Week 4 en 5 Flashcards

Hoorcollege's + H8 + H6 + H10 + H7

1
Q

Wat zijn de kenmerken van Antisociale PD?

A
  1. Zich niet aan kunnen passen aan sociale normen over legaliteit, wat zich uit in herhaaldelijk dingen doen waar je gearresteerd voor kunt worden
  2. Bedrieglijkheid (voor persoonlijk gewin of genot)
  3. Impulsiviteit of niet vooruit kunnen plannen
  4. Snel geïrriteerd, agressief, komt hierdoor vaak in gevechten
  5. Roekeloze minachting voor veiligheid van zichzelf of anderen
  6. Onverantwoordelijkheid, zie je in werk of financiële dingen
  7. Geen spijt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 2 factoren en 4 facetten heeft antisociale PD?

A

Factor 1: interpersoonlijk/affectief, facetten hetzelfde
Factor 2: sociale deviantie, facetten lifestyle en antisociaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar ligt het verschil tussen antisociaal PD en psychopathie?

A

Factor 1 is vooral bij psychopathie aanwezig. De DSM gaat vooral over dingen die je kunt zien (gedrag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn 4 kenmerken van psychopatie?

A
  1. Cold cognition, hersengebieden over betekenis lichten op bij woorden, maar niet de emotie/herinneringen gebieden
  2. Weinig angst, hartslag gaat omlaag bij “angst”
  3. Weinig spiegelemoties en empathie
  4. Niet kunnen leren van de ervaringen van anderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan antisociaal PD/psychopathologie adaptief zijn?

A

Bepaalde beroepen zijn meer geschikt voor mensen met weinig empathie, een koel hoofd, etc. Zoals soldaat of chirurg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kan antisociale PD een inzicht geven in sociale problematiek?

A

ASPD komt 6x vaker voor in achterstandswijken, zelfs in mensen die uit een goede omgeving komen en meestal niet geneigd waren om geweld te plegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn voorwaarden om prosociaal gedrag te vertonen?

A

Vertrouwen, wat lager is bij mensen die trauma’s hebben gehad. Er zijn vaak trauma’s bij ASPD mensen, ze zijn hyperalert voor agressie of geweld
Wederkerigheid, wat je leert door je ouders. Lager bij verwaarlozing, is erg prevalent bij mensen met ASPD –> slechtere mentalizatie –> niet goed emoties in kunnen schatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 3 typen ASPD zijn er, en wat is het hoofdkenmerk?

A
  1. Gebrek aan vertrouwen. Offensief is beter dan defensief
  2. Slechte vaardigheid voor wederkerigheid. Kan geen emoties van anderen inschatten
  3. Callous unemotional. Niet bereid zijn om rekening te houden met anderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kun je de 3 typen ASPD het best behandelen?

A
  1. Gebrek aan vertrouwen –> trauma therapie, CBT, EMDR, schema
  2. Wederkerigheid –> sociale cognitietraining
  3. Callous unemotional –> sub-problemen aanpakken, CBT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is behandeling voor ASPD extra nodig?

A

Ze hebben problemen, maar ze veroorzaken ook vaker problemen in anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is therapie voor ASPD lastig?

A

Er is vaak wantrouwen tegenover de therapeut, en ze kunnen gebruik maken van de therapeut.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 4 fasen onderscheidt Dodge’s model of social information processing?

A

We moeten onderscheid maken tussen reactief en proactief antisociaal gedrag. Er zijn 4 fases:
1. Je besteedt meer aandacht aan vijandige cues
2. Je maakt vijandige attribuutfouten
3. Kan niet goed goede reacties geven, neigt naar agressieve reacties
4. Geeft vaker positieve evaluaties aan agressieve reacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de belangrijkste stelling in Dodge’s model of social information processing?

A

Kinderen reageren sneller agressief als ze geloven dat anderen vijandigheid tonen, onafhankelijk van cultuur. Agressieve kinderen tonen gebreken en biases in sociale informatie processing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat stelt de stimulation-seeking theorie?

A

Als je altijd in een lage staat van arousal verkeert, geeft dat een onprettig gevoel. Je gaat dan stimulatie opzoeken om dat gevoel weg te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom zou een hoge hartslag in rust geassocieerd kunnen zijn met seksuele misdrijven?

