week 7 - 2 Flashcards
1
Q
welke twee embryologische structuren zijn er in het hart van een nog niet geboren baby?
A
- ductus arteriosus
2. foramen ovale
2
Q
welke twee ‘ruimtes’ zijn er rondom de longen?
A
- recessus costomediastinus
2. recessus costodiaphragmaticus
3
Q
welke verstoringen van ademhaling zijn er onder andere?
A
- dyspneu -> ademnood
- apneu -> ademstilstand
- apneusis -> lange diepe inademing, korte uitademing
- cheyne stokes
- hyperventilatie
4
Q
4 processen in ademhalingssysteem
A
- ventilatie
- diffusie
- transport
- perfusie
5
Q
waar bevinden zich de perifere chemosensoren?
A
- aortaboog (n. vagus)
2. arteria carotis communis (n. glossopharyngeus)
6
Q
soorten bloedvaten
A
- arteriën
- arteriële
- haarvaten
- venules
- venen
7
Q
gevolg van activatie baroreceptoren
A
hartfrequentie gaat omlaag en er vindt vasodialatie plaats