Week 32 Flashcards

1
Q
  1. Metabole acidose is een klinisch verschijnsel dat passend is bij bronchopulmonale dysplasie (BPD).
    (a) Juist
    (b) onjuist
A

Onjuist

Metabole alkalose is passend bij BPD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Een acuut benauwd geworden kleuter heeft een piepend geluid bij auscultatie over de rechterlong. De oorzaak van deze acute benauwdheid is waarschijnlijk:
    (a) exacerbatie van astma
    (b) aspiratie van een corpus alienum
    (c) een mycoplasma infectie
    (d) een virale luchtweg infectie
A

Aspiratie van corpus alienum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Hoesten dat ’s nachts erger is dan overdag past het beste bij:
    (a) astma
    (b) bronchiolitis
    (c) kinkhoest
    (d) pneumonie
A

Astma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Waardoor wordt een inspiratoire stridor bij een verhoogde luchtwegweerstand veroorzaakt? Door de ….
    (a) afgenomen druk in de hogere luchtwegen
    (b) afgenomen druk in de lagere luchtwegen
    (c) toegenomen intra-thoracale druk
A

Afgenomen druk in de hogere luchtwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
37.	Welk symptoom hoort bij Bronchopulmonale Dysplasie (BPD) ?
o	(a) productieve hoest
o	(b) hypercapnie 
o	(c) verlaagde luchtwegweerstand
o	(d) linkerventrikelhypertrofie
A

Hypercapnie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Welke van onderstaande is de meest waarschijnlijke oorzaak van een houdingsafhankelijke, inspiratoire stridor bij de inademing bij een zuigeling?
    o (a) pseudocroup (laryngeotracheobronchitis)
    o (b) laryngomalacie
    o (c) tracheomalacie
    o (d) pneumonie
A

Laryngomalacie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Er is voldoende wetenschappelijk bewijs dat roken in het bijzijn van kinderen, het zogenaamde meeroken van kinderen, kan leiden tot:
    (a) ADHD
    (b) Kanker
    (c) Wiegendood
A

Wiegendood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Welk advies ter voorkoming van wiegendood bij een zuigeling is juist?
    o (a) Het kind in buikligging laten slapen
    o (b) Een zacht matras in het kinderbedje
    o (c) Vermijden van blootstelling aan sigarettenrook
A

Vermijden van blootstelling aan sigarettenrook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Bij de huisarts komt een 6 jarig meisje dat mogelijk astma zou hebben.
    Welke combinatie van de volgende bevindingen pleiten tegen de diagnose astma?A: Een longfunctieonderzoek zonder tekenen van obstructie
    B: Aanvalsgewijze benauwdheid in rust
    C: Een inspiratoire stridor
    D: Goed effect van luchtwegverwijders
    (a) A, B en D
    (b) B en C
    (c) A en C
    (d) B, C en D
A

Aanvalsgewijze benauwheid in rust EN inspiratoire stridor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van de klachten bij een in de loop van de avond benauwd geworden peuter met een duidelijk hoorbare inademing is de oorzaak hiervan waarschijnlijk
    (a) Een Astma-exacerbatie
    (b) Een Corpus alienum
    (c) Een Epiglottitis
    (d) Een Laryngitits subglottica
A

Laryngitits subglottica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. Welke stelling is juist over tracheomalacie:
    (a) een extrathoracaal gelegen malacie collabeert tijdens de expiratie
    (b) een intrathoracaal gelegen malacie collabeert tijdens de expiratie
    (c) Tracheomalacie kan worden veroorzaakt door een relatief klein membraneus deel van de trachea
A

een intrathoracaal gelegen malacie collabeert tijdens de expiratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat veroorzaakt een piepende ademhaling?

A

Verhoogde intra-thoracale druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt zuurstoftoxiciteit en barotrauma voorkomen bij de behandeling van BPD?

A

Lagere pO2 en hogere pCO2 bij ventrilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een type I reactie?

A

IgE gemedieerde reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat helpt bij het stellen van de diagnose astma bij kinderen < 5 jaar?

A

Proefbehandeling met salbutamol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe vaak zijn kinderen gemiddeld verkouden per jaar?

A

3 tot 6 keer

17
Q

Welke cellen zijn meer aanwezig bij de chronische reactie van constitutioneel eczeem?

A

Th0 en Th1 cellen

18
Q

Welke cellen zijn meer aanwezig bij de acute reactie van constitutioneel eczeem?

A

Langerhanscellen en Th2 cellen

19
Q

Waarop is de diagnose constitutioneel eczeem gebasseerd?

A

Anamnese + lichamelijk onderzoek

20
Q

Hoe wordt cystische fibrose overgeerfd?

A

autosomaal recessief

21
Q

Wat is de standaard diagnostische test bij cystische fibrose?

A

Zweet chloride test

22
Q

Wat is een kenmerkend symptoom van cystische fibrose?

A

Trommelstokvingers

23
Q

Waarvoor codeert het gen dat is gemuteerd bij cystische fibrose?

A

CFTR : is essentieel voor transport van zout en water over celmembranen