A

Seksuele misdrijven zouden het parasympathische systeem kunnen activeren, wat de hartslag omlaag zou kunnen halen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn 2 soorten kritiek op hoe antisociale PD in de DSM 5 wordt beschreven?

A
  1. Het beschrijft vooral gedragskenmerken, en weinig over personaliteit
  2. Psychopathie kenmerken missen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een psychopaat?

A

Iemand die het niet boeit hoe zijn acties anderen kunnen beïnvloeden, weinig emoties voelt, geen empathie of spijt voelt, narcistisch en manipulatief is, en geen verantwoordelijkheid voor zijn acties kan nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verschil tussen primaire en secundaire psychopathie?

A

Primair: emotionele-interpersoonlijke trekken zoals narcisme en sociale dominantie
Secundaire: sociale deviantie zoals impulsiviteit en agressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat stelt Kohut over het ontwikkelen van psychopathie?

A

Het lijkt erop dat psychopathie verklaard kan worden door slecht superego ontwikkeling en slechte defence mechanisms

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe ziet het brein eruit van iemand met psychopathie?

A

Hoge activiteit in gebieden die gaan over cognitieve controle en beloning
Lage activiteit in emotieverwerking gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat stelt Newman’s response modulation hypothese?

A

Psychopaten ervaren een emotieparadox. Ze kunnen hun emoties wel goed beoordelen, maar ze gebruiken dat niet bij beslissingen maken. Ze zijn te hyperfocust op de taak, en kunnen geen andere informatie erbij betrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke gebeurtenissen in de kindertijd verhogen de kans op vroege conduct?

A

Slechte opvoeding, verwaarlozing, geen straf krijgen, onveilige binding, lastige geboorte, en blootstelling aan verdovende middelen tijdens de zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoeveel procent van de variantie in conduct wordt verklaard door genetica en omgeving?

A

50% genetisch, 20% shared environment en 30% non-shared environment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe is de prevalentie van borderline?

A

Komt 50/50 voor bij mannen en vrouwen, maar vaker bij vrouwen in de klinische omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn kenmerken van borderline? (9)

A
  1. Verlatingsangst
  2. Onstabiele relaties met extreme idealisatie en devaluatie
  3. Onstabiel zelfbeeld
  4. Impulsiviteit op 2 gebieden die schadelijk kunnen zijn
  5. Suicidaal gedrag/zelfbeschadiging
  6. Emotionele onstabiliteit
  7. Chronische gevoelens van leegte
  8. Intense woede of woede niet kunnen beheersen
  9. Stress-related dissacotiation or paranoia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe beschrijft het Alternatieve Model borderline PD?

A

Impairment in 2+ domeinen:
1. Identiteit
2. Self-direction
3. Empathie
4. Intimiteit
Plus 4+ pathologische personality traits (waaronder 1+ impulsief/risico nemend/vijandigheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Waar is borderline PD vaak comorbide mee?

A

Stemmingsstoornissen, eetstoornissen, verslavingen, andere PD’s en trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe vaak komt (para)suïcidaliteit voor bij mensen met borderline PD?

A

1/3 probeert ooit suïcide, gemiddeld meet dan 3 keer.
3/4 doet ooit aan automutilatie
1/10 sterft aan zelfmoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Hoe veel van de variantie in borderline PD kan verklaard worden door genetica en omgeving?

A

45% genetisch, 55% omgeving

28
Q

Welke dingen kunnen er dysfuntioneel zijn in het brein van iemand met borderline PD?

A

Serotonine of dopamine
Gevoeliger stress-response system
Frontolimbisch systeem (impulsiviteit, executieve dysfuntie)

29
Q

Welke 4 soorten behandelingen kunnen gedaan worden bij iemand met borderline PD?

A
  1. Dialectical behavior therapy
  2. Mentalization based therapy
  3. Schema therapy
  4. Transference-focused therapy
30
Q

Waarom heet borderline zo?

A

Het ligt op de “border” tussen neurosis (veel negatief en instabiel affect) en psychosis.

31
Q

Wat zorgt voor betere/slechte uitkomsten bij borderline PD?

A

Beter: intelligentie en aantrekkelijk zijn
Slechter: lage SES en voortdurende abuse

32
Q

Wat zijn de affectieve symptomen van borderline?

