Week 5 Flashcards
Welke type arteriële obstructies zijn er?
- Atherosclerose
- Hypertensie: vaatwand wordt dikker om spanning van hypertensie tegen te gaan wat
consequenties heeft. - Vasculitis
Welke factoren hebben invloed op het vormen van een plaque?
- Erfelijke factoren
- Hypertensie, diabetes Mellitus
- Inactiviteit, voeding en roken
- Endotheeldysfunctie,
- Hierdoor ontstaat accumulatie van lipoproteines
- cellulaire interacties met immuun cellen (foamcellen)
- gladde spiercellen die migreren van media naar intima.
- Hierdoor ontstaan Grote vernauwing bloedvat.
Je merkt pas iets als de plaque 90 procent van het lumen vernauwd.
Hoe ziet een stabiele plaque eruit?
- Lumen
- Lipid core: vetophoping
- Hiertussen fibreuse cap met vooral gladde spiercellen. En een laag endotheelcellen
Wat is de pathofysiologie van ischemie?
Mismatch tussen zuurstof aanbod en zuurstofvraag. De mate van ischemie wordt beinvloed door:
1. Inspanning/ activiteit
2. Trombose / Vaatspasme: spontane contractie door endotheel dysfunctie
Stabiele plaques kunnen uiteindelijk veranderingen in een instabiele plaque waarbij de vaatwand kan ruptureren en er kan een totale obstructie ontstaan.
Hoe verschillen de symptomen van ischemie per persoon?
- Oude man: pijn op de borst
- Jonge man: pijn in linker man
- Pijn in de maag. Beklemmend gevoel van thorax
Wat is het gevolg van ischemie?
- Metabolisme verandert van aeroob- naar anaeroob
- functieverlies : nog irreversibel als het probleem snel wordt opgelost
- Cel schade: Necrose ( lysis)
Wat zijn de determinanten van celschade?
- Duur O2 tekort:
- Area at risk: 0,5 uur : 15 procent ,
- 1 uur : 80 procent van area at risk.
- Area at risk is: gebied dat wordt geperfundeerd door geobstrueerd vat. - Intensiteit: naarmate het lichaam koeler is, vertraging van hartschade
- Alternatieve bloedtoevoer: collateral flow
- Volledige vs. Partiele vaatobstructie
- Acute vs geleidelijke obstructie
- Preconditionering van het hart:
- Obstructie veroorzaken in een deel in het lichaam van korte duur zorgt voor positief resultaat op het hart
- Als je het hart voorbereid op een grotere obstructie, dat resulteert tot een bescherming en een kleinere infarct grootte. Troponines zijn lager.
- Post conditionering heeft ook een effect op de grootte van het infarct.
Wat heeft een cavia waardoor hij geen infarct ontwikkelt?
- Cavia heeft heel veel collaterale bloedvaten → meer alternatieve bloedtoevoer richting het hart
- Ratten, konijnen en varkens hebben weinig collateralen
- Mens,hond, kat heeft wel collaterale bloedvaten. Minder dan cavia
- Bij de mens zit dit in de cirkel van Willis
Wat zijn de risicofactoren bij atherosclerose?
- Geslacht : Mannen hebben dit vaker
- Leeftijd:
- diabetes/ overgewicht
- roken/ dieet/ activiteit: met name dit
- hypertensie
- hyperlipidemie
Wat zijn uitingsvormen van atherotrombose?
- TIA
- CVA
- Acuut coronair syndroom: Myocard infarct/ angina
pectoris - Perifeer arterieel vaatlijden
- Claudicatio intermittens/ rustpijn/ necrose
Waarom is Atherosclerose een multi-vasculaire ziekte?
- 7x grotere kans op coronair lijden
- 6 x hogere cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit
- 3 x zo hoger risico
- 3x hogere overall mortaliteit
Wat is de epidemiologie van arterieel vaatlijden?
