week 4 Flashcards

1
Q

Hoe wordt dikke darmkanker ook wel genoemd?

A

Colo-rectaal carcinoom (CRC)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar in de dikke darm komt kanker het meest voor?

A

aan de linker kant van de dikke darm (70%) –> vanaf decending

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe heet de genetische ziekte die een heleboel poliepen aan de binnenkant van de darm veroorzaakt?

A

Familiare Adenomateuze Polyposis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke mutatie zorgt voor een afwijking in de darm –> poliep?

A

APC (geboorte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn risicofactoren van dikke darmkanker?

A
  • roken en alchol
  • overgewicht
  • weinig beweging
  • voeding (voldoende vezels en eten rood vlees)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de drie symptomen van clorecrectaal carcinoom (CRC)?

A
  1. veranderd defecatie-patroen
  2. bloedverlies
  3. buikpijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de TNM stadiering?

A

zegt iets over de
T: locale diepte penetraite in / door darmwand
N: Lokale kliermeta’s
M: metastasen op afstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de ratio van screenen op darmkanker?

A
  • mortaliteit CRC verminderen
  • verlagen CRC incidentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoeveel procent van de patienten van IBD (inflamatory bowel disease) bestaat uit kinderen?

A

20%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is kenmerkend voor Morbus Crohn?

A

transmurale inflamatie: stukken door de hele tractus digestives.

klinische verschijnselen
- fistels
-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is kenmerkend voor colitis ulcerosa?

A

start in het rectum en loopt proximaal (alleen in colon) en is continu

klinische verschijnselen:
- diarree
- bloed en slijm
- toename defecatiedrang (loze aandrang)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de pathogenese van IBD?

A

multifactorieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

behandeldoelen bij IBD?

A
  • inductie remissie: tot rust komen van ziekte
  • onderhouden remissie: voorkom terugkomst ziekte
  • voorkomen en behandelen van complicaties: afwegen risico’s behandeling en bijwerkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke behandelmethode word verkozen bij colitus ulcerosa en bij ziekte van crohn

A

colitus ulcerosa: step up approach (als je tijd hebt)
ziekte van Crohn: top down aproach –> meest effectieve behandeling eerst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke immunosuppressiva wordt gegeven bij IBD?

A
  1. thiopurines: aziathiprine, mercaptopurine, tioguanine
  2. Methotrexaat
  3. 3 maanden inwerktijd, dus alleen onderhoudstherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Biologicals

A
  1. anti-TNF
    - infliximab
    - adalimumab
    - Golimumab
    2.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke diagnostiek wordt gebruikt bij IBD?

A
  • bloed en ontlasting
  • endoscopie met biopten
  • MRI
  • CT (in specifieke gevallen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is Calprotectine?

A

Is een goede maat om een goede diagnose waarschijnlijkheid te bepalen en het ziekte beloop te monitoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

benoem de behandelpiramide van IBD, van laag naar hoog.

A
  • Mesalazine: anti-inflamatoire medicijnen. Worden niet voorgeschreven bij de ziekte van Crohn
  • corticosteroide: prednison of steroide sparende medicatie, zoals budesonide
  • immunosupressiva zoals MTX of azathioprine
  • anti-TNF-a zoals infliximab of adalimumab
  • vedolizumab
  • JAK STAT: Tofacitinib
  • Chirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

benoem de bijwerkingen van de volgende medicatie:
- mesalazine:
- corticosteroide
- immunosupressiva zoals MTX of azathioprine
- Anti-TNF-a zoals infliximab of adalimumab

A

mesalazine: hoofdpijn, misselijkheid, pancreatitis, interstitiele nefritis of bloedverlies

corticosteroide: emotionele instabiliteit, acne, oedeem, hypertensie, infecties, diabetes, gewichtstoename en ostheoporose

immunosupressiva: beenmergtoxiteit, pancreatitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat doet vedulizumab?

A

door deze stof kunnen cellen niet aan de bloedvatwand hechten, waardoor de ontsteking niet kan ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat betekent chirurgie bij morbus Crohn en bij colitis ulcerosa?

A

Morbus Crohn: palliatief
colitis ulcerosa: curatief (genezend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat doet anti-TNF-a zoals infliximab of adalimumab?

A

TNF is een cytokine die bij colitis ulcerosa en bij de ziekte van Crohn verhoogd aanwezig is en de onsteking stimuleerd –> anti-TNF-a geeft hier een remming op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is het nadeel van ileocoecaal resectie? welke behandeling wordt hier voor gestart?

