Week 4 Flashcards
1
Q
Reclassering
A
Bepaalt risico’s van een dader, na vrijlating van een dader houden ze hem in de gaten om recidive te voorkomen
2
Q
HALT
A
Instelling bij milde overtredingen om jongeren weer op het rechte pad te krijgen
3
Q
Jeugdstrafrecht
A
- Jongeren tussen de 12 en 18 jaar
- Combinatie tussen straf en zorg (= pedagogisch karakter)
- Rekening gehouden met de ernst en omstandigheden van het delict
- Houdt rekening met de ‘onvolwassen’ staat van de jeugdige dader
4
Q
Adolescentenstrafrecht
A
- Jeugdstrafrecht mogelijk voor jongvolwassenen van 18 tot 23 jaar
5
Q
Doelen van een straf
A
- Vergelding
- Onschadelijkmaking/incapacitatie
- Generale preventie (afschrikking)
- Speciale preventie (Afschrikking, resocialisatie/rehabilitatie)
6
Q
Pains of imprisonment
A
Detentieschade, schade door gevangenschap:
1. Geen vrijheid
2. Geen bezittingen, activiteiten
3. Geen heteroseksuele relaties
4. Geen autonomie
5. Geen veiligheid
7
Q
Deprivatiemodel
A
Detentieomgeving staat centraal
8
Q
Importmodel
A
Individuele kenmerken staan centraal
9
Q
Gevolgen van detentie
A
- Stopt met crimineel gedrag (desistance)
- Recidiveert
10
Q
TBS
A
Terbeschikkingstelling = behandelmaatregel in een (beveiligde) forensische psychiatrische instelling