Week 4 Flashcards

1
Q

Wat zijn de meest voorkomende klachten na reizen?

A

Koorts, diarree, huidsverschijnselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is handig om te gebruiken voor de anamnese van een reizigersziekte?

A

L(ocatie) = in bep landen hogere incidentie van bep infectieziekten

A(ctiviteit) = in bali tempels waar veel apen zitten –> rabies

R(eizigers) = leeftijd, geslacht, gezelschap, voorgeschiedenis, beschermde maatregelen

I(ncubatietijd) = sympt te vroeg –> uitsluiten infectieziekte

S(yndromen) = koorts, GI-klachten, huidafw.

A(anvullend oz) = kijk naar bloedbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar wijzen de volgende dingen in het bloedbeeld naar?
- Leukocytose
- Leukopenie
- Trombopenie
- Eosinofilie

A
  • Leukocytose = bact infecties, amoebenabces
  • Leukopenie = virale infecties, leishmaniasis, buiktyfus, brucellose
  • Trombopenie = malaria
  • Eosinofilie = schistosomiasis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 3 soorten malaria zijn er?

A

p. falciforum
p. vivax
p. ovale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke vorm van malaria is schadelijker en waardoor?

A

p. falciforme omdat:
- P. falciforme alle ery’s kan infiltreren en niet alleen de jonge

-. P. falciforme andere R op de ery’s zet waardoor deze beter aan endotheel hechten en in plaatsen waar bloedv traag is (capillairen) gaat zitten. Minder bloed –> weefselschade –> immuunsyst actief –> orgaanfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er bij pt met hemoglobinepathie en malaria?

A

Verminderde groei en ontwikkeling van parasiet.
Verhoogde klaring parasiet door bijvoorbeeld sikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe behandel je malaria?

A

Chloroquine en primaquine (doodt hypnozoieten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het Denguevirus, hoe wordt het overgedragen en wat is de meest voorkomende klacht?

A

Es RNA virus in capside.
Is een arbovirus uit fam flavivirussen
Incub tijd is 4-7 dgn en 4 serotypen

Arbovirussen worden overgedragen via geleedpotige insecten (tijgermus)
(mug kan virus voor altijd bij zich draaien)

Last van zadelkoorts; eerst hoge koorts –> dag 3 weg –> dag 5 weer terug. Ook spier en gewrichtspijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn 4 verschijningsvormen van dengue virus?

A
  • Aspecifieke koortsende ziekte
    –> Veel ook geen klachten
  • Klassieke dengue fever
    –> Na 10 dgn koortspiek. Trombo’s dalen tot koorts gezakt is. Aan einde koorts huidafw.
  • Dengue hemorrhagic fever
    –> Hoge koorts, bloedingsneigingen, trombopenie, indikking bloed
  • Dengue shock syndrome
    –> DHF die in shock raakt –> hoge mortaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de D, B en P van Dengue?

A

D –> PCR, serologie (na weken)
–> IgG en IgM worden nml gemaakt –> maar van ene serotype beschermt niet tegen andere –> bindt wel –> neutraliseert niet –> complex vorming –> ontwijking afweersysteem = immune enhancement

B –> niet curatief, kan wel bloedplaatjes geven

P –> vaccin tegen alle 4 de serotypen, is er nog niet..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er bij bedwants besmetting, B?

A

Poepen om beet –> jeukt –> wrijven –> irritatievlekjes (lijnvormig patroon)

B –> antihistaminica (steroiden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er bij cutane larva migrans besmetting, B?

A

Infectie met niet humane mijnwormlarven –> hond en kat dragen deze bij zich –> poepen eitjes uit –> cyclus door –> kan bij mens niet in huid dus blijft dolen iets eronder

Intens jeukend bewegend spoor met scherpe begrenzing (vooral onder voeten of rond romp)

B –> ivermectine (antiworm middel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er bij Tunga penetrans besmetting, B?

A

Bevruchte vrouwtjes zandvlo graaft in huid voetzool –> legt in str. gr eitjes –> ontwikkelen tot larven –> poppen uit –> vlo

Last van zwelling, jeuk, ontsteking

B –> vlo eruit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er bij Myiasis (vliegenlarven) besmetting, B?
–> 2 soorten

A
  • Cordylobia anthropophaga
    –> vlieg zet eitjes af op wasgoed –> dringen daarna huid binnen –> larven nestelen –> bultje met openingskanaal

B –> Afdichten openingskanaal vaseline + larve verwijderen

  • Dermatobia hominis
    –> volwassen vlieg is groter –> legt eitjes op vlieg kleinere vleugels –> landen op huid mens –> blote huid besmet (larve grotere weershaken)

B –> sneetje in luchtkanaal + larve verwijderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Door welke bacterien wordt reizigersdiarree vaak veroorzaakt?
(vervuild water) en wanneer D, B?

A

E. coli, campylobacter, salmonella, shigella

D –> als > 5 dgn diarree, bloed/koorts, heel jong/oud, immuunsyst slecht

B –> Drinken ORS, antibiotica, loperamide (diarree remmer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn amoebe (+ klachten) en wat is de D?

A

Door parasiet veroorzaakte histologisch kleine, ronde, paarsblauwe afwijkingen.

Klachten: koorts, malaise, leukocytose, hoog BSE, vergrote lever met vervloeid necrotisch weefsel

D –> lastig want parasiet sterft snel in feces of PCR

17
Q

Waar zorgt hep A voor bij kinderen?

A

Gele sclerae, soms gele huid, nooit heel acuut (ouderen wel sympt)

Als bilirubine niet via darmen uitgescheiden wordt ontkleurt feces + urine wordt donker

18
Q

Waar kan hep A voor zorgen?

A

Door verminderde leverfunctie –> lage stollingsfactoren + ammoniak kan niet worden geklaard –> hepatische encefalopathie

19
Q

Hoe worden hep A en B en C overgedragen?

A
  • A komt vooral in warme seizoenen voor + hecht contact nodig voor overdracht –> uitbraak kan ontstaan (2-3 wkn incub tijd)
  • B-C hebben verticale transmissie (via moeder) of horizontaal (via bloed/sperma)
20
Q

Wat gebeurt er als je te veel ongebonden bilirubine hebt?

A

Dan kan dit de bloed hersen barriere passeren waardoor er schade ontstaat aan de basale kernen –> schadelijk bij kinderen

21
Q

Wat is zoonose?

A

Ziekte gedeeld door mens en andere gewervelden

22
Q

Wat is de reden van meer opkomende infectieziekten?

A
  • Meer dierhouderij
  • Meer handel in dieren
  • Meer uitbuiting van natuurgebieden
  • Klimaatopwarming
  • Biodiversiteit verlies
  • Afname van gem welzijn
23
Q

Wat is de juiste aanpak tegen opkomende infectieziekten?

A
  • Goede surveillance: bijv kijken of dieren massaal dood gaan
  • Goede diagnostiek: hopelijk voor mens en dier. Kijk naar genoom, viruseiwit, a.s tegen virus
  • Beperken ziekte en dood: quarantaine, isolatie, vaccinaties
  • Onderliggende oorzaken wegnemen: minder handel dieren, minder verlies natuur
24
Q

Wat doen transformatieve behandelingen?

A

Zijn nodig om ecosystemen weer in evenwicht te brengen

25
Q

Welke symptomen bij HCV, welke waarden zijn verhoogd en D, B?

A

Vaak geen/ beperkte symptomen
Wel last van moeheid, icterus, buikpijn, spierpijn, nierinsuf, depressie door moeheid, maligne lymfomen

ALAT / ASAT/ anti-HCV-antistoffen na 8 wkn –> pos? –> HCV-RNA aantonen –> induceert actieve infectie

D –> biopt / fibroscan doen

B –> DAAs (direct antiviral agents) remmen virus direct in vers. fasen van ontwikkeling:
–> Proteaseremmers
–> Ns5A-remmers
–> polymeraseremmers
(combi geven van 2 remmers)

26
Q

Wat is een fibroscan?

A

Tussen ribben plaatsen –> geeft mechanische tik –> v waarmee tik door lever wordt geleid is maat voor stijfheid + fibrotisering van lever.

27
Q

Wat gebeurt er na behandeling op lange termijn met leverfibrose en levercirrose?

A
  • Leverfibrose = binnen 5 jr reversibel
  • levercirrose = binnen 10-15 jr reversibel