A
  1. galzouten kunnen niet meer worden opgenomen in het terminale deel van het ileum. Dit gebeurt in het colon, het colon kan daar niet tegen –> galzouten diaree. kan daardoor ook een tekort aan foliumzuur en vit B12 optreden

behandeling: Questran, stof die galzouten wegvangt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is een anemie en hoe ontstaat het?

A

bloedarmoede door een tekort aan Hemoglobine

26
Q

Uit welke 4 ketens bestaat hemoglobine?

A
  • 2 alfa-ketens
  • 2 beta-ketens
  • kleine hoeveelheid delta-ketens (HBA2: a2d2)

!! elke keten heeft een FE2+ molecuul waaraan O2 gebonden kan worden.

27
Q

Bij welke hemoglobine is de zuurstofaffiniteit heel hoog?

A

bij foetaal hemaglobine

28
Q

Op welke chromesomen liggen de alfa, de beta en de delta ketens?

A

Alfa: chrom 16 (4 genen)
beta: chrom 11 (2 genen)
delta: chrom 11 (2 genen)

29
Q

Waar worden erytrocyten gevormd?

A

in het beenmerg

30
Q

Waarvan is de opname en afgifte van O2 afhankelijk van?

A
  1. O2-spanning:
  2. pH: acidose –> O2 afgifte makkelijker
  3. temperatuur: omhoog –> O2 afgifte makkelijker
  4. 2,3-diphosphoglyceraat concentratie (2,3-DPG) –> hoog bij chronische bloedarmoede, maakt zuurstoftransport makkelijker.
31
Q

Welke symptomen passen bij zuurstofarmoede?

A
  1. pijn op de borst
  2. moeheid
  3. kortademigheid
  4. bleek zien
32
Q

welke lagen van de darm doen mee bij iBD?

A

crohn: transmuraal (alle darmlagen)
Colitis ulcerosa: oppervlakkig (sub)mucosaal

33
Q

bevinden er afwijkingen in de darm bij IBD?

A

Chron: abcess, fistels,
colitis ulcerosa: zelden

34
Q

Wat is kenmerkend aan de binnenkant van het colon?

A

driehoekig

35
Q

Wat doe je voordat je thiopurines voorschrijft?

A

kijken of iemand in het TPMT een mutatie heeft

36
Q

Wanneer mag je MTX (methotrexaat) niet voorschrijven?

A

bij mensen met een gewenste zwangerschap –> zorgt voor vermindering foliumzuur

37
Q

Wat moet eerste worden uitgesloten en op welke manier alvorens te starten met biologicals?

A
  • HIV
  • Hepatitis B en C
  • TBC
38
Q

Wat is de montreal classificatie?

A

classificatie voor IBD

39
Q

wat is een pouch?

A

een kunstmatig zakje wat de ontlasting bij elkaar houd in het lichaam.

40
Q

Waar worden rode bloedcellen gemaakt vanaf foetale fase?

A

3e week: dooierzak, chorion
6e week: lever, milt
5e maand: beenmerg
kinderen: wervels, platte beenderen, lange pijpbeenderen
volwassenen: wervels, platte beenderen, bovenste gedeelte

41
Q

Is er een verschil van HB waarde bij mannen en vrouwen? zoja waar komt dat door?

A

jaa mannen hebben doorgaans meer hemoglobine dan vrouwen, dit komt door testosteron. Op oudere leeftijd neemt testosteron af bij mannen en dus ook HB –> dan HB weer gelijk

42
Q

Waar is de clasificatie normaal van afhankelijk? (psychologie)

A
  1. situatie
  2. tijd
  3. cultuur
43
Q

Wat is manie?

A

een periode van overdreven opgewektheid, waarbij men de realiteit uit het oog verliest.

44
Q

Wat zijn de aspecten van angst?

A

biologie: sympatische activiteit
psychologie: verhoogde aandacht voor angst-opwekkende stimulli, andere interpretatie van informatie
sociologie: ondersteuning door omgeving

45
Q

Wat zijn de aspecten van een depressie?

A

biologie: serotonerge systeem
psychologie: veranderde cognities (minderwaardigheid, schuld, machteloosheid)
sociologie: verminderde interactie

46
Q

Welke twee factoren zijn nodig voor de productie van erytropoetine (EPO)

A
  1. HIF-1beta
  2. HIF-1alfa –> niet stabiel, bij veel/genoeg zuurstof wordt het afgebroken waardoor het niet kan binden aan HIF-1beta waardoor epo gen niet wordt aangemaakt.
47
Q

Wat zijn de bouwstoffen van erytropoiese?

