week 10 Flashcards
4 soorten onderzoek
- fundamenteel onderzoek
- klinisch onderzoek
- gezondheidswetenschappen
- translationeel
onderzoeksgebieden bij zieken
- etiologie
- diagnose
- therapie
- prognose
opbouw wetenschappelijk artikel
- introductie
- methode sectie
- resultaten
- discussie
onderzoek valide als
- steekproef representatief
- geen systematische fout in metingen
- resultaten zijn gecorrigeerd voor verstorende factoren
- rekening gehouden met placebo effect
types fouten
- type I -> nulhypothese is waar, maar bij toeval vindt je een afwijkende waarde (5% kans)
- type II -> nulhypothese is niet waar, maar je gevonden waarde is minder extreem dan in het echt (kans wordt o.a. kleiner bij grotere steekproef)
vier principes ethiek
- niet schaden
- weldoen
- respect voor autonomie
- rechtvaardigheid
twee soorten studies
- observationeel
2. experimenteel
drie soorten observationele studies
- cross-sectional -> snel, het heden
- cohort -> present to future
- case-control -> past to present (retrospectief)
traditionele doelen geneeskunde
- behoud van leven
- bestrijden van ziekte
- verlichten van pijn
maakbaarheid
- idee van maakbare mens
- designer baby’s
- cosmetische ingrepen
- prestaties optimaliseren in sportgeneeskunde
nieuwe doelen geneeskunde
- preventie van ziekte en letsel, bevordering en behoud van gezondheid
- bestrijden van pijn en lijden, veroorzaakt door aandoeningen
- genezing en verzorging van zieken en zorg voor mensen die niet meer te genezen zijn
- voorkomen van vroegtijdige dood en nastreven vreedzame dood
geneeskunde die niet valt onder curatieve, preventieve en palliatieve geneeskunde
- voorspellende geneeskunde
2. transformerende geneeskunde
negatieve en positieve definitie gezondheid
- negatief -> afwezigheid ziekte
- positief -> staat van compleet fysiek, mentaal & sociaal gezond zijn
verborgenheid van gezondheid -> pas als je ziek bent weet je wat gezondheid is
onderscheid illness, disease & sickness
illness -> subjectieve gevoel van ziek zijn
disease -> objectieve aandoening
sickness -> sociale aspect
biostatische theorie gezondheid
ziekte is de interne toestand die gezondheid verminderd, statistisch subnormaal functioneren (gerelateerd aan soort, leeftijd en geslacht)
holistische handelingstheorie
mens is volledig gezond als de mens niet beperkt wordt in het functioneren, dus kan leven, werken en belangrijke dingen doen (afhankelijk van doelen persoon, subjectief)
maatregelen ‘eigen schuld’ ziektes
- straffen en uitsluiten behandeling (retrospectief)
2. premies aanpassen (prospectief)
paternalisme twee soorten
- zwak paternalisme -> wil van persoon is onbekend
- sterk paternalisme -> tegen wil van persoon in
paternalisme is dat de arts denkt het beter denkt te weten dan een patiënt en dus handelt zonder toestemming of tegen toestemming in
regels handelen als hulpverlener
- informatieplicht
- toestemmingseis
- geheimhoudingsplicht
- dossierplicht & bewaarplicht
beëindiging behandelingsovereenkomst regels
- waarschuwing
- termijn
- overdracht gegevens
- noodhulp en zorg elders
gedrag ten gevolge van ziekte? bijna nooit beëindiging
doelen geheimhoudingsplicht
- patiënt kan vrij praten (individueel doel)
2. toegankelijkheid zorg waarborgen (algemeen doel)
doorbreken geheimhoudingsplicht
wettelijke plicht -> infectieziekten, kindermishandeling
noodsituaties -> acuut en dreigend gevaar voor derden dat door arts kan worden afgewend
momenten in ziektebeloop
A = moment waarop risico ontstaat B = moment van eerste detecteerbare verschijnselen C = moment van eerste waarneembare verschijnselen (klachten) D = moment waarop ziekte niet meer te beïnvloeden is, slechte afloop
soorten preventie
- primaire preventie
- secundaire preventie
- tertiaire preventie