Week 5 adolescentie Flashcards

1
Q

Wat houd het Individuatieproces in?

A

jongeren gaan steeds meer los van hun ouders functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurd er in de Tweede koppigheidsfase

A

de autonomie gaat een beslissende fase in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurd er in de lichamelijke ontwikkeling van de adolescent?

A
  • Pubertaire groeispurt;
    Periode van zeer snelle groei in lengte en gewicht tijdens adolescentie (jongens 10,5 per jaar meisjes 9cm per jaar)

Pubertijd De periode van rijping waarin de geslachtsorganen zich volledig ontwikkelen

* Geslachtsklieren worden volgroeid
* Primaire gteslachtskenmerken: Kenmerken die worden geassocieerd met de ontwikkeling van de orgaenen en structuren van het lichaam die rechtstreeks betrekking hebben op de voortplanting. 
* Secundaire geslachtskenmerken: Zichtbare tekenen van seksuele rijping di niet direct betrekking hebben op de geslachtsorganen
* Verdeling van vet en spierweefsel veranderd
* Fysiologische verandering
* De prefrontale cortex is rond je 23e volgroeid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houd Menarche in?

A

Het tijdstip waarop de eerste menstruatie optreed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kun je zeggen over vroegrijpe meisjes?

A

Lopen meer risico om meer antisociaal verdrag te ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat kun je zeggen over vroegrijpe jongens?

A

Blijken bij hun leeftijdsgenoten populairder te zijn dan andere jongens, ze zijn doorgaans meer zelfbewust, grotere kans om betrokken te raken bij criminele activiteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kun je zeggen over later rijper jongens

A

Minder aantrekkelijk gevonden, nadeel bij sportactiviteiten. Voordeel meer assertiviteit en meer inzicht in zichzelf en anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kun je zeggen over later rijper meisjes?

A

Worden tijdens de eerste jaren van het voortgezet onderwijs over het hoofd gezien. Lage sociale status.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is Prefrontale cortex?

A

een hersengebied dat betrokken is bij vele vaardigheden als hogere cognitie, doelen, beslissingen nemen, plannen maken, geheugen en het uitvoeren van motorische volgordes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houd Zwart wit denken in?

A

overal een logische oplossing voor denken te kunnen vinden. Overtuigd van hun gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houd Identitetiverwaaring (identity diffusion) in?

A

wordt gekenmerkt door verwarring of geen duidelijk doel hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houd egocentrisme in?

A

Het onvermogen om zich te verplaatsen in anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houd Imaginair publiek in?

A

fictieve toeschouwers die net zo veel aandacht aan het gedrag van de adolescent besteden als hijzelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houd moreel relativisme in?

A

Ontwikkeld vanaf 20 jaar ongeveer, meer nuanceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houd Moratorium in?

A

adolescent experimenteert met verschillende sociale rollen en activiteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houd Identity foreclosure in?

A

Adolesecent maakt te snel belangrijke keuzes, vaak onder druk en baseert deze meestal op wat de ouders willen

14
Q

Gevormde identiteit(identity achievement

A

de adolescent heeft een crisis ondergaan en heeft eigen politieke en ideologische ideeen ontwikkeld

15
Q

Wat kun je zeggen over relaties van een adolecent?

A
  • Op het relationele en seksuele vlak wordt geexperimenteerd
    • Trend is seriele monogamie
    • Nederland heeft een zeer laag percentage tienerzwangerschappen en een laag abortuscijfer
    • Homoseksuaiteit werd tot 1973 als een psychiatrische stoornis gezien.
16
Q

Omgang met leeftijdsgenootjes heef 3 functies. Welke zijn dat?

A
  • Oefenen met symmetrische rollen die bij volwassenheid horen; referentiegroep
    • Het bieden van steun en solidariteit
    • Het onttrekken aan de controle van volwassenen
17
Q

Wat is de oorzaken van meer burn-out klachten

A

Combinatie van de eisen die de maatschappij en het werk stelt en de persoonlijkheid van de werknemer. Ook zijn jongvolwassene te ambitieus.