Week 4 Flashcards

1
Q

smart grid betekenis

A

slimme elektriciteitsnetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar komt elektrische energie binnen in een woning

A

in de meter kast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

maten van een meter kast zijn

A

vastgelegd met een minimale groter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

meter kast is een

A

technische ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

in oudere meterkast wordt er gebruik gemaakt van

A

D-patroon of zekeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waaruit bestaat een smeltveiligheid

A

een porseleinen behuizing waar zand in zit , midden in het zand loopt een dunne draad , wanneer de stroomsterkte te groot wordt dan smelt het draadje en valt de spanning uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

aanspreekstroom

A

de zwakste stroom waarbij na 1 uur de beveiliging de stroomkring onderbreekt … beveiligt enkel tegen overbelasting en kortsluiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

in oudere meterkasten word gebruikt gemaakt van

A

d patronen of zekeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waaruit bestaat een smeltveiligheid

A

een smeltveiligheid bestaat uit een porcelijnen behuizing waar zand in zit . midden door het zand loopt een drunne draad als een stroomsterkte te groot wordt dan smelt het draadje en valt de spanning uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is aanspreekstroom

A

de zwakste stroom waarbij na 1 uur de beveileging de stroomkring onderbreekt … dit beveiligt enkel tegen grote overbelasting en kortsluiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat voor een zekeringen worden tegenwoordig gebruikt

A

automatische zekeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

automatische zekeringen bevatten 2 soorten beveiligingen

A

thermische uitschakelinrichting en elektromagnetische uitschakelinrichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat gebeurd er bij thermische uitschakelinrichting

A

door een te hoge stroomsterkte onstaat warmte ontwikkeling hierdoor trekt een bimetaal krom en schakelt de zekering uit . bij een grote stroom schakelt het sneller uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat gebeurt er bij elektromagnetische uitschakelinrichting

A

deze begint te werken wanneer er door een plotselingen kortsluiting de stroomsterkte boven een bepaalde waarde komt. door de grote stroom wordt in de spoel van de elektromagneet een grote magnetische kracht ontwikkeld die de schakkelaar uitschakelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

uitschakelkarkteristiek b

A

voor licht en leidingbeveiliging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

uitschakelkarakteristiek c

A

voor het beveiligen van groepen waar hogere stroom pieken voor kunnen komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

uitschakelkarakteristiek d

A

voor het beveiligen van groepen waar hoge aanloopstromen in voor komen bijv motoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

hoe kan kortsluiting en aardsluiting verminderd

A

door goede isolatie van elektrische kabels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

is kortsluiting uit te sluiten

A

nee nooit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

voordeel van de omhulling van bijv een wasmachine met aarde te verbindinen

A

hierdoor vloeit de stroom direct naar de aare waardoor de weestand van deze verbinding veel lager dan de weerstand ons lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

aarding vindt plaats via

A

een extra draad in de aansluitkabel van de stekker en het stopcontact is voorzien van een extra contactstrip zogenaamde randaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

is aarden veilig

A

jaa maar niet honder procent want de smeltveiligheid smetl niet in alle gevallen door een goede aanvulling hierop is een aardlek schakelaar

23
Q

wat doet een aardlek schakelaar

A

wordt in de voeding van de groepenkast opgenomen wanneer er geen probleem is zal de stroom in de terugvoerleiding even hoog zijn als de stroom in in de toevoerleiding .

bij een aardsluiting lekt een deel van de toegevloeide stroom weg . deze stroom loopt niet via de terugvoerleiding terug . de aarlekschakelaar meet dit verschil zeer snel op 0.2 s

24
Q

waarde aardlek schakelaar

A

30ma

25
Q

smart grid is

A

een slimme besturing voor afstemming van opwek en gebruikers op verschilllende niveaus . het is een besturing op gebruikers niveau doel hiervan is gelijkmatige belasting van het elektriciteitsnet

