Week 5 Flashcards

1
Q

Whiplash; bepalend voor de wijze van omgang is:

A

Attributie
Locus of control
Sociale omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Whiplash; prognostische factoren: aan chronische pijn gerelateerd

A

De wijze van omgaan met klachten

Psychosociale factoren passend bij coping, angst, problemen op werk en slaapstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Whiplash; prognostische factoren: aan whiplash gerelateerd

A

Afgenomen beweeglijkheid
Eerder hoofdtrauma
Vrouwelijk geslacht
Hogere leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Whiplash; meetinstrumenten

A

Vas score
NDI (Neck disability index)
Dagschema; in kaart brengen van activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Whiplash; fasering van het therapeutisch proces

A
Fase 1, 0-4 dagen
Fase 2, 4 dagen tot 3 weken
Fase 3, 3-6 weken
Fase 4, 6 weken tot 3 maanden
Fase 5/6, langer dan 3 maanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Als typische klachten van het acute whiplash syndroom worden beschreven:

A

Pijn in nek, soms uitstralend naar occiput, schouder en armen.
Een stijve en beperkte bewegelijkheid van de nek.
Hoofdpijn, soms uitstralend naar voorhoofd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Doel therapeutisch proces

A

Gericht op preventie van blijvend disfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

WAD 3

A

Nekklachten en neurologische uitvalsverschijnselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

WAD 4

A

Nekklachten en fracturen of dislocaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

WAD 0

A

Geen klachten, geen subjectieve en objectieve afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

WAD 1

A

Pijn, stijfheid en gevoeligheid in de nek maar geen objectieve afwijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

WAD 2

A

Nekklachten en andere klachten van houdings en bewegingsapparaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Afkorting NDI

A

Neck disability index

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Meest voorkomende symptomen zes maanden na ongeval whiplash

A
Nekpijn
Hoofdpijn
Verminderde mobiliteit nek
Pijn in schouder/arm
Rugpijn
Concentratieproblemen
Duizeligheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Afkorting ULTT

A

Upper Limb tention Test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kenmerken cervicale spondylose/artrose

A
Begint op 40-50 jarige leeftijd
Meer bij mannen dan vrouwen
Vaak laag cervicaal
Vaak vrij diffuse nekpijn
Geen neurologische symptomen
Hoofdpijn is vaak aanwezig
Pijn in schouderstreek
Vaak lichte bewegingsbeperkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Klachten cervicale radiculopathie

A
Tintelingen
Extra pijn bij flexie/ extensie van de nek
Stijfheid
Gevoelsloosheid
Soms krachtverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

3 kolommen theorie

A

Achterste kolom:
proc. spinosus en facetgewricht
Middelste kolom:
lig. longitudinale posterior; achterste deel corpus en discus
Voorste kolom:
voorste deel van de corpus en discus, lig. longitudinale anterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Thoracic outlet syndrome inklemming van:

A
Vaat:
- arterie, veneus
- effecten artirieel
- effecten veneus
Neuraal:
- plexus
- effecten sensorisch
- effecten motorisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

TOS; wat is er aan de hand bij chronische drukinwerking

A

Compressie vaatzenuwstreng door drukinwerking van buiten
Dragen van zware lasten
- neurlogische uitval
- vasculaire problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Dens fracturen

A

Axis dens
C2
Stabiele/instabiele fractuur, hangt af van ernst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hangman’s fractuur

A

Axis perdiculi van de arcus
C2
Instabiel
Lig. longitudinale posterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Benaming: discus degeneratie cervicaal

A

Cervicale discopathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Definitie TOS

A

Verzamelnaam vor alle omstandigheden die compressie teweeg brengen op de vaatzenuwstreng van de plexus Brachialis en a. subclavia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is er aan de hand bij een costoclaviculair syndroom?

A

Door vernauwing ruimte tussen clavicula en 1e rib compressie op vaatzenuwstreng

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is er aan de hand bij een sclenus/halsrib sydnroom?

A

Hypertrofie scaleni spieren

1e rib afwijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

vormen van cervicale artrose + waar vind dit cervicaal vooral plaats?

A

Uncartrose
Facetartrose
Spondylartrose
Laag cervicaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Behandeling chronische druk inwerking

A

Druk verwijderen

29
Q

Scalenus/halsrib syndroom behandeling en rode vlaggen

A

Houdingsoefeningen
Resectie
Rode vlaggen:
Uitval en doorbloeddingsstoornissen

30
Q

Hyperrotatie fractuur

A

Facet
Cervicaal laag
Zeer instabiel

31
Q

Compressie fractuur

A

Corpus
Verschillende niveau’s
Stabiel
Geen ligg. aangedaan

32
Q

Avulsie fractuur

A

Proc. spinosus
C7
Stabiel
Lig. nuchae

33
Q

Wat is de meest voorkomende congenitale schouderafwijking?

A

Defermiteit van sprengel

34
Q

Voor welke pa zijn bijv. TOS en HNP een oorzaak op cervicaal niveau?

