Week 2 - Entertaining stories Flashcards

Begrippen en beschrijvingen

1
Q

Story World Absorption Scale (SWAS)

A

meetinstrument ontworpen om de subjectieve ervaring van absorptie in de verhaalwereld van een narratieve tekst tijdens het lezen te meten. De SWAS bestaat uit vier dimensies:
1. Aandacht
2. Emotionele betrokkenheid
3. Mentale verbeelding
4. Transportatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mood management (selective exposure theory)

A

Het idee dat mensen media gebruiken om hun emoties te reguleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Excitation transfer Theory (Zillmann)

A

Stelt dat de opgebouwde opwinding of spanning tijdens een verhaal wordt overgedragen naar de positieve gevoelens aan het einde van het verhaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Affective-disposition theory (Zillmann)

A

Deze theorie suggereert dat onze emoties ten opzichte van personages in een verhaal bepalen hoe we de gebeurtenissen in het verhaal beoordelen. We willen dat goede personages goede eindes krijgen en slechte personages slechte eindes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Structure-affect (Brewer)

A

Verwijst naar de theorie dat de structuur van een verhaal specifieke emoties bij de ontvanger kan oproepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Transportation (Green)

A

Het gevoel dat je getransporteerd wordt naar de wereld van het verhaal. Het betekent dat je zo betrokken raakt bij het verhaal dat je je fysieke omgeving vergeet en volledig opgaat in de fictieve wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Story comprehension

A

Het proces en het vermogen van lezers om een verhaal te begrijpen, inclusief de betekenis, de samenhang, de volgorde van gebeurtenissen en de relaties tussen de personages en gebeurtenissen binnen het verhaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Social perception

A

Het jezelf verplaatsen on de schoenen van een karakter kan jouw sociale begrip veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Negativity effect (Dijksterhuis & Aarts)

A

De neiging van mensen om negatieve stimuli sneller en intenser waar te nemen dan positieve stimuli. Het heeft een evolutionaire basis omdat aandacht voor gevaar ons helpt om te overleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Law of hedonic asymmetry (Frijda)

A

Volgens deze wet duren negatieve emoties langer dan positieve emoties. Dit verklaart waarom negatieve gebeurtenissen en spanningen in verhalen vaak meer impact hebben op het publiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Catharsis

A

Het idee dat het ervaren van negatieve emoties door middel van verhalen (zoals angst in een horrorfilm) een reinigende werking heeft en leidt tot een gevoel van opluchting en verlichting. Er is weinig bewijs voor catharsis als effectief mechanisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Downward comparison (Mares & Cantor)

A

Dat mensen zich beter voelen over hun eigen situatie door zichzelf te vergelijken met anderen die het slechter hebben. In verhalen kan dit betekenen dat kijkers hun eigen problemen relativeren door te zien hoe slecht de personages het hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly