Week 6 - Meaningful stories Flashcards

Begrippen en beschrijvingen

1
Q

Selfdetermination theory (SDT)

A

Theorie die stelt dat mensen voldoening vinden door het vervullen van zowel lagere orde (hedonische) als hogere orde (eudaimonische) behoeften.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Components of wisdom (Meeks & Jeste)

A

Beschrijven wijsheid als bestaande uit meerdere componenten:
1. Prosocial attitudes & behavior
2. Social decision making/pragmatic knowledge of life
3. Emotional homeostasis
4. Reflection/self-understanding
5. Value relativism/tolerance
6. Acknowledgement of and dealing effectively with uncertainty

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Prosocial attitudes & behavior (component of wisdom)

A

Empathie, zorgen voor anderen en sociale betrokkenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Theory of mind (Kidd & Castano)

A

Het vermogen om de mentale toestanden (zoals gedachten, gevoelens, intenties) van anderen te begrijpen en te voorspellen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Empathy

A

Het vermogen om de emoties van anderen te voelen en hierop emotioneel te reageren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Social decision making/pragmatic knowledge of life (component of wisdom)

A

Verhalen leren ons dingen over de wereld. Praktische kennis en vaardigheden in sociale contexten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Simulation theory (Oatley)

A

Stelt dat mensen door verhalen te lezen een mentale simulatie uitvoeren van de situaties en emoties van de personages, waardoor ze hun eigen sociale vaardigheden en empathie kunnen verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Emotional homeostasis (component of wisdom)

A

Emotionele stabiliteit en zelfregulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Reflection/self-understanding (component of wisdom)

A

zelfreflectie en zelfinzicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Value relativism/tolerance (component of wisdom)

A

Tolerantie en een waardering voor verschillende waarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Acknowledgement of and dealing effectively with uncertainty (component of wisdom)

A

Het effectief omgaan met onzekerheid en ambiguïteit (de mogelijkheid tot meerdere betekenissen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cognitive closure (Kruglanski)

A

Niet goed tegen ambiguïteit kunnen en liever duidelijke afbakende en vooral snelle antwoorden hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Moral development (Kohlberg)

A

Beschrijft hoe mensen hun morele redenering ontwikkelen door verschillende stadia, elk gekenmerkt door een hoger niveau van moreel redeneren en complexiteit:
- Preconventioneel (stage 1 en 2)
- Conventioneel (stage 3 en 4)
- Postconventioneel (stage 5 en 6)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Preconventioneel niveau (Moral development)

A

Fase waarin beslissingen worden genomen op basis van directe persoonlijke voordelen en het vermijden van straf (stage 1: vermijden straf en stage 2: eigenbelang)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Conventioneel niveau (moral development)

A

Fase waarin beslissingen worden genomen op basis van sociale normen, regels en de wens om goedkeuring van anderen te krijgen. (Stage 3: goedkeuring van anderen en stage 4: gericht op naleving sociale regels)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Postconventioneel niveau (moral development)

A

fase waarin beslissingen worden genomen op basis van abstracte principes en waarden, zoals rechtvaardigheid, mensenrechten en universele ethische normen. (Stage 5: Maatschappelijke afspraken en rechten en stage 6: universele ethische principes)

17
Q

Problem with conceptualization (van moral development)

A
  • Verschil in gender
  • Culturele bias (eurocentrisch)
  • Stages en hierarchy: morele beslissingen zijn vaak intuïtief ipv rationeel
18
Q

Eudaimonic

A

Het streven naar een dieper, meer duurzaam gevoel van welzijn.

19
Q

Hedonic

A

Het streven naar genot en het vermijden van pijn.