Week 4: Van Hees H4, hoorcollege 4 Flashcards
Mensbeeld
Wat het betekent om een mens te zijn, wat een mens kan. Heeft invloed op je handelen en denken.
Opvoedbaar
Volgens biologische antropologie is de mens opvoedbaar, dit maakt de mens open en vrij.
Eerste en tweede wilstoestand
1e: je wilt iets
2e: je kan reflecteren op dat willen en een keus maken over hoe goed dat is.
Excentrische positionaliteit
De mogelijkheid om naar jezelf te kijken van een afstand, reflecteren op jezelf.
Homo sociologicus oogpunt
Een mens heeft rollen die hij aangeleerd krijgt tijdens de socialisatie als jong kind. Hierdoor hebben jij en mensen om je heen verwachtingen.
Het bewustzijn
Mensen zijn zich bewust van de wereld om hun heen. Wat ze doormaken maken ze ook mee.
De vrije wil
De mens is verantwoordelijk voor zijn keuzes. Het verlangen van de eerste orde: je wilt iets. Het verlangen van de tweede orde: je denkt na over waarom je dat wilt en of het te rechtvaardigen valt.
Zelfbewustzijn
De beleving van de eigen identiteit, wie ben ik, wat denk ik etc. Ik ben mij bewust van mijn bewustzijn -> zelfreflectie
De zelfreflectie
Kunnen reflecteren op mijn eigen handelen en denken.
De zelfbepaling
Bepaling door het zelf: de interpretatie van de wereld om ons heen, onze wil, ons gedrag en onze verhouding. Het eigen perspectief.
Bepaling van het zelf: Bepaling wie we zijn/onze identiteit.
Een persoon
Een wezen dat reageert op een morele oproep, als je aan te spreken bent op je gedrag. Verantwoordelijkheid van het handelen.
Wezenskenmerk
Exclusiviteit van kenmerk voor de soort