Grondslagen 1 Flashcards

1
Q

Wat houd ontwikkelingspsychologie in?

A

Wetenschap die het groei- en leerproces vanaf de geboorte via de babyjaren, peuterjaren, kleuterjaren, schoolperiode, adolescentie, volwassenheid tot in de ouderdom beschrijft en verklaart.
Ontwikkelings psychologie richt zich op de menselijke ontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de levensfase van een mens?

A
  • Babytijd
    • Peuter- en kleutertijd
    • De basisschooltijd
    • De adolescentie
    • Volwassenheid
    • ouderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houd fysieke ontwikkeling in?

A

Ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van het lichaam, zoals de hersenen, het zenuwstelstel, de spieren, de zintuigen en de behoefte aan eten, drinken en slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houd cognitieve ontwikkeling in?

A

Ontwikkeling die betrekking heeft op intellectuele vermogens, zoals denken, taal ontwikkeling, leren, geheugen en probleem oplossing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houd de sociale en persoonlijkheidsontwikkeling in?

A

De sociale relaties en interacties met anderen en naar het omgaan met emoties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houd de persoonlijke ontwikkeling in?

A

Ontwikkeling van duurzame gedragingen en karakter eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden.
Voorbeeld vraagstuk: heeft een kleuter een besef van goed of fout
Wanneer wordt een kind zich bewust van zij sekse
Wat zijn oorzaken van zelfmoord bij adolescenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houd nurture in?

A

Omgevingsinvloeden die ons gedrag bepalen. (iets waar je invloed op hebt).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houd Nature in?

A

Context van eigenschappen, vermogens en capaciteit die mensen van hun ouders ervern. (iets waar je geen invloed op hebt.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houd ‘‘het id’’ in volgens Sigmond freud?

A

Het primitieve, ongeorganiseerd, aangeboren deel van de persoonlijkheid dat opereert vanuit het genotsprincipe. Met als doel met zo weinig mogelijk inspanning
Psychische structuur van baby bestaat volledig uit het id
Gericht op bevrediging van behoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houd het psychodynamisch perspectief in?

A

Benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat dat gedrag gemotiveerd wordt door innerlijke krachten, herinneringen en conflicten, waarvan een persoon zich nauwelijks bewust is en waarover hij weinig controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Fixatie

A

Je blijft hangen in een fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houd ‘‘Het superego’’ in volgens Sigmond freud?

A

Het apsect van de persoonlijkheid dat iemands geweten vertegenwoordigt en het onderscheid maakt tussen goed en kwaad.
Ontstaat rond het vierde en vijfde levensjaar
Bevat waarden en normen: het geweten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houd ‘‘Het ego’’ in volgens Sigmond freud?

A

Het rationele en redelijke deel van de persoonlijkheid, dat opereert vanuit het realiteitsprincipe
Ontstaat in het eerste levensjaar en functioneert rationeel
Realiteitsprincipe; probeert de eisen van het id en de realiteit op elkaar af te stemmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Regressie

A

Je valt terug in je fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Behavioristisch perspectief:

A

Benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat dat je moet kijken naar waarneembaar gedrag en externe stimuli in de omgeving om de ontwikkeling van het individu te begrijpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Reflex

A

een automatische relactie op een prikkel

11
Q

Wat houd klassieke conditionering in?

A

Een vorm van leren waarbij een organisme op een bepaalde manier leert reageren op een neutrale stimulus die dat type respons normaal gesproeken niet uitlokt

12
Q

operant conditioneren

A

Gedrag dat leid tot prettige gevolgen wordt herhaald, gedrag dat leidt tot onprettige gevolgen blijft voortaan achterwege.

13
Q

Wat houd Het cognitief perspectief in?

A

Benadering binnen de psychologie die zich richt op de processen die mensen in staat stellen de wereld te leren kennen, begrijpen en overdenken.

14
Q

Wat houd Assimilatie in?

A

Het proces waarbij mensen een nieuwe ervaring interpreteren aan de hand van hun huidige cognitieve ontwikkelingsstadium en denkwijze.

15
Q

Wat houd Accommodatie in?

A

Het proces waarbij bestaande manieren van denken of doen veranderen in reactie op nieuwe stimuli of gebeurtenissen.

16
Q

Wat kun je zeggen over Sensomotorisch stadum, 0-2

A

Ontwikkelingen van zintuigen, motoriek, geheugen en objectpermanentie( idee dat mensen en objecten bestaan, ook al zijn ze niet zichtbaar. Weinig tot geen vermogen om dingen symbolisch weer te geven.

17
Q

Wat kun je zeggen over Preoperationeel stadium 2-7?

A

Ontwikkeling van taal, fijne motoriek en symbolisch denken, egocentrisch denken. De wereld alleen vanuit zichzelf bekijken

18
Q

Wat kun je zeggen over Concreet-operationeel stadum 7-12 ?

A

Ontwikkeling van conservatie begrip (idee dat kwantiteit niet gerelateerd is aan fysieke verschijnen, dus dat een bol klei evenveel klei kan bevatten als een pannenkoek van klei, reversibiliteit (begrijpen van het principe dat je een proces in gedachten kunt omdraaien) en logica (relatie begrijpen tussen tijd, afstand en snelheid)

19
Q

Wat kun je zeggen over Formeel operationeel stadum vanaf 12
?

A

logisch redeneren (verbanden zien en begrijpen) en abstact denken. (Het denken komt los van het concrete)

20
Q

Wat kun je zeggen over Het systemisch perspectief?

A

Kijkt naar de relatie tussen individuen en hun fysieke, cognitieve, persoonlijkheids- en sociale wereld

21
Q

De socioculturele theorie van Vygotsky

A

Benadering binnen de psychologie die het verloop van cognitieve ontwikkeling ziet als het resultaat van sociale interacties tussen de leden van een cultuur.