- 5 % boven de 50 jaar heeft symptomatisch PAV, 15% is asymptomatisch
- 25 procent van de PAV patiënten hebben diabetes
Wat is de prognose bij mensen met claudicatio intermittens?
5 years mortaliteit is 20 procent
Wat is de 1jaars prognose bij kritieke ischemie?
Nog slechter !!!
- 25 procent amputatie
- 50 procent levend met 2 benen
- 25 procent mortaliteit door CVA
Wat zijn de risicofactoren voor perifeer arterieel vaatlijden?
- <50 jaar , diabeet, 50-70 roken/ diabeet, > 70 jaar
- Beenklachten bij inspanning of ischemische rustpijn
- Afwijkende perifere pulsaties bij lichamelijk onderzoeken
- Bekend atherosclerotisch lijden van slagader, kransslagader of nierslagader
Wat is de progressie van perifeer arterieel vaatlijden?
- Claudicatio intermittens = Etalage benen door ischemie in kuitspier.
- Anamnese:
- hoelang bestaat het, wanneer, hoe lang , wat helpt om het te verlichten, medicatie en familie
anamnese
Wat is het typische klachtenpatroon
pijn in spier, bil, dijbeen, kuit
na inspanning heb je pijn en moet je rusten
Lichamelijk onderzoek:
- pulsaties : aangedane zijde voel je GEEN lies pulsaties
- souffles
- Afwezigheid van haar of atrofie huid: Vergelijk benen
- Depending rubor: voet laten bungelen: voet wordt rood. Is dus geen INFECTIE
- Blanching: wit worden van voet als je been optilt
- Necrose/ niet genezende wonden = Kritieke ischemie = behandelen
- Bloedvaten die je onderzoekt:
◼ Arteria femoralis communis ( vanaf ligamentum femoralis communis)
◼ Arteria poplitea
◼ Arteria tibialis posterior
◼ Arteria dorsalis pedis
(Medial: VAN : vena - arterie - nerve)
Wat zijn differentiaal diagnoses van PAV?
- Neurogene claudicatie: in 2 benen,
rugklachten, fijner om te staan ipv zitten - Arthrose/ arthritis: minder
gerelateerd aan inspanning - DVT: zit in de vene. Chronische
veneuze insufficientie is meer
gerelateerd aan oedeem, wonden,
huidverkleuring en spataderen - Chronisch compartiments
syndroom: voorzijde been en dus niet in
de KUIT of bovenbeen. Voornamelijk
bij mensen die overmatig bewegen. Heel
lang aanwezig
Wat voor diagnostiek kan je doen?
- Doppler:
- klein echo apparaatje, je ziet dan de toon. Als iets naar je toe stroomt is een andere toon, dan wat
van je af gaat
- Duplex onderzoek: echo met kleur doppler effect zien. Ter hoogte van stenose zie je een
stroomversnelling en daarna minder. - Enkel-arm-index:
- Band op onderbeen blaas je op tot een bepaalde druk waarbij de doppler tonen wegvalt.
- Doe je voor en na lopen → significante daling → bewijzend voor PAV
- Bloeddruk
- Meting op: PT: tibiaans posterios: , Dorsalis Pedis:
- 1 is normaal, >0,9 is afwijken en afname van 0,15 na inspanning
- Claudicatio = 0,6
- Rustpijn = 0,3
- Gangreen hele lager enkel arm index. Hoe lager EAI hoe hoger cardiovasculair risico - Looptest:
- Hoe lang - Echo-duplex
- CT: contrast van bloedvaten → Snel beschikbaar
- MRI:
- Angiografie: invasief onderzoek
Hoe classificeer je perifeer arterieel vaatlijden? FONTAINE CLASSIFICATIE
- Geen klachten: wel atherosclerose
- Claudicatio intermittens
A. Niet invaliderend
B. Wel invaliderend - Rust- en/of nachtpijn
- Gangreen
Wat zijn de voor- en nadelen van beeldvormend onderzoek?
leer tabel