A

Cervicobrachiaalsyndroom

35
Q

Oorzaken voor cervicobrachiaal syndroom

A

Cervicale HNP
Ingroei tumor weefsel in plexus brachialis
Traumatische plexusoverrekking
TOS

36
Q

Afkorting TOS

A

Thoracis outlet syndrome

37
Q

Risicofactoren cervicale spondylose/artrose

A

Roken
Tillen
Autorijden

38
Q

Syndroom van Klippel-feil

A
Ontbreken van C wervels
Blokwervel
Korte nek
Verminderde cervicale mobiliteit
Vaak last van stenose op latere leeftijd
Schouder hoogstand
Scoliose
39
Q

Frankel schaal A

A

Compleet neurologische uitval distaal van het niveau van myelium letsel

40
Q

Frankel schaal B

A

Complete motorische uitval met aanwezigheid van enige sensibiliteit

41
Q

Frankel schaal C

A

Niet functionele motorische activiteit behouden, distaal van het niveau van myelum letsel

42
Q

Frankel schaal D

A

Functionele motorische activiteiten behouden, distaal van het myelum letsel

43
Q

Drankel schaal E

A

Normale motorische en sensorische behouden of herstellen

44
Q

Behandeling cervicale fracturen

A

Halo tractie/brace samen met gipscorset

Spondylodese

45
Q

Hoofdsymptomen thoracic outlet syndrome TOS

A

Pijn in de armen
Tintelingen in de onderste cervicale en bovenste thoracale dermatomen
Gevoel van krachtvermindering

46
Q

Vanaf welke leeftijd uncvoorming

A

Vanaf 8 jaar

47
Q

Wat is er aan de hand bij een cervicobrachiaal syndroom?

A

Compressie op cervicaal zenuwwortels meestel C6-7 oorzaak HNP

48
Q

Hoeveel gradaties heeft WAD

A

Wad 1+2 verwijzing aanmelding fysio

Wad 3+4 overleg met verwijzer

49
Q

Flexiefractuur

A

Corpus
Cervicaal
Stabiel
Ligg. intact

50
Q

Deformiteit van sprengel

A

Meest voorkomende congenitale schouder afwijking
Hoogstand van de scapula
Winging van de scapula

51
Q

Uitleg Frankel schaal

A

Frankel schaal wordt de laatste jaren gebruikt in de orthopedie om de neurologische status van een patiënt te bepalen

52
Q

Symptomen whiplash

A
Pijn nek
Paresthesiën hand
Rugklachten
Duizeligheid
Gestoorde gezichtsvermogen
Vermoeidheid
53
Q

Vormen thoracis outlet syndrome

A

Scalenus/hals rib syndroom
Cotoclaviculair syndroom
Chronische drukinwerking

54
Q

Uitleg TOS

A

Is een niet radiculair beeld veroorzaakt door compressie van de plexus brachialis en A. subclavia

55
Q

Hyperabductie syndroom

A

Kan zorgen voor verklemming door de pectoralis minor in combinatie met proc. coracoideus

56
Q

Costoclaviculair syndroom behandeling en rode vlaggen

A
Houdingsoefeningen
Resectie
Rode vlaggen:
Uitvalsverschijnselen
doorbloeddingsstoornissen
57
Q

Verschillende fracturen die op cervicaal niveau kunnen plaats vinden

A
Hyperextensie
Hyperrotatie
Flexiefractuur
Jefferson's fractuur
Dens fractuur
Hangman's fractuur
Compressie fractur
Avulsie fractuur
58
Q

Congenitale aandoeningen CWK

A

Syndroom van Klippel Feil
- Torticollis
Syndroom van Sprengel
- halsrib syndroom

59
Q

Torticollis

A
Dwangstand van het hoofd
Aangeboren scheefstand
Etiologie onbekend
Contractuur M. sternocleidomastoideus
Behandeling: oprekken in eerste jaar, andere klieven distaal of proximaal
60
Q

Halsrib syndroom

A

Is een congenitale hypertrofie van proc/ transversus van C7

61
Q

Aan Whiplash gerelateerde factoren

A

Vrouw
Hogere leeftijd
Eerder hoofdtrauma
Afgenomen mobiliteit van de nek

62
Q

Aan chronische pijn gerelateerde factoren

A

Omgang met klachten

Psychosociale factoren

63
Q

Hyperextensie fractuur

A

Proc. spinosus
Cervicaal
Instabiel
Lig. longitudinale anterior aangedaan

64
Q

WAD 0

A

Geen klachten, geen subjectieve en objectieve afwijkingen

65
Q

WAD 1

A

Pijn, stijfheid en gevoeligheid in de nek, maar geen objectieve afwijkingen

66
Q

WAD 2

A

Nekklachten en andere klachten van houdings en bewegingsapparaat

67
Q

WAD 3

A

Nekklachten en neurologische uitvalsverschijnselen

68
Q

WAD 4

A

Nekklachten en fractuur of dislocaties

69
Q

Jefferson’s fractuur

A

Atlas,
C1
Instabiel
Lig. transversum eventueel aangedaan