A
  • ijzer
  • vitamine B12
  • foliumzuur (vitamine B11)
48
Q

Hoe kun je ijzer verliezen?

A
  • menstruatie
  • huid
  • haar
49
Q

Hoe vind transport van ijzer plaats in het lichaam, dmv van welk transporteiwit?

A

Ferroportine

50
Q

Wat zijn de normaalwaardes van hemoglobine bij mannen, vrouwen en zwangere

A

man: 8,6 -10,5 mmol/L
vrouw: 7,5-9,5 mmol/L
zwanger: >6,5 mmol/L

51
Q

Wat is het gemiddelde volume van erytrocyten?

A

80-100 fL (10^-15 L)

52
Q

hoe vaak komt bloedarmoede voor?

A

mannen: 4%
vrouwen: 8%

53
Q

Wat zijn de twee indelingen die in de kliniek veel gebruikt worden?

A
  1. indeling naar oorzaak
    - probleem met aanmaak
    - verlies van ery’s
    - verhoogd verbruik/afbraak van ery’s (verkorte levensduur)
  2. indeling naar grootte van erytrocyten (MCV)
    - microcytaire anemie (MCV<80 fl)
    - normocytaire anemie (MCV 80-100 fl)
    - macrocytaire anemie (MCV>100 fl)
54
Q

benoem de reticulocyten gehalte bij microcytaire anemie tijdens:
- Fe gebrek (RDW verhoogd)
- Hb-pathie (RDW normaal)
- thalassemie: (kwantitatief defect Hb-ketens)
- anemie van de chronische ziekte

A

Fe gebrek: reticulocyten verlaagd
Hb-pathie (RDW normaal) (ijzertransport gaat niet goed): reticulocyten normaal of verhoogd
anemie van de chronische ziekte: reticulocyten verlaagd

55
Q

Wat zijn reticulocyten? wat weerspiegelen ze?

A

de jongste cellen die zichtbaar zijn in het bloed, voorloper van de erytrocyten

Ze weerspiegelen de activiteit van het beenmerg.

bijv. een anemie kan veroorzaakt worden door een verlaagde aanmaak –> erytrocyten ook laag.

56
Q

benoem het reticulocyt gehalte bij normocytaire anemie (MCV 80-100):
- acute bloeding
- nierziekte
- anemie van de chronische ziekte
- infiltratie beenmerg door maligniteit
- myelodysplastisch syndroom (MDS)
- Hemolyse zonder reticulocytose
- Sikkelcel anemie (kwalitatief defect Hb-ketens)
- aplastische anemie

A
  • acute bloeding: cellen die er zijn zijn normaal
    nierziekte (epo productie verlaagd): verlaagd
  • anemie van de chronische ziekte: verlaagd
  • infiltratie beenmerg door maligniteit: verlaagd
  • myelodysplastisch syndroom (MDS): verlaagd
  • Hemolyse zonder reticulocytose: normaal
  • Sikkelcel anemie (kwalitatief defect Hb-ketens): verhoogd
  • aplastische anemie: verlaagd
57
Q

benoem het reticulocyt gehalte bij macrocytaire anemie (MCV > 100):
- vitamine B12 deficientie
- foliumzur deficientie
- alcohol
- hypothyreoidie
- myelodysplastisch syndroom (MDS)
- Hemolyse (reticulocytose)

A
  • vitamine B12 deficientie: verlaagd
  • foliumzur deficientie: verlaagd
  • alcohol: verlaagd
  • hypothyreoidie: verlaagd
  • myelodysplastisch syndroom (MDS): verlaagd
  • Hemolyse (reticulocytose): verhoogd
58
Q

hoelang leven rode bloedcellen?

A

120 dagen

59
Q

Wat is het RDW?

A

spreiding van grootte van de eryotrocyten (range). Bij verhoging ligt de grootte van de ery’s ver uit elkaar.

60
Q

Als je iemand ijzertabletten voorschrijft voor iemand met anemie, hoelang moet je deze dan slikken?

A

3 maanden

61
Q

Wat is malena?

A

bloeding hoog in de tractus digestives, gaat gepaard met
- zwarte poep
- typische geur