Week 7 Flashcards
Reorganisatie van concernstructuur Shell door samenvoegen van twee beursgenoteerde ondernemingen. Ingezet door middel van een openbaar bod. Wordt hierbij dus gebruikt als een puur intra-concern reorganisatie.
- Leg uit waarom samenvoeging?
- Past de overeenkomst tussen twee moedermaatschappijen tot volledige samenwerking bij een fatsoenlijke corporate governance?
- Welke andere problemen geeft dit laatste?
Voor 2005 had Shell 2 moederbedrijven (Koninklijke Nederlandse Petroleummaatschappij en Shell Transport & Trading PLC). KNPM nam 60% in subholding van PLC aandelen in PLC zaten op Engelse beurs, aandelen KNPM op Nederlandse of New Yorkse beurs. Tussen twee moedermaatschappijen bestond een overeenkomst tot volledige samenwerking. Onduidelijk voor belegger wie nu eigenlijk de macht heeft. Als je op de Engelse beurs aandelen koopt in een Engelse onderneming, dan neem je daarmee de aandelen in een minderheidsaandeelhouder in de Shell constructie.
De vraag is of dat wel past bij fatsoenlijke corporate governance. Je bent wel aandeelhouder is PLC, maar PLC kan geen beleid bepalen in de subholdings. Getuigt van slechte corporate governance.
Andere problemen:
- VS en UK kennen one-tier board. Nederlandse tak kent two-tier board. Alle buitenlandse beleggers begrijpen dat niet. Hoe zit het met bescherming van beleggers op beurzen?
- Is de beleggersbescherming in UK niet superieur ten opzichte van de Nederlandse beurs? UK had destijds al corporate governance code volledig geimplementeerd, in NL pas net implementatie van Tabaksblatt.
- De beurs van Londen heeft veel meer liquide middelen
- Beide moedermaatschappijen moeten aparte jaarrekeningen etc. opstellen.
Opstapeling van slechte corporate governance heeft ertoe geleid dat beleggers wegliepen, hebben daarom het volgende gedaan.. zie hiernavolgend.
Opstapeling van slechte corporate governance heeft ertoe geleid dat beleggers wegliepen. Wat heeft Shell toen gedaan?
Wat waren hiervan de gevolgen? 3 gevolgen.
Shell Transport&Trade PLC en Koninklijke Shell hebben een nieuwe Holding opgericht (Royal Dutch Shell PLC) die een openbaar bod zou doen op alle aandelen van PLC en KNPM zodat de aandelen op één beurs komen. Daarmee komt bovenstaande situatie tot stand.
Gevolgen van de transactie:
- Royal Dutch Shell PLC is nieuwe moedermaatschappij met 1 beursnotering. Aangeboden op London Stock Exchange, maar ook aanbieden in NL en New York (triple offer). Royal Dutch Shell is op papier egen NL onderneming. Statutaire zetel is verplaatst naar Engeland.
- Structuur voor beleggers is nu volledig helder
- Voorwaarde voor de NL overheid om akkoord te gaan met statutaire zetelverplaatsing: belasting heffing over de concernwinst voor de Nederlandse fiscus moest mogelijk blijven. Daarom moest KNMP NV in Nederland gezeteld blijven.
Wat is van belang voor beleggers bij de overname door Royal Dutch Shell PLC?
Volledige controle. Als te weinig mensen hun aandelen aanbieden, kan control niet verkregen worden. Hoe krijg je die minderheidsaandeelhouders dus weg?
Concernintegratie na openbaar bod.
- Doel?
- Nuisance value minderheidsaandeelhouder?
- Squeeze-out technieken?
Concernintegratie na openbaar bod.
- Doel?
‘Full control’ over doelvennootschap - Nuisance value minderheidsaandeelhouder?
> Recht op dividend, stemrecht, informatie, intragroep transacties op zakelijke condities, 2:403 niet mogelijk (vereist is dat ALLE AANDEELHOUDERS instemmen) en toepassing corporate governance code (kleine plukje minderheidsaandeelhouders heeft recht op volledige toepassing van CGC en dus op onafhankelijke RvC in dochter), werking redelijkheid en billijkheid. - Squeeze-out technieken?
- Na bod (art. 2:359c BW, 15 Takeover Directive (> 95%) (binnen 3 maanden, ten aanzien van alle uitstaande aandelen, ongeacht of dit gewone aandelen zijn of met bijzondere zeggenschapsrechten > prioriteitsrechten.
Belangrijk dus dat de prioriteitsaandeelhouders binnen 3 maanden weggewerkt worden anders kom je in een soort patstelling) - Na bod (art. 2:92a BW) (> 95%) (alleen ten aanzien van gewone aandelen)
- Driehoeksfusie (Versatel-case)
- Verkoop van activa van de doelvennootschap (overname Super de Boer door Jumbo. Als je minderheidsaandeelhouders niet weg krijgt, laat je hen zitten, maar dan wordt de belangrijkste activa verplaatst binnen het concern)
Concernintegratie na openbaar bod
Vgl. HR KLM/VEB en de conclusie van A-G Timmerman?
Rechtspositie minderheidsaandeelhouders na openbaar bod.
Minderheidsaandeelhouders gaan klagen als squeeze-out geprobeerd wordt. Zij beseffen namelijk dat het initiële bod niet geaccepteerd is en zij geen beroep hebben gedaan op de buy-out. Als na 3 maanden nog niet overgenomen is, heb je geen recht op een exit meer (en daarmee niet op schadevergoeding. HR KLM/VEB > wel redelijk behandeld worden als minderheidsaandeelhouder, maar geen recht op uitkoop of schadevergoeding.
Voor tentamen: conclusie A-G Timmerman: staan opgesomd alle mogelijkheden voor minderheidsaandeelhouders, PRINTEN EN MEENEMEN!
Versatel-case
Mag je een juridische (driehoeks)fusie gebruiken met het enkele doel om een minderheidsaandeelhouder na een openbaar bod uit de vennootschap te werken om zo 100% te verkrijgen?
- Versatel: 85% van de aandelen na openbaar bod. 15% kon niet uitgekocht worden. Koper richt driehoeksfusie op: Aquisition Vehicle wordt opgericht en wordt gefuseerd met de Holding Company waarvan 85% in handen is. Voorwaarde voor juridische fusie (2:302 en 311 BW) > alle voorgaande banden houden op te bestaan met het bedrijf waarmee gefuseerd wordt. In casu zou dus alle activa en passiva in de Acquisition Vehicle terechtkomen, met als gevolg dat de 15% aandeelhouders met lege handen zou blijven zitten. Driehoeksfusie opgenomen in wet met bedoeling om minderheidsaandeelhouders