Week 1 - Politie in Nederland Flashcards

1
Q

Welke twee paradigma’s bestaan er binnen de rechtshandhaving?

A
  1. Straffen; als een regel wordt overtreden dan moet er een straf worden opgelegd
  2. Doen naleven; mensen moeten zich bewust worden van de wetten. Dit kijkt dus veel meer naar preventie en is breder dan straffenparadigma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beschrijf de geschiedenis van de politie

A

Eerst het duale stelsel (territoriale splitsing). Vervolgens het regionale stelsel (functionele splitsing). Tegenwoordig het Nationale stelsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe verliep de geschiedenis van de politie?

A

Het ging van lokaal naar decentraal, tenzij naar centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de twee belangrijkste veranderingen binnen de NP?

A
  1. Indeling van de organisatie
  2. Bestuurlijk: verdeling van verantwoordelijkheden. Op regionaal niveau bestaat er geen zelfstandig onderdeel met een eigen rechtspersoonlijkheid meer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom werd de NP ingevoerd?

A

Er waren problemen met het regionale stelsel, namelijk:
- De aansturing van de landelijke prioriteiten ging moeizaam
- Er waren grote kwaliteitsverschillen
- Er was te weinig samenwerking
Het ging van een verzorgingsparadigma naar een normatief-repressief paradigma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het gezag?

A

Dit is de macht om te beslissen over de inzet en optreden van de politie en te bepalen welke prestaties er geleverd moeten worden om daarop te sturen.

  • Taakuitvoering/inzet
  • Hierbij hoort ook verantwoordelijkheid afleggen
  • Hoe zetten we de politieagenten in?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het beheer?

A

Dit is de zeggenschap over de organisatie en instandhouding van politieapparaat, en bevoegdheid tot treffen van maatregelen zodat politie doeltreffend functioneert.

  • Het scheppen van randvoorwaarden waarbinnen gezag politie kan inzetten
  • Organisatie/ bedrijfsvoering
  • Welke middelen? Hoe verdelen we het?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom volgt het beheer het gezag?

A

Het beheer bepaalt wat de politie kan en het gezag bepaalt wat de politie doet. Het beheer schept de randvoorwaarden waarbinnen verschillende gezagen hun taken kunnen uitvoeren. Het gezag gaat dus veel meer over hoe die middelen worden ingezet en daar heeft het beheer geen inspraak in. Hier moeten wel kanttekeningen bijgezet worden, want beheer bepaalt de verdeling (soort van gezag).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij wie ligt het gezag?

A

Het gezag ligt bij de burgemeester als het optreden van de politie handhaving van openbare orde is of hulpverlenen.
Het gezag ligt bij de OvJ als het optreden van de politie de strafrechtelijke handhaving is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is er sprake van een ongedeelde politie?

A

De politie in Nederland moet alle taken uitvoeren. Een politieagent moet bij beide ‘bazen’ verantwoordelijkheid afleggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is de sturing van de politie complex?

A

Beide ‘bazen’ stellen tegengestelde eisen aan de organisatie. Er is dus spanning tussen centraal en decentraal (andere prioriteiten op lokaal niveau dan nationaal) en tussen justitiële en bestuurlijke politie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Uit wie bestaat het lokale driehoeksoverleg?

A

Politiechef, burgemeester en OvJ. Het doel hiervan is het afstemmen van taakuitvoering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij wie ligt het beheer?

A

Het is gecentraliseerd bij de korpschef en legt verantwoording af aan minister van JenV. Het doel hiervan is een minder bestuurlijke drukte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het gezagsdualisme en waarom functioneert het asymmetrisch?

A

Dit houdt in dat de politie 2 bazen heeft en 2 prioriteiten.
Het gezag van burgemeester is gebaseerd op een open bevoegdheid en gezag van OvJ is vastgelegd in complex systeem. Daarbij hebben ze beiden geen directe gezagspositie t.o.v. politie, maar OvJ heeft hier voorsprong op. Het driehoeksoverleg moet dan ook voorkomen dat burgemeester niks kan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie van de regioburgemeester?

