Week 3 Flashcards
Wat houd de regel van 2 in i.c.m. met de lever?
- 2e meest ingewikkeld orgaan van het lichaam
- 2e grootste orgaan van het lichaam
- bevat 2% van totale bloed
benoem de drie zones van de lever. In welke zone ligt de minste zuurstof en welke de meeste?
zone 1: periportal cells (meeste O2)
zone 2: mid-lobular cells
zone 3: pericentral cells (minste O2)
Hoeveel cellen hebben we in de lever? en hoeveel kernen kunnen ze bevatten
Meer als 15 verschillende cellen, een van de weinig lichaamscellen die een of meer kernen bevatten.
welke drie gespecialiseerde regio’s bevatten de hepatocyten?
- sinusoidaal
- lateraal
- canalicular (kanaal vormig)
benoem de weg van de gal (biliary)
- Bile canaliculi
- canals of Hering
- Bile ductules
- interlobular Bile ducts
Met welke stof kunnen we het biliary systeem goed aankleuren?
CD10
Hoe heet het biliary vat wat 14 kanaaltjes met elkaar verbind en dat vervolgens afvoert via de bile ductules?
canals of Hering
benoem de zes functies van de lever
- metabole functie
- opslag functie
- excretie en secretie
- beschermende functie
- zuivering (med. Tox, horm, Amoniac)
- kuppfer cellen (bact etc.) - circulatoir
- stolling
Welke vitamines zijn in vet oplosbaar en welke vitamine is in water oplosbaar?
vet oplosbaar: vit A, D, E, K
water oplosbaar: vit B12
Waar bestaat gal uit?
- water
- cholestrol
- galpigmenten (bilirubine en biliverdine)
- anionen van de galzuren
- fosfolipiden
- bicarbonaat
wat wordt er door de lever gesecreteerd/gemaakt?
- gal
- insuline-like Growth Factor 1 (IGF-1)
- meeste proteïnen in bloed (antilichamen)
- Cholesterol
- vetzuren (via lipoproteinen)
hoe wordt de lever ook wel genoemd?
wat maakt de lever zo uniek?
‘de voorkamer’
Verkrijgt bloed deels via v. portea (75%) en de a. hepatica (25%)
Welke stollingsfactoren produceert de lever?
- fibrinogeen I
- prothrombine II
- Antithrombine
- Factoren (V, VII, IX, X, XI)
- Proteïne C
- Proteïne S
Wat zijn de oorzaken van leverfalen?
- Steatohepatitis (alcohol en metabool syndroom–> leververvetting) 50-70%
- Viraal (HBV en HCV)
- auto-immuun (AIH, PSC, PBC)
- Genetisch (hemochromatose, Wilson en alpha-1 antitrypsine deficiëntie.)
Wat wordt een steeds meer voorkomend probleem in de toekomst als het gaat om levercirrose?
overgewicht –> leververvetting
benoem de behandeling van leverfibrose
- viraal
- alcohol
- vervetting
- PBC/PSC
- AIH
- Wilson / hemochromatose
- Toxisch
- viraal = antivirale therapie
- alcohol = stoppen!
- vervetting = afvallen
- PBC/PSC = ursochol
- AIH = immunosuppressiva
- Wilson / hemochromatose = chelatie koper en ijzer
- Toxisch = stoppen met medicatie
wat is ursochol?
Een middel wat de galwegen beschermt
Welke oorzaken van leverfibrose en Cirrose zijn reversibel en welke niet?
reversibel
- alcohol
- vervetting
- HBV
- HCV
- AIH
- Wilson
niet reversibel
- PSC
- PBC
- Hemochromatose
- Alfa-1-antitrypsine deficiëntie
- Hepatitis D (elta)
benoem complicaties die kunnen ontstaan van Cirrose?
- ascites
- spontane bacteriele peritonitis
- hepatische encefalopathie
- varices bloeding
- hepatorenaal syndroom
- hepatocellulair carcinoom
benoem enkele klinische symptomen van cirrose?
- kan lang asymptomatisch zijn
- hepatomegalie (vergroten lever)
- icterus (geelzucht)
benoem de gevolgen van cholestase
- icterus
- pruritis (jeuk)
- Xanthelasmata / Xanthomen
- steatorroe
- galstuwing in de lever
Wat is het verschil tussen intra- en extrahepatisch?
extrahepatisch is het deel dat door de alvleesklier gaat naar het duodenum.
intrahepatisch is het deel in de lever
Welke diagnoses passen bij intra- en welke bij extrahepatisch
intrahepatisch:
- genetisch (PFIC, ICP)
- virussen
- toxisch medicamenteus
- auto-immuun (PSC, PBC, AIH, AIP)
extrahepatisch
- galstenen
- stricturen galwegen (PSC, chron. pancreatitis)
- maligne obstructies
prehepatisch
- vasculaire obstructie
- hemolyse (uit elkaar vallen van rode bloedcellen)
wat is een ander woord voor galstenen?
cholethiasis
Waar staat ERCP voor en wat is het?
E= endoscopisch
R= retrograde
C= cholangio-
P=pancreaticografie
Het is een endoscopisch onderzoek waarbij een scoop door de maag naar het duodenum –> voerdraadjes gaan naar de galwegen waar contrast word ingespoten.
Welk onderzoek zet je in als je een echo, ERCP en CT al hebt uitgevoerd bij een verdenking op cholethiasis?
MRCP (MRI met protocol voor afbeelden galwegen) of EUS (endoscopische)
Waar staat PBC voor en wat is het precies?
primary Biliary Cholangitis
kleinste galwegen in de lever verdwijnen dus mindere afvloed van gal wat leid tot een toxisch effect in de lever –> leidt tot fibrose/cirrose.
Wanneer mag je de diagnose PBC vaststellen?
- anti-mitochondriale antistoffen (90-95)
- chronische cholestase (>6 maanden)
Bij wie komt PBC het meest voor?
- meer bij vrouwen
- middelbare leeftijd
- noordelijk halfrond
Wat is de behandeling van cholethiasis? Wat doet het?
Ursodeoxycholic Acid –> UDCA (First-line Treatment)
- minder progressie fibrose
- verbetering van cholestase
- anti-apoptose
- anti-inflamatoir
Wat kun je toevoegen aan de behandeling waarbij al ursodeoxicholzuur is gegeven maar daar onvoldoende op reageren bij het hebben van PBC
nucleare receptor antagonisten
- obeticholzuur
- bezafibraat
laatste optie is levertransplantatie
Wat is PSC? Hoe wordt dit gediagnosticeerd?
primaire scleroserende Cholangitis
- oorzaak onbekend
- pANCA is positief
- MRCP met typische bevindingen
- kralensnoer
Wat is de prevalentie man/vrouw bij PBC en PSC?
PBC komt meer voor bij jonge vrouwen
PSC komt meer voor bij jongen mannen (zeldzamer)
Kun je usodeoxycholzuur voorschrijven bij mensen bij PSC
weten het niet zeker, geen algemeen bewijs voor. In ieder geval geen gebruik van hoge dosis!
Wat zijn de risico’s bij PSC?
- cholestase (galstuwing)
- ontwikkelen van dominante stenose
- bacteriële cholangitis
- cholangiocarcinoom
- galblaascarcinoom
- colorectaal carcinoom
- PSC 70% heeft IBD
- IBD 4-5% heeft PSC
- complicaties van cirrose
Wat is de meest frequente indicatie voor levertransplantatie in Nederland?
PSC
wat is het het nut van de spijsvertering?
- afbraak macromoleculen waardoor transport verbeterd.
- niet optreden van imunorespons door de afbraak van eiwitten tot aminozuren
Tot wat worden eiwitten, koolhydraten en vetten afgebroken in het lichaam?
- eiwitten –> aminozuren
- koolhydraten –> individuele suikermoleculen
- vetten –> glycerol en vetzuren
Welke enzymen worden gebruikt bij de vertering? Wat is de naam van deze enzymen voor koolhydraten, vet en eiwitten?
hydrolases (gebruiken water om afbraak te kunnen genereren)
koolhydraat –> glycosidase
vet –> esterase
eiwit –> amidase
levert hydrolyse ATP?
nee, wel warmte
welke vier voedingscompenten bestaan uit koolhydraten?
- zetmeel
- glycogeen (dierlijk)
- saccharose
- lactose