Week 3 Verbintenisrechtelijke Aspecten Van Schuld En Betaling Flashcards
Verzuim van de schuldenaar
Een schuldenaar kan in verzuim raken wanneer hij zijn verplichtingen niet nakomt. Het moment waarop een schuldenaar in verzuim raakt, wordt beschreven in art. 6:81, 6:82 en 6:83 BW. Art. 6:81 BW geeft aan dat de schuldenaar in verzuim is wanneer hij niet op tijd aan zijn verplichtingen voldoet, maar dat dit onder bepaalde voorwaarden gebeurt. Art 6:82 BW legt uit dat de schuldenaar eerst schriftelijk in gebreke moet worden gesteld voordat hij in verzuim raakt. Dit betekent dat de schuldenaar een aanmaning stuurt waarin de schuldenaar een laatste kans krijgt om binnen een redelijke termijn aan zijn verplichting te voldoen. Artikel 6:83 BW