week 7 HC's pt.6 Flashcards
Op welke manier kan de nier de bloeddruk reguleren?
door de osmotische waarde te reguleren dmv het wel/niet absorberen van ionen (Na) etc.
Op welke manieren kan het hart de bloeddruk en -flow beinvloeden?
- hartfrequentie veranderen
- contractiekracht veranderen
Welke 3 structuren reguleren de bloeddruk en - flow en zo dus de vaattonus?
- hart
- nieren
- bloedvaten
Op welke manier kan een bloedvat de bloeddruk en -flow reguleren?
vasoconstrictie of -dilatatie
Wat zijn de 4 functies van de endotheellaag van een bloedvat?
Tot welke laag behoort dit?
- barrière voor het bloed (tegen ontstekingscellen)
- helpt bij bloedstolling
- helpt bij angiogenese
- vasomotorisch effect
- tunica intima
Wat is de functie van het gladde spierweefsel in een bloedvat?
Tot welke laag behoort dit?
- het relaxeren of contraheren waardoor het de bloeddruk en -flow kan beinvloeden
- tunica media
Waarmee is de bloedflow evenredig?
r^4
(dus hoe groter de straal, hoe groter de flow (ml/s))
Door welk type weefsel wordt respectievelijk de stroomregeling van een arteriole en een capillair gereguleerd?
- arteriole: glad spierweefsel
- capillair: contractiele endotheelcellen
Wat zijn perisieten?
gespecialiseerde gladde spiercellen
Wat is glycocalix en wat is de functie hiervan?
- netwerk van suiker
- (rode) bloedcellen tegenhouden
waar bevinden zich de mechanoreceptoren die lokale informatie waarnemen? (3)
- sinus caroticus
- arcus aortae
- nieren
Welke neurotransmitter bevindt zich vooral in de bijnier?
Bij welk autonomisch systeem hoort deze?
- (nor)adrenaline
- sympaticus
Waar bevindt zich een alfa adrenerge receptor en wat is het gevolg van activatie?
- glad spierweefsel
- contractie
Waar bevindt zich een beta adrenerge receptor en wat is het gevolg van activatie?
- endotheel
- dilatatie
Wat is er aan de hand bij Raynaud’s fenomeen?
Er vindt verhoogde afgifte van endotheline plaats waardoor sterke vasoconstrictie plaatsvindt.
Welke 2 parasympatische receptortypen zijn er in de bloedvaten?
Wat is het verschil tussen deze 2?
- M3 (endotheel): dilatatie
- M3 (glad spierweefsel): constrictie
Wat is het verschil tussen alfa (1/2) en beta (2) adrenerge receptoren in de bloedvaten?
- alfa: constrictie
- beta: dilatatie
Benoem in 4 stappen hoe vasoconstrictie plaatsvindt.
- (nor) adrenaline bindt alfa-receptot of acetylcholine bindt M3-receptor op het gladde spierweefsel
- Ca blaasjes in de spiercel gaan open
- door kleine depolarisatie gaan spanningsafhankelijke Ca kanalen open
- myosine en actine filamenten contraheren
Welke 2 geneesmiddelen kunnen gebruikt worden bij (essentiële) hypertensie?
- alfa-1-antagonist
- calciumantagonist
Benoem in 4 stappen hoe vasodilatatie globaal plaatsvindt
- acetycholine bindt M3 receptor op endotheel
- EDRF afgifte
- Ca concentratie daalt (dmv. verhoogd cAMP / cGMP)
- myosine en actine ontkoppelen
Wat gebeurt er met de Ca concentratie als de concentratie van cAMP en cGMP omhoog gaat?
omlaag
Noem 4 soorten EDRF
- prostaglandines
- nitriet oxide (NO)
- endothelium deriverd hyperpolarizing factor (EDHF)
- vasodilatoire peptiden
Benoem in 4 stappen hoe vasodilatatie oiv. prostaglandines plaatsvindt.
- acetylcholine bindt M3 receptor op endotheel
- arachidonzuur wordt vrijgezet uit fosfolipiden (celmembraan)
- cyclo-oxygenase (cox), maakt prostaglandindes
4.dilatoir prostacycline verlaagt dmv IP-receptor de Ca
Welk type EDRF is bij diabetes/veroudering/hypertensie in dysfunctie?
nitriet oxide (NO)
Benoem in 4 stappen hoe vasodilatatie oiv. nitrietoxide plaatsvindt.
- acetylcholine bindt M3 receptor op endotheel
- NO synthase activeert en splitst NO(g) af van L-arginine (az.)
- guanalyl-cyclase activeert waardoor cGMP concentratie omhoog gaat
- Ca in GSW daalt
Wat is de globale functie van angiotensine II?
Het verhogen van [Ca] in het GSW waardoor vasoconstrictie plaatsvindt
Noem 2 typen EDCF
- endotheline
- constrictieve prostaglandines