Week 4 VO2&3: autonoom zenuwstelsel en hersenzenuwen Flashcards
op welke 3 manieren is het zenuwstelsel in te delen?
NAAR LIGGING
- centraal zenuwstelsel
- perifeer zenuwstelsel
NAAR FUNCTIE
- sensibel: somato- en viscero-sensibel
- motorisch: somato- en viscero-motorisch
onder viscero-motorisch vallen: (ortho)sympatisch: fight or flight // parasympatisch: rest and digest
ANATOMISCH
- visceraal
- somatisch/autonoom
wat is een ganglion?
het cellichaam van een neuron buiten het centrale zenuwstelsel
noem de viscerale tracti
- tractus digestivus
- tractus respiratorius
- tractus circulatorius
- tractus urogenitalis
wat zijn voorbeelden van autonoom gedrag?
zweten, blozen, speeksel, insulineproductie, ademfrequentie, hartslag, vasoconstrictie, vasodilatatie, vertering, pupilvernauwing etc., seksuele opwinding
hoe activeer en rem je een dwarsgestreepte spier?
net als een gaspedaal: zowel sympatische als parasympatische activatie, harder of langzamer vuren
wat is het tegengestelde van autonoom?
somatisch. de somatische motor bevat geen ganglions.
hoe reageert de blaaswand bij sympatische activatie? en bij parasympatische activatie?
sympatisch: relaxatie
parasympatisch: constrictie
wat zijn symptomen van het Horner’s syndroom?
- miosis: aanhoudend vernauwd pupil
- verschil in pupilgrootte
- ptosis: hangend ooglid
- anhidrosis: weinig/geen zweet –> droog ooglid
wat is de oorzaak van de symptomen van het Horner’s syndroom?
- Uitval sympatische innervatie aan in dit geval de ipsilaterale kant (oculosympatische parese)
- Onderliggende mogelijke oorzaken: neuroblastoom, clusterhoofdpijn, schildklier- of longcarcinoom
wat is het verschil tussen het somato-sensibele en viscero-sensibele systeem?
somato: ontvangt gnostische informatie en vitale informatie. denk aan tast, aanraking, proprioceptie, temperatuur en pijn.
viscero: ontvangt info uit tractus digestivus, respiratorius en circulatorius. denk aan pO2, pCO2, pH, bloeddruk.
wat is het verschil tussen somato-motorische en viscero-motorische systeem?
somato:
- dwarsgestreepte spier
- motorneuron bestuurd door primaire afferenten, interneuronen, supraspinale banen (piramidebaan)
- cellichaam motorneuron in CZS, uitloper naar spier
- acetylcholine als neurotransmitter
- motorneuronen liggen in ventrale hoorn
viscero:
- gladde spier
- sympatisch en parasympatisch systeem
- cellichaam preganglionaire neuron ligt in CZS en innerveert postganglionair neuron, die weer de gladde spier innerveert
het viscero-motorische systeem is te verdelen in 3 tracti die gladde spieren bevatten (digestivus, respiratorius en circulatorius). andere verdeling is sympatisch en parasympatisch.
wat is het verschil tussen sympatisch en parasympatisch systeem?
sympatisch:
- stimulerend, prikkelend
- neuron in grensstreng (truncus sympaticus)
- preganglionaire neuron heeft acetylcholine als NT
- postganglionaire neuron heeft noradrenaline als NT
parasympatisch:
- relaxerend, ontspannend
- neuron ligt dichtbij het te innerveren orgaan
- acetylcholine als NT
- sacraal en in hersenstam: parasympatische vezels verlaten ruggenmerg tussen de hersenstam en S2-S4
wat is kenmerkend aan het sensibele systeem?
altijd een ganglia (=groep ganglioncellen) op de afferent aanwezig buiten het centraal zenuwstelsel. ganglioncellen kunnen autonoom of sensibel zijn. verder wordt bij signaaloverdracht glutamaat gebruikt als neurotransmitter.
welke 2 zenuwen komen NIET uit de hersenstam?
1e: n. olfactorius
2e: n. opticus
welke spieren worden geinnerveerd door het somato-motorische systeem?
dwarsgestreepte spieren