A

Onstabiele emoties
Gevoel van leegte
Woedeproblemen

33
Q

Wat zijn de interpersoonlijke symptomen van borderline?

A

Verlatingsangst
Onstabiele relaties met idealisatie en devaluatie

34
Q

Wat zijn de gedragsmatige symptomen van borderline?

A

Impulsiviteit
(para)Suïcidale gedragingen

35
Q

Wat zijn de cognitieve symptomen van borderline?

A

Stress-related paranoia of disassociatie
Onstabiel zelfbeeld

36
Q

Wat is splitting?

A

Niet tegelijkertijd positieve en negatieve aspecten van dezelfde persoon kunnen onthouden

37
Q

Wat stelt Linehan’s model over borderline PD?

A

Emotioneel kwetsbare mensen die opgroeien in een emotional invalidating environment hebben het risico om borderline te ontwikkelen

38
Q

Wat stelt Young’s schema theory over borderline PD?

A

Als een kind opgroeit in een dysfunctionele familie, kan dit bepaalde core emotional needs van een kind niet geven, wat zorgt voor de ontwikkeling van maladaptieve schema’s. Die schema’s kunnen informatie processing beïnvloeden (biases)

39
Q

Wat stelt het mentalization model over borderline PD?

A

Als je een onveilige hechting hebt, kun je minder goed mentalizeren. Mensen met borderline kunnen minder goed anderen begrijpen

40
Q

Wat is cognitive behavioral therapy?

A

Therapie die probeert om dysfunctionele opvattingen over jezelf, anderen en de toekomst probeert te veranderen

41
Q

Hoe kan CBT behulpzaam zijn voor mensen met borderline PD?

A

Mensen met borderline PD hebben vaak hele negatieve opvattingen over zichzelf (zelfbeeld), anderen (verlatingsangst) en een verleden met trauma. CBT kan deze opvattingen aanpakken

42
Q

Wat is dialectical behavior therapy?

A

Het benadrukt steun en acceptatie, en focust op het aanleren van nieuwe skills. Het stabiliseert eerst de cliënt, en gaat daarna focussen op group skills training om ze om te leren gaan met borderline.

43
Q

Hoe kan DBT behulpzaam zijn voor mensen met borderline PD?

A

Vaak hebben mensen met borderline dysfunctionele emotieregulatie door een invalidating omgeving.

44
Q

Wat is schema-focused therapy?

A

Therapie die focust op diepgewortelde overtuigingen over jezelf en de wereld, die afstammen uit onvervulde emotionele behoeften

45
Q

Welke fasen heeft schema-focused therapy?

A
  1. Binding en emotionele regulatie.
  2. Overheersende schema’s aanpakken
  3. Ontwikkeling van autonomie en onafhankelijkheid buiten therapie
46
Q

Wat is de abandoned and abused child mode?

A

Modus die gaat over angst, isolatie en verlating en abuse die een kind heeft gevoeld. Het idee dat ze altijd alleen zullen blijven, kwetsbaar zijn en hulpeloos zijn

47
Q

Wat is de angry and impulsive child mode?

A

Modus die reflecteert dat het kind weet dat zijn emotionele behoeften niet vervuld zijn en dat hij misbruikt is. Herinneringen kunnen boosheid triggeren

47
Q

Wat is de detached protector mode?

A

Modus die gaat over een copingmechanisme waarin een kind zich afsluit en terugtrekt en zich vaak leeg voelt. Als kind was dit een coping om negatieve emoties niet te voelen

48
Q

Wat is de punitive parent mode?

A

Modus die reflecteert hoe de cliënt geïnternaliseerd hoe zijn ouder hem heeft gedevalueerd of misbruikt heeft. Voelt zichzelf een slecht persoon en niet geliefd

49
Q

Wat is de healthy adult mode?

A

Een gezond zelfbeeld bij mensen die hun emotionele behoeftes vervuld hadden als kind. Is vaak niet sterk bij mensen met borderline

50
Q

Welke 4 mechanismes van therapie worden toegepast in SFT?