26
Q

stroom uit het stopcontact komt door

A

stroom uit het stopcontact komt door een netwerk van bovengrondse leidingen, ondergrondse hoogspanningkabel en laagspanningskabels vanaf centrales en via onderstations en transformatorhuisjes

27
Q

bovengrondse leidingen zijn

A

hoogspanningslijnen

28
Q

de opwekking van elektrische energie vindt plaats in

A

centrales bij spanningen van van 10.000v tot 20.000v

29
Q

in stroomcentrales wordt door …. elektriciteit opgewekt

A

in stroomcentrales wordet door vaste vloeibare en gasvormige branstof stroom gegenereerd in stoomketels. de stoom wordt gebruikt door turbines die turbogeneratoren aandrijven

30
Q

behoren kerncentrales tot stoomcentrales

A

ja

31
Q

wat doet een kerncentrale

A

bij kerncentales wordt kernenergie gebruikt voor het opwekken van stroom

32
Q

elektriciteitsopwekking gebeurt via een

A

conventionele methode

33
Q

het opgestelde conventionele centrales in nederland bedraagt

A

300/900MW

34
Q

een kerncentale heeft een vermogen van

A

40MW tot 1300MW

35
Q

wat is de belangrijkste soort waterkracht centrale

A

de bergcentrale waarcan de grote kracht van het water ontstaat door het hoogteverschil van een waterval

36
Q

op welke manier kan er ook kunstmatige peilverschil worden gecreerd

A

doormiddel van een stuwdam

37
Q

wat gebeurt bij een centrale (qua krachten)

A

omzetting plaatst van potentiele energie naar kinetische energie

38
Q

nadelen waterkracht centrales

A

hoge aanlegkosten en ongelijkmatige wateraanvoer

39
Q

bij moderne waterkracht centrales is het rendement

A

meer dan 90 procnt

40
Q

wat gebeurt er in onderstations

A

wordt op korte afstand van de centrale spanning van draaistroom motoren van 10.15.20kv omhoog getransforneerd naar 150 kv 230kv 400kv vanuit hier wordt het verder getransformeerd naar het voorzieningsgebied en naar andere centrales

41
Q

voor het vermogen van een draaistroommotor geld de formule

A

p=uXi X cospi x wortel 3

42
Q

transport van elektrische energie bij een hoge spanning beteknt dat

A

dat er een lage stroom in de hoogspanningslijnen nodig is om een beoaalde vermogen over te brengen hierdoor heeb je slechts minimale verliezen

43
Q

R1 stelt de

A

weerstand van hoogspanningslijnen of hoogspanning kabels voor

44
Q

in de lokale transformator huisjes wordt

A

wordt uiteindelijk een spanning van 10kv omlaag getrnasformeerd naar 400/230v waarna het geschikt is voor woningen

45
Q

bij het transport van elektrische enerige is er een spanningsverlies in

A

kabels en leidingen

46
Q

elektriciteitsbedrijven schrijven voor de arbeidsfactor een minimale waarde van 0.8/0.85 voor

A

.

47
Q

wat kan er bij woningen die dicht bij de voedingskabel van een transformator huisje zijn aangesllotren

A

kunnen hoge spanning geleverd krijgen als er weinig of geen energie wordt gebruikt

48
Q

wat zijn moderne meters

A

zijn digitale meters met een display waarop het verbruik kan worden afgelezen

49
Q

mechanische meters zijn vervangen door

A

slimme meters

50
Q

bij uitbreiding van bestaande instalaties is het verplicht alle…. vervangen

A

smeltveiligheden te vervangen

51
Q

bij grote instalaties is het vermogen verdeeld op

A

op 3 fases dit wordt ookwel 3 fase aansluiting genoemd of krachtstroom

52
Q

wat komt er bij bij het loslaten van een draad of beschadigen van een draad

A

aardlekstromen

53
Q

aardlek stroom wordt gebruikt voor

A

voor de elektromagnetische uitschakling van een aardlekschakkelaar

54
Q

volgens de veiligheidsbepalingen wordt een wisselspanning van … v als veilige spanning beschouwd

A

50v