week 5 Flashcards

1
Q

welke soorten rechterlijke colleges zijn er?

A

rechtbanken, gerechtshoven en de hoge raad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe heet het rechtsgebied van de rechtbank? en hoe beland je daar in het strafvorderingsproces?

A

arrondissement. rechtbanken behandelen alle zaken in eerste aanleg (voor de eerste keer naar rechter) er bestaan in totaal elf rechtbanken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe heet het rechtsgebied van gerechtshoven?en hoe beland je daar in het strafproces?

A

ressort. deze omvatten een aantal arronissementen. er zijn vier gerechtshoven. deze behandelen alle zaken in hoger beroep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de hoogste rechterlijke instantie in strafzaken?

A

de hoge raad, gevestigd in den haag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke typen alleensprekende rechters zijn er en wat voor zaken behandelen zij?

A

kantonrechter oordeelt over meeste overtredingen
politierechter oordeelt over eenvoudige misdrijven
kinderrechter in zaken met minderjarigen

OvJ besluit aan welke kamer hij de zaak zal voorleggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke functies zijn er in gerechtshoven en hoe heten die?

A

rechters = raadsheren
rechters die slechts deelnemen aan onderzoek voorafgaand zitting. = rechter-commisaris/raadsheer-commisaris. zij geven bvb machtinging doorzoeking woning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe heten de mensen die werken bij de hoge raad?

A

raadsheren en advocaat generaal (adviseren en geven visie op zaken die worden voorgelegd) deze adviezen heten conclusies
hoofd van advocaten generaal heet procedeur-generaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat doet het OM?

A

neemt de beslissing om een zaak aan de rechter voor te leggen. daarvoor moeten zij voldoende belastend materiaal verzamelen.
hoewel het voornamelijk de taak van de politie is, zijn ook leden van het OM aangewezen als opsporingsambtenaar. het OM heeft tevens de verantwoordelijkheid over het opsporingsonderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe heet het OM bureau dat bij een specifiek arrondissement hoort

A

het parket.
voor internationaal georganiseerde criminaliteit bestaat het landelijk parket.
het functioneel parket gaat over millieu delicten, economische delicten en fraude.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke functionarissen werken bij het parket?

A

officieren van justitie onder leiding van hoofdofficier van justitie.
bij het ressortsparket worden zij advocaten-generaal genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wie heeft de leiding van het gehele OM

A

het college van prodeceurs-generaal. zij kunnen aangeven welke strafbare feiten met prioriteit moeten worden aangepakt.
de minister van justitie en veiligheid is politiek verantwoordelijk voor het hele OM.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat doet de hulpofficier van justitie?

A

Een aantal bevoegdheden van de OvJ overnemen ter ondersteuning. vb. verschijnen om opgepakte verdachte te overhoren. Het in verzekering stellen van verdachte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat houdt de onschuldpresumtie in?

A

iedere vermoedelijke dader wordt voor onschuldig gehouden totdat het tegendeel bewezen is in een strafrechtelijke procedure.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wanneer wordt iemand als verdachte beschouwd volgens art. 27 Sv

A

voor de vervolging, degene uit wie redelijke vermoeden van schuld aan strafbaar feit voortvloeit. (materieel)
na vervolging is het de persoon tegen wie die vervolging is gericht. (formeel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het verloop van een strafzaak, de relevante procesdeelnemers, de verschillende procesfasen en proceshandelingen benoemen;

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

het materiele en formele verdachtebegrip onderscheiden;

A
17
Q

het materiele verdachtebegrip, op basis van theorie en voorgeschreven jurisprudentie,
toepassen op en casus;

welke theorie en jurisprudentie hoort er bij het materiele verdachtebegrip?

A
18
Q

de rechtmatigheid van de inzet van de behandelde opsporingsbevoegdheden en steunbevoegdheden beoordelen aan de hand van een casus. (leerdoel)

A