A

Dit is de schakel tussen landelijk & lokaal en gezag & beheer. De regioburgemeester heeft inspraak op beheer door naar boven te communiceren wat burgemeesters belangrijk vinden, maar ze nemen geen beslissingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Uit wie bestaat de regionale driehoek

A

Politiechef (regiochef), regioburgemeester en HOvJ. Hier is geen controle op.

17
Q

Uit wie bestaat het landelijk overleg?

A

Dit is de landelijke schakel tussen beheer en gezag

  • Regioburgemeesters
  • 2 extra burgemeester uit kleinere gemeenten
  • Voorzitter van college van procureurs-generaal
  • Minister JenV
  • Korpschef (mag niks zeggen)
18
Q

Op dit moment is de balans tussen lokale ruimte en centraal beheer niet aanwezig. Wat zijn mogelijke oplossingen?

A
  • Maatwerk waar nodig, standaardisatie waar kan
  • Eerder toesturen van stukken aan regioburgemeesters dan wordt er meer gekeken naar goedkeuring vooraf
  • Meer budgetruimte voor politiechefs
19
Q

Wat is het democratisch gat?

A

Op lokaal niveau wordt er gecontroleerd door gemeenteraad, op regionaal niveau is er eigenlijk geen controle dus democratisch gat. Op landelijk niveau wordt er gecontroleerd door het parlement

20
Q

Hoe wordt de politie nou aangestuurd?

A

Dit gebeurt op 3 niveaus:

  1. Gemeentelijke doelstellingen. In het integraal veiligheidsplan van de gemeente staan de prioriteiten van de gemeente en dit is vastgesteld door de gemeenteraad.
  2. Regionale doelstellingen. Dit wordt gedaan in regionaal beleidsplan die wordt opgesteld door regioburgmeesters en HOvJ. Dit wordt vastgesteld door de burgemeesters. Inhoudelijk gezien moet het bijdragen aan de landelijke doelstellingen en verder is hij vrij in te vullen.
  3. Landelijke doelstellingen. Dit wordt vastgesteld door minister JenV. Hierin staan de prioriteiten in de taakuitvoering van de politie en doelstellingen per eenheid kunnen verschillen, maar het zijn wel nationale doelstellingen.
21
Q

Waarom is het belangrijk dat er op nationaal niveau doelstellingen worden gecreërd?

A

Een probleem tijdens het regionale stelsel was een slechte samenwerking tussen de eenheden om de grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden. Daarom zijn nationale doelstellingen zo belangrijk

22
Q

Waarom kunnen we eerder spreken van beheer volgt beleid?

A
  1. De gezagsuitoefening vindt plaats binnen een kader dat grenzen stelt en richting geeft; er worden beleidsmatige doelstellingen en prioriteiten opgesteld.
  2. Er is sprake van een zekere uitholling van het terrein waarop het gezag over de politie aan de orde is. Er worden steeds meer taken uitbesteed aan andere organisaties; boa’s. Ook de wetgever heeft dit gestimuleerd
23
Q

Wat houdt de beleidsmatige sturing van de politie in?

A

Dit is het bepalen welke taken prioriteit hebben en welke doelstellingen die taken beogen

24
Q

Waarom kan het beleid als dualistisch worden getypeerd?

A

Het wordt op landelijk en regionaal niveau vastgesteld

25
Q

Wat is de beleidscyclus?

A

Het wettelijk systeem waarbinnen vaststelling, afstemming en verantwoording van het beleid plaatsvinden

26
Q

Wat wordt er met een integraal veiligheidsplan bedoeld?

A

Hiermee wordt het systematisch en samenhangend werken aan behoud of verbetering van de lokale veiligheid in al haar facetten onder de regie van het bestuurd bedoeld