A
  1. Limited reparenting, waarin de therapeut probeert te compenseren voor de omgeving waarin iemand is opgegroeid
  2. Emotion-focused work, waarin je schema’s en emoties verwerkt
  3. Cognitive restructuring & education, de cliënt leren wat normale emotionele behoeften zijn en dit valideren
  4. Behavior pattern breaking, adaptieve manieren ontwikkelen om de emotionele behoeften te vervullen
51
Q

Wat is tranference-focused therapy?

A

Therapie die de focust legt op het leren accepteren van tegenstellende gevoelens en ideeën hebben. De relatie met de cliënt wordt gemonitord op emotionele thema’s

52
Q

Wat is de functie van splitting?

A

Het is een defence. Om het goede te beschermen moet je het helemaal apart houden van de slechte dingen

53
Q

Wat is een belangrijk aspect van TFT?

A

Dat er een behandelingscontract onderhandeld wordt.

54
Q

Wat is mentalization-based therapy?

A

Therapie die focust op het verbeteren van iemands capaciteiten om te mentalizeren, vooral tijdens stressvolle situaties en bij belangrijke hechtingsrelaties

55
Q

Wat is cognitieve therapie?

A

Therapie die focust op het verbeteren van dysfuntionele ideeën.

56
Q

Wat zijn voordelen van schema therapie over transference focused therapie?

A

Het brengt meer verandering teweeg in cliënten, heeft minder attrition en is betere cost-effectiveness

57
Q

Wat zijn de criteria voor narcistische PD?

A
  1. Grandioosheid
  2. Fantasieën over succes, macht, schoonheid, etc.
  3. Gelooft dat hij uniek is of alleen kan associeren met speciale mensen
  4. Heeft extreem veel bewondering nodig
  5. Denken dat je bijzondere rechten hebt
  6. Exploiteert anderen
  7. Heeft geen empathie
  8. Vaak jaloers of denkt dat anderen jaloers op hem zijn
  9. Arrogante houding
58
Q

Hoe werkt het gebrek aan empathie in mensen met narcistische PD?

A

Ze kunnen het wel voelen, maar zijn vaak niet bereid om zich te identificeren met de gevoelens van anderen

59
Q

Wat is de narcistische paradox?

A

Narcisten presenteren zichzelf als grandioos, maar hebben een fragiel zelfbeeld en zijn gevoelig voor vernedering.

60
Q

Welke soort therapie lijkt het beste te werken voor narcistische PD?

A

Psychodynamische of cognitief/schema therapie

61
Q

Hoe denkt Kernberg dat narcistische PD ontstaat?

A

Als een kind opgroeit in een emotioneel onvolvullende omgeving, vlucht hij naar een aspect waar zijn ouders wél waarderen en krijgt daar uiteindelijk een grandioos beeld over

62
Q

Wat stelt de social learning account van Millon over het ontstaan van narcistische PD?

A

Dat het ontstaat uit de overwaardering van ouders, waardoor het kind gaat geloven dat hij speciaal of perfect is.

63
Q

Hoe is narcistische PD gecorreleerd met de Big Five?

A

Narcistische mensen scoren vaak hoog op extraversie en laag op agreeableness

64
Q

Wat zijn de criteria voor histrionische PD?

A
  1. Is oncomfortabel als ze niet in de aandacht staan
  2. Interactie met anderen is vaak seksueel verleidelijk of uitdagend
  3. Heeft snel wisselende oppervlakkige emoties
  4. Gebruikt uiterlijk om aandacht te trekken
  5. Impressionistische praatstijl zonder details
  6. Is theatraal en overdrijft emoties
  7. Is makkelijk beïnvloedbaar
  8. Denkt vaak dat relaties intiemer zijn dan ze werkelijk zijn
65
Q

Hoe kan histrionische PD geuit worden op sekse-specifieke manieren?

A

Mannen kunnen antisociale PD ontwikkelen, en vrouwen krijgen eerder het label histrionisch of somatization disorder

66
Q

Waar heeft histrionische PD veel comorbiditeit mee?

A

Eetstoornissen, vaginisme, fibromyalgie, verslaving, cluster B PD’s, afhankelijke PD en trauma

67
Q

Wat stelt Kohut over narcistische PD?

A

Als de moeder niet bevestigend is tegenover het kind en er geen goede empathie is, ontstaat er bij het kind een zwak zelfbeeld en kan diegene zijn emoties niet goed reguleren. Zo ontstaat narcisme