Week 4 Flashcards

1
Q

Inhoud foramen intervertebrale

A

Spinale zenuw
Arteria en vena
Ramus meningus
Lymfevaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat innerveert de ramus Meningeus

A

Lig. longitudinale posterrios
discus
bloedvaten
dura

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hersenvocht

A

Liquor cerebrospinalis

afgekort: liquor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat innerveert de ramus dorsalis?

A

Gewrichtkapsel, huis, autochtone spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verouderingsprocessen die een bedreiging vormen voor zenuwwortels en arterieën rondom de wervelkolom

A

Spondyloartrosis
Uncarthrosis
Disucus degeneratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verloop a. vertebralis

A

Door foramen transversarium C7-C1 en foramen magnum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een aftakking van de r. vertralis en gat gelijk terug het foramen intervertebrale in

A

Ramus meningeus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een echt radiculair beeld wordt toegenomen door:

A

Druk verhogende processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hersenvliezen

A

Zachte hersenvliezen 1e jas: pa mater
Spinnenwebvlies 2e jas: arachnoidale mater
Harde hersenvlies 3e jas: dura mater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zorgt ervoor dat het pia mater vast zit aan os cocygis

A

Filum terminate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke arteria zorgt voor een vascularisatie van de hersenstam?

A

A. basilaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waardoor wordt lig. longitudinale posterior, discus, bloedvaten en dure geïnnerveerd?

A

Ramus meningeus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Door welke ramus worden de facetgewrichteen geïnnerveerd?

A

R. medialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verloop a. carotis internus

A

Komt binnen via de canalis caroticus en komt uit in foramen lacerum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke arterie voel je als je hartslag meet in je pols?

A

A. carotis communis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Paardenstaart van zenuwen sacraal/lumbaal loopt door tot S5

A

Cauda equina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ruggenmerg volwassene eindigt ter hoogte van:

A

L2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe heet de ruimte waar hersenvocht ligt?

A

Subarachnoidale ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Pseudo-radiculair syndroom

A

Als er iets mis is met je ligg, discus of facetgewrichten kan het ervaren worden als een radiculair beeld omdat de r. meningeus of r. medialis geprikkeld worden

20
Q

Laatste stukje van het merg

A

Conus medullaris

21
Q

Vertebrobasilaire insufficiëntie

A
Rotatie CWK heeft grote invloed op doorstroming aa. vertebrales
Normaal gecompenseerd
Hofdpijn
Nekpijn
Duizeligheid
22
Q

Negatieve prognostische parameters voor spontaan herstel

A

Een lange duur van de klachten

Een eerdere episode met rug-beenpijn

23
Q

Predisponerende factoren

A
Lichaamlengte > 1.80m
Leeftijd > 20 jaar
Genetische aanleg
Joggen
Zware lichamelijke arbeid
Veelvoudig autorijden
Roken
24
Q

Kans op chroniciteit en afwijkend postoperatief herstel

A
Laag opleidingsniveau
Aanhoudende klachten postoperatief
Hoge pijnintensiteit pre-operatief
Duur van de klachten peroperatief
Radiologische bevindingen
Langdurig werkverzuim
Sterke somatisatie
Hoge mate bewegingsangst
25
Bij de anamnese zijn de belangrijkste onafhankelijke voorspellers:
Beenpijn Typisch dermatomere pijn Toename van beenpijn bij drukverhogende momenten
26
Lichamelijk onderzoek
vinger-vloer afstand > 25 cm Onderzoek op spierzwakte Verder neurologisch onderzoek
27
Welke hormonen komen vrij bij de zwangerschap en wat is hiervan het gevolg?
Progesteron en relaxine Verweking bindweefsel Vergemakkelijkt de uitdrijving
28
Welke spieren zorgen voor de primaire stabiliteit en welke voor de secundaire stabiliteit?
``` Primair: Dwarste buikspieren Bekkenbodemspieren Secundair: Schuinde buikspieren ```
29
Oorzaken PPPP
``` Hypermobiliteit door zwangerschap Trauma Moeilijke bevalling Verkeerde houding van het kind Te sterke beensluiters Te zwakke buik,bil en rugspieren Te sterke bekkenbodem ```
30
Gevolg PPPP
Hypermobiel Si gewricht kan in verkeerde stand blokkeren | Verstoorde krachtenoverdracht tussen de romp en de benen
31
Adequate ondersteuning
``` Omdraaien in bed Zitten Algemeen advies Staan Gaan lopen Lopen Traplopen ```
32
Wanneer verwijzen naar de bekkenfysiotherapeut?
Urineverlies Pijn in onderbuik Pijn bij plassen, ontlasten en vrijen Geen vooruitgang ondanks adviezen en oefeningen
33
Actieve behandeling bekkenpijn
Advies en instructie Stabiliseren Oefenen
34
Betekenis afkorting PPPP
PeriPartumPelvisPain
35
Meetinstrumenten bij zwangerschapsgerelateerde bekkenpijn
``` VAS RQ IPA PGS PHONDA ```
36
Patiënten met PPPP kunnen pijnklachten aangeven in vier regio's van het lichaam, welke zijn deze?
Stuitje Onderrug Si gewricht Schaambeen
37
Conclusie PPPP
Er is dus meestal geen sprake van structurele veranderingen in het si gewricht of in de symfyse De stabiliteit is echter een functionele verstoring in het sluitingsmechanisme
38
Rol van de bekkenbodemspieren
``` Diafragma pelvis: Stabilisatie Houd organen op de plek Diafragma urogenitalis: Functie van de blaas ```
39
functie van de bekkenring
Bescherming inwendige organen Overbrengen krachten van WK op onderste extremiteit Absorberen/opvangen van schokken
40
Deblokkeren van het bekken
Geblokkeerde Si kan losgemaakt worden door symmetrie oefeningen
41
Vormsluiting
Passieve stabiliteit
42
Krachtsluiting
Actieve stabiliteit
43
Welk geslacht heeft meer knobbels, richles en groeve op het os ilium en os sacrum?
Mannen
44
Passieve behandeling bekkenpijn
Bekkenband
45
Symptomen PPPP
``` Pijn schaambeen, stuitje, si of onderrug Activiteiten die moeilijk zijn: Omdraaien in bed In eendezelfde houding blijven liggen Opstaan van een bank of stoel Langere tijd zitten, staan, lopen Bukken In en uit bad/douche stappen Aan- en uitkleden ```