst moeilijk is te weten welke verplichtingen zij moet nakomen.
Als de staking betrekking heeft op meer arbeidsvw. dan de hardekernbepaliningen, dan is er een ongerechtvaardigde inbreuk op het vrije verkeer van diensten ex 56 VWEU.
VIcoplus
Aanneming van werk:
1) leiding en toezicht ligt bij lidstaat van oorsprong en
2. Tewerkstellen werknemer is geen hoofddoel maar bijkomstigheid (r.o 46)
Uitzending:
1. Tewerkstellen werknemers is hoofddoel van dienstverrichting (r.o 46)
2. Leiding en toezicht ligt bij de inlener in land van aankomst (r.o. 47)
FNV/Van den Bosch
r.o 49 Daarentegen kan een werknemer die op het grondgebied van de lidstaat waarheen hij is gezonden
zeer beperkte diensten verricht niet worden beschouwd als „ter beschikking gesteld” Dit is het geval voor een chauffeur die in het kader van goederenvervoer
over de weg slechts op doorreis is op het grondgebied van een lidstaat. Hetzelfde geldt voor een
chauffeur die enkel grensoverschrijdend vervoer verricht vanuit de lidstaat van vestiging van de
vervoersonderneming naar het grondgebied van een andere lidstaat of omgekeerd.
r.o. 52 Het feit dat een chauffeur die werkzaam is in het internationaal vervoer en door een in een lidstaat
gevestigde onderneming ter beschikking is gesteld van een in een andere lidstaat gevestigde
onderneming, de instructies voor zijn opdrachten ontvangt, die opdrachten begint of die opdrachten
beëindigt op het hoofdkantoor van die tweede onderneming, is op zich ontoereikend om te stellen
dat die chauffeur op het grondgebied van die andere lidstaat ter beschikking is gesteld in de zin van
richtlijn 96/71, indien het werk dat die chauffeur verricht op basis van andere factoren geen
voldoende nauwe band vertoont met dat grondgebied
r.o. 72. Een collectieve arbeidsovereenkomst die niet algemeen verbindend is verklaard, maar die door de onder die collectieve arbeidsovereenkomst vallende ondernemingen
moet worden nageleefd om vrijstelling te verkrijgen van een andere collectieve arbeidsovereenkomst die wel algemeen verbindend is verklaard, en waarvan de bepalingen in
essentie gelijkluidend zijn aan de bepalingen van die andere collectieve arbeidsovereenkomst, voldoet aan het in artikel 3, leden 1 en 8, van richtlijn 96/71 bedoelde begrip
ROI Land Investments
Art. 21 lid 1 onder b, i en lid 2 van de verordening 1215/2012 aldus moet worden uitgelegd dat een werknemer een persoon ddie al dan niet woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat met wie hij niet door een formele arbeidsovereenkomst is verbonden, maar die op grond van een patronaatferkalring zonder welke de arbeidsovereenkomst met een derde niet tot stand zou zijn gekomen,j jegens die werknemer rechtstreeks verantwoordelijk is voor de nakoming van de verbintenis van die derde, kan inroepen voor het gerecht van de laatste plaats waar of van waaruit hij gewoonlijk werkte, op voorwaarde dat er tussen die persoon en die werknemer een band van ondergeschiktheid bestaat.