week 6 Flashcards
1
Q
uitleggen wat het begrip ‘vervolging’ inhoudt en wanneer hiervan sprake is;
A
2
Q
uitleggen wat het opportuniteitsbeginsel inhoudt
A
3
Q
de verschillende vervolgingsbeslissingen en afdoeningsmodaliteiten herkennen en
benoemen;
A
4
Q
beoordelen aan welke vereisten een dagvaarding moet voldoen;
A
5
Q
een tenlastelegging formuleren op basis van een casus.
A