Week 6 - Legitimiteit en geweldsmonopolie Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tussen macht en gezag?

A

Bij macht wordt de wil doorgezet, desnoods met geweld.

Bij gezag wordt de wil door anderen vrijwillig geaccepteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke gezagsgronden zijn er?

A
  1. Charismatisch
  2. Traditioneel
  3. Legaal
  4. Functioneel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar gaat legitimiteit over?

A

Dit gaat over de erkenning en rechtvaardiging van gezag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen gezag en legitimiteit?

A

Bij gezag gaat het echt om het functioneren, dus om het goede optreden
Bij legitimiteit gaat het meer om het feit of de politie mag optreden, dus is het gerechtvaardigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 3 vormen van legitimiteit zijn er?

A
  1. Normatieve legitimiteit; gezag toegekend op basis van objectieve criteria; wettelijke regelingen, jurisprudentie
  2. Empirische legitimiteit; gezag toegekend op basis van subjectieve criteria; burgers spelen belangrijke rol
  3. Power holder legitimacy; meer perspectief vanuit de agent
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom hecht de NP waarde aan legitimiteit?

A
  1. Gehoorzamen; burgers luisteren eerder naar de wet en politie
  2. Samenwerken; burgers zijn dan sneller bereid om samen te werken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 2 vormen van motivatie zijn er om je aan de wet te houden?

A
  1. Externe motivatie; gaat meer om de afschrikking en niet om legitimiteit
  2. Interne motivatie; het is van belang dat burgers dit ook hebben en gaat dus om vrijwillig gehoorzamen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke 2 manieren kunnen we de legitimiteit vergroten?

A
  1. Door effectief op te treden

2. Door procedurele rechtvaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is procedurele rechtvaardigheid?

A

Het kan opgedeeld worden in 2 componenten:

  1. Kwaliteit van beslissingsproces (neutraliteit, inspraak, vertrouwen)
  2. Kwaliteit van persoonlijke behandeling (respect, vertrouwen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vertrouwen wordt gezien als belangrijke indicator in onderzoek naar legitimiteit. Welke 3 dimensies van vertrouwen zijn er?

A
  1. Effectiviteit
  2. Responsiviteit
  3. Betrokkenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke niet-politie specifieke verklaringen zijn er voor vertrouwen?

A
  1. High trust society; vertrouwen van burger is een geschenk
  2. Functie vs. functioneren; meer om functie dat bepaalde betekenis voor ons heeft en niet om daadwerkelijke optreden
  3. Angst door aanslagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke politie specifieke verklaringen zijn er voor vertrouwen?

A
  1. Contact matters; contact met burger belangrijk
  2. Context van de buurt
  3. Fysieke wanorde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aan welke 2 componenten moet voldaan worden voor gebruik van geweld?

A
  1. Proportionaliteit

2. Subsidiariteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Via wat kan het gebruikte geweld getoetst worden?

A
  1. Tuchtrecht
  2. Klachtrecht (intern/extern)
  3. Strafrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly