week 6 Flashcards
wat is immunologische tolerantie?
voorkomt reactiviteit tegen autoantigenen wat ervoor zorgt dat lymfocyten niet reageren op autoantigenen waartegen potentieel een reactie plaats kan vinden
voor welke twee mechanismen is de immunologische tolerantie antigeen-specifiek?
- centrale tolerantie inductie
- perifere tolerantie inductie
hoe werkt de centrale tolerantie inductie?
verwijderen autoreactieve B- en T-cellen door middel van apoptose
bij thymus in 2 stappen: positieve en negatieve selectie
hoe werkt de perifere tolerantie inductie?
binding van (auto)antigeen aan de antigeenreceptor in afwezigheid van costimulatoire signalen –> anergie
of suppressie door regulatoire T-cellen
op welke manieren zorgen regulatoire T cellen voor suppressie?
expressie IL-2 receptor waarbij ze IL-2 wegpakken van normale T-cel.
CTLA-4 op membraan, waardoor het beter bindt aan APC dan normale T-cel
IL-10 en TGF-beta remmen groeifactoren, en cel produceert cytotoxisch granzyme.
door welke verschillende mechanismen is doorbraak van de tolerantie mogelijk?
- polyklonale activatie B-cellen (EBV)
- activatie superantigenen
- moleculaire mimicry –> kruisreactie tussen antigeen micro-organisme en gelijkend auto-antigeen
- bystander activatie –> mede activatie autoreactieve lymfocyten tijdens infectie
- vrijkomen afgeschermde autoantigenen
- neoantigenen –> immuunstimulerende posttranslationele modificatie of haptenisatie (defect Treg)
hoe is guillian barre te omschrijven?
een postinfectieuze auto-immuun polyneuropathie, waarbij er een snel progressieve verlamming van de armen en benen kan ontstaan.
structuren pathogeen lijken op structuren in celmembraan zenuwcellen
hoe is het IPEX syndroom te omschrijven?
kinderen met genetisch defect in FOXP3 gen –> defect aanmaak Treg, waardoor orgaan specifieke en systemische auto-immuunziekte kan ontstaan.
Treg niet defect in aantal, wel in functie
wat zijn modulerende factoren bij de ontwikkeling van auto-immuunziekten?
- genen (vnl. HLA genen)
- hormonen (hogere incidentie bij vrouwen)
- omgevingsfactoren: infecties, voeding, geneesmiddelen, zonlicht, trauma, stress
voornamelijk multifactorieel
wat is de definitie van auto-immuunziekte?
de abnormale immunologische reactie op lichaamseigen structuren, waardoor er een verstoring is van de homeostase, weefselbeschadiging, functieverlies en ziekte
wat zijn de postulaten van Witebsky?
lijndraad voor auto-immuunziekten:
- aanwezigheid cellulaire autoreactiviteit/autoantilichamen
- moet overgebracht kunnen worden naar gezond individu
- corresponderende autoantigenen moeten gedefinieerd zijn
- een vergelijkbare auto-immuunrespons moet kunnen worden opgewekt in een proefdier
- het immuniseren met het autoantigeen van een proefdier moet een vergelijkbare ziekte geven
welke verschillende typen autoantistoffen onderscheiden we?
natuurlijk
bij auto-immuunziekten:
- direct pathogeen
- secundair aan weefselbeschadiging door T-lymfocyten
wat voor screening doen we om systemische auto-immuunziekten te diagnosticeren?
meting autonucleaire antistoffen met indirecte immunofluorescentie
wat zijn de kenmerken van IgA nefropathie?
defect in afbraak IgA, waardoor er IgG antistoffen gemaakt worden tegen IgA, wat neerslaat in de nier
hierdoor erytrocyturie met proliferatie van mesangiumcellen.
kan zich ook neerslaan als vasculitis in de huid (voordeel: makkelijker biopt dan nierbiopt)
wat zien we bij de nierbiopt van een patient met IgA nefropathie?
een beetje hypercellulariteit, maar voornamelijk immunofluorescentie
wat is een biologic?
een therapeutisch product dat door genetische manipulatie gemaakt wordt door levende cellen
wat zijn voorbeelden van biologics?
- recombinant eiwitten
- monoklonale antistoffen
- fusie eiwitten
- vaccinaties
hoe worden monoklonale antistoffen gemaakt?
levende cel –> DNA in cel gestopt, samen met groeifactoren –> gemengd –> medicijn gezuiverd
gebeurt in vaten die de cellen laten groeien tot stationair niveau
waarom is downstream van producten belangrijk bij het maken van monoklonale antistoffen?
om het ontstaan van aspecifieke reacties om het eiwit heen te voorkomen
wat zijn biopharmaceuticals?
een heterogene mix van stoffen met een niet-constante versuikering
wat is het effect van de niet-constante versuikering van de biopharmaceuticals?
mindere voorspelbaarheid en grotere variabiliteit. dit kan leiden tot biosimilars
wat voor verschillende monoklonale antistoffen onderscheiden we?
- uit muizen
- chimeer
- gehumanizeerd
- volledig humaan
wat is het voordeel van een volledig humane monoklonale antistof?
er worden veel minder antistoffen opgebouwd tegen het medicament
wat is het nefrotisch syndroom?
symptomencomplex waarbij er veel eiwit in de urine lekt