Week 2 Flashcards

1
Q

Onderdelen van de routine activiteiten theorie

A
  1. Gemotiveerde dader (handler)
  2. Aantrekkelijk doelwit (guardian)
  3. Afwezigheid van toezicht (manager)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bounded rationality

A

Het maken van een kosten-batenanalyse op basis van de beperkte signalen uit de directe omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer is het een aantrekkelijk doelwit

A

CRAVED
* Concealable
* Removable
* Available
* Valueable
* Enjoyable
* Disposable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3 soorten daders/criminele carrière mogelijkheden

A
  1. Persisters –> De criminele die hun hele leven door blijven gaan, ze doen dit op een consistente manier
  2. Desisters –> De criminele die alleen in een bepaalde fase van hun leven criminaliteit plegen, maar hier na een tijdje weer mee stoppen
  3. Intermittent offenders –> De criminele die om de zoveel tijd een delict plegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Keerpunt

A

Een gebeurtenis in het leven van een dader die leidt tot een verandering in levensomstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

4 Voorwaarde voor een keerpunt om iemand te laten stoppen met delinquent gedrag

A
  1. Afsnijden van verleden
  2. Positief effect van sociaal netwerk: toezicht en steun
  3. Verandering van de structuur in routine activiteiten
  4. Verandering van identiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Homo economicus

A

Rationele mens, gedrag komt uit rationele keuzes, snelle beslissingen en kosten-batenanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Homo sociologicus

A

Sociaal mens, gedrag komt uit interactie met sociale omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly