Week 5 Flashcards
Wormen zijn niet monofylogenetisch, wat betekent dit?
Dat ze niet aan elkaar verwant zijn. Sommigen zijn rondwormen / platwormen etc.
Wat zorgt bij schistosomiasis voor de immuunrespons?
(Worminfectie)
Volwassenen scheiden IL-10 en TGF-b uit waardoor Treg uitgescheiden wordt en Th2 geremd wordt. Geen immuunrea. Eitjes kunnen dit niet dus die zorgen voor de reactie.
Wat zijn de 4 fasen van schistomiasis?
1) Invasiestad: jeuk, papillaire uitslag
–> penetratie van cercarien door huid (2-3 dgn)
2) Acute schistomiasis: koorts, oedeem, urticaria, hoesten, diarree
–> migratie door weefsel (2-8 wkn)
3) Gevestigde infectie: productie eieren
4) Chronische schistomiasis: vergroting lever, milt met fibrosering (leverfalen)
–> eieren blijven achter en geven klachten
Wat is een voordeel van Th2 remming bij schistomiasis?
Dat er ook minder allergien ontstaan
Wat is een type 1 allergische reactie en wat ontstaat er als reactie?
Allergeen presentatie door APC aan T cellen –> stimuleren B-cellen –> IgE spec voor antigeen wordt geproduceerd en bindt aan Fc receptor op mestcel.
= sensibilisatie fase
Via crosslinking bindt allergeen aan mestcel –> degranulatie –> uitscheiding cytokines
= effectorfase
–> acute urticaria (galbulten), jeuk, angio oedeem en syst klachten (G.I / banauwdheid)
–> bloedcirculatie daalt –> laag O2 –> ook kan er een analfylactische shock ontstaan –> benauwd/slap
Wat is de werking van omalizumab
Het verlaagt de IgE spiegels
Wat is het atypisch syndroom?
Combi van allergische rhinitis (hooikoorts), astma, atopisch eczeem, OAS (oraal allergie syndroom)
Klachten door combi inhalatie en voeding. Th2 staat te veel aan.
Wat is een type 2 allergische reactie?
IgG / IgM bindt aan celgebonden antigeen –> immuunreactie
Wat is een type 3 allergische reactie?
IgG bindt aan circulerende antigeen –> slaan neer in kleinere bloedvaten van meestal gewrichten, nier, darm, huid –> vasculitis
Wat is een type 4 allergische reactie?
T-cel gemedieerde allergie waarbij antistoffen dus geen rol spelen. (48-72 uur)
Hoe stel je een voedselallergie vast?
Anamnese
–> Allergische klachten?
–> Blootstelling?
–> Consistentie?
–> Directe klachten?
Bloed- of huidtest
–> Allergeen op huid –> prikje –> immunoassay voor IgE in bloed
Provocatietest
–> 1 dag blootstelling aan allergeen en andere dag placebo
Wat is atopie?
De aanleg om allergisch te reageren op bepaalde stoffen
Wat is sensibilisatie?
De aanwezigheid van specifieke antistoffen tegen IgE maar je hoeft niet perse ziek te zijn.
Wat is de epitheliale barriere hypothese?
Door bijvoorbeeld zeep wordt barriere aangetast –> makkelijker om atopie te veroozaken.
Wat zijn urticaria?
Infiltraat romdom de vaatjes van de dermis –> zwelling