Week 1: Van Hees H10, Hoorcollege 1 Flashcards

1
Q

De argumentatietheorie

A

De interdisciplinaire studie van hoe de mens door logisch redeneren tot conclusies komt die gebaseerd zijn op premissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verschillende soorten discussies

A

Kritische discussie,
Informatieve discussie,
Onderzoeksdiscussie,
Dialectische discussie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kritische discussie

A

De gesprekspartners komen door redelijke discussie en kritische toetsing tot een overeenstemming over de (on)houdbaarheid van een standpunt. (wetenschap)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Informatieve discussie

A

Eén iemand heeft meer kennis dan de ander over een onderwerp, de ander probeert d.m.v. vragen meer over het onderwerp te weten te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Onderzoeksdiscussie

A

Geen van de twee gesprekspartners neemt nog een standpunt in. Gaandeweg de discussie nemen ze deze in.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dialectische discussie

A

Er wordt een standpunt ingenomen, deze wordt ondersteund door argumenten vervolgens worden eventuele tegenargumenten weerlegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De verdedigingsplichtregel

A

Een discussiant die een standpunt naar voren brengt, is verplicht deze desgevraagds te verdedigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De standpuntregel

A

Een aanval op een standpunt moet betrekking hebben op het standpunt dat ook werkelijk door de andere partij naar voren is gebracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Meningsverschil

A

Iemand heeft een mening die niet overeenkomt met de mening van de ander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Niet-gemengd meningsverschil

A

Alleen één partij neemt een positie in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gemengd meningsverschil

A

Beide partijen nemen een eigen positie in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Enkelvoudig meningsverschil

A

Er wordt over 1 propositie gediscussieerd, je kunt maar naar 1 ding onderzoek doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Meervoudig meningsverschil

A

Er wordt over 2 of meer proposities gediscussieerd, je kunt naar meerdere dingen onderzoek doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Drogreden

A

Een redenering die niet correct is, maar wel aannemelijk lijkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Tegengestelde meningsverschillen

A

Niet tegelijk waar en niet waar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Strijdige meningsverschillen

A

Niet tegelijk waar maar wel tegelijk niet waar.

17
Q

Contraire meningsverschillen

A

Niet beide tegelijk niet waar wel tegelijk waar.