Week 7 Flashcards

1
Q

Wat kan een schuldeiser doen wanneer de schuldenaar blijft weigeren zijn verplichting na te komen? En waar moet de schuldeiser in de regel dan over beschikken?

A

Als de schuldenaar blijft weigeren, kan de schuldeiser verhaal halen op het vermogen van de schuldenaar.

In de regel moet de schuldeiser wel beschikken over een executoriale titel die verkregen wordt door een grosse.

*Een grosse (een in executoriale vorm opgemaakte authentieke akte) kent twee vormen:

  1. Een grosse van een vonnis.
  2. Een grosse van een notariële akte.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is parate executie?

A

Parate executie is een uitzondering waarbij de schuldeiser gerechtigd is zonder executoriale titel zijn recht te verwezenlijken.

*De hoofdregel blijft dat verhaal op het vermogen van een schuldenaar wordt voorafgegaan door een vonnis waarbij de schuldenaar tot nakoming is veroordeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke twee manieren kan een schuldeiser nakoming verhalen op het vermogen van de schuldenaar, bij gebrek aan vrijwillige nakoming?

A
  1. Via executoriaal beslag op afzonderlijke goederen zijn vordering verhalen. Hij dient wel te beschikken over een executoriale titel.
  2. Een faillissement uitlokken en zodoende meedelen in de opbrengst van het vermogen van de schuldenaar. Hiervoor is geen executoriale titel voor nodig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beslag en faillissement leiden beiden tot blokkering van het beslagen goed (respectievelijk het gehele vermogen). Bij beslag en faillissement wordt de schuldenaar …, maar hij blijft …

A

Beschikkingsonbevoegd - rechthebbende.

*Ook blijft de schuldenaar handelsbekwaam en kan zich us nog steeds obligatoir binden met betrekking tot goederen waarop beslag rust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is verificatie na een faillissement?

A

Hierbij wordt onderzocht wie de schuldeiser is en voor welk bedrag en welke schuldeisers bij de verdeling eventueel voorrang genieten.

*Uitsluitend zij die een vordering hebben tot voldoening van een vorderingsrecht behoeven zich ter verificatie aan te melden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is verificatie na een faillissement?

A

Hierbij wordt onderzocht wie de schuldeiser is en voor welk bedrag en welke schuldeisers bij de verdeling eventueel voorrang genieten.

*Uitsluitend zij die een vordering hebben tot voldoening van een vorderingsrecht behoeven zich ter verificatie aan te melden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er met een beperkt gebruiksrecht op een zaak die in eigendom toebehoort aan een failliet?

A

Niets, de persoon met het beperkt gebruiksrecht raakt niet betrokken bij de verificatieprocedure, want hier geldt droite de suite (ook al verkoopt de curator het goed waar dat beperkt gebruiksrecht op rust.

*Indien A eigenaar is van goederen die zich in de boedel van de failliete B bevinden, dan kan A zijn goederen revindiceren krachtens zijn eigendomsrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er als de opbrengst van het vermogen van de schuldenaar onvoldoende is om aan alle schuldeisers te voldoen?

A

Dan wordt de opbrengst naar evenredigheid van ieders verhouding onder alle schuldeisers verdeeld (art. 3:277 BW).

*Bij beperkte rechten geldt echter de prioriteitsregel (het oudere recht gaat boven het jongere recht).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In welke gevallen wordt de gelijkwaardigheid tussen de vorderingen doorbroken?

A

Wanneer een bepaalde schuldeiser een gunstigere verhaalpositie heeft dan andere schuldeisers. In dat geval bestaat voorrang (preferentie).

*Voorrang vloeit voort uit pand-, hypotheek- en voorrecht en uit andere door de wet gegeven gronden (art. 3:278 lid 1 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorrecht, hypotheek en pand zijn …rechten.

Pand en hypotheek zijn … rechten, voorrechten niet.

A

Nevenrechten - beperkte rechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

… en … blijven in stand bij eigendomsovergang van de zaak waarop zij rusten. Een voorrecht mist … en wordt tenietgedaan.

A

Pand - hypotheek - droite de suite

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

… en … gaan boven later op hetzelfde goed gevestigde rechten. Bij voorrechten speelt de volgorde van ontstaan geen rol en wordt hun rangorde bepaald door de wet.

A

Pand - hypotheek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn voorrechten?

A

Voorrechten zijn door het wet toegekende recht aan bepaalde schuldeisers zich met voorrang uit de opbrengst van de goederen van de schuldenaar te verhalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De rangorde tussen de voorrechten als verschillende voorrechten dezelfde executieopbrengst tot voorwerp hebben én de opbrengst onvoldoende is om alle schuldeiser te voldoen:

*Pand en hypotheek gaan boven … (art. 3:279 BW)

*… … gaan boven algemene voorrechten (art. 3:280 BW)

*Speciale voorrechten op hetzelfde goed hebben onderling … … (art. 3:281 lid 1 BW)

*Algemene voorrechten uitgeoefend in … … … … (art. 3:281 lid 2 BW)

A

Voorrecht

Speciale voorrechten

Gelijke rang

De volgorde waarin de wet hem plaatst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is retentierecht?

A

Retentierecht is de bevoegdheid die bij in de wet aangegeven gevallen aan een schuldeiser toekomt, om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan zijn schuldenaar op te schorten totdat de vordering wordt voldaan (art. 3:290-295 BW).

*Het retentierecht is een sterk middel om tot betaling aan te zetten.
*Retentierecht is geen beperkt recht, maar heeft wel droite de suite.
*Retentierecht gaat niet teniet door het faillissement van de schuldenaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Tegen wie kan een regentor het retentierecht inroepen (4)?

A
  1. Zijn wederpartij
  2. De schuldeisers van zijn wederpartij
  3. Derden met een later verkregen recht op de zaak
  4. Derden met een ouder recht als:
    -De wederpartij bevoegd was de overeenkomst aan te gaan.
    -De retentor dacht dat de wederpartij bevoegd was.
16
Q

Welke drie dingen bereikt een schuldenaar door pand of hypotheek te vestigen?

A
  1. Hij krijgt een zeer hoge voorrang bij verhaal.
  2. Hij mag zich verhalen zonder over een executoriale titel te beschikken (= parate executie).
  3. Bij faillissement van zijn schuldenaar mag hij zelfstandig zijn verhaalsrecht uitoefenen (=seperatisme).
17
Q

Wat is het verschil tussen vuistpand en stil pandrecht?

A

-Bij vuistpand wordt de zaak ondergebracht in de macht van de pandhouder.

-Bij stil pandrecht komt de zaak niet in handen van een derde.

*Vuistpand en stil pandrecht bestaan bij roerende zaken.

*Bij vuistpand (openbaar pandrecht) heeft de pandhouder meer zekerheid omdat hij de zaak al in zijn bezit heeft en direct kan vorderen wanneer de schuldenaar bijvoorbeeld failliet gaat.

18
Q

Welke twee vestigingswijzen met betrekking tot pandrecht zien we bij pandrecht op een vordering op naam?

A
  1. Openbare verpanding: vestiging door middel van een authentieke of onderhandse akte + een mededeling aan de schuldenaar.
  2. Stille verpanding: vestiging door middel van een authentieke of geregistreerde onderhandse akte zonder mededeling aan de schuldenaar.

*Het voordeel van een stille verpanding is dat zijn debiteuren niet weten dat hij (de pandGEVER) geld heeft moeten lenen.
*Het nadeel voor de pandHOUDER is dat zijn positie zwakker is dan in het geval van een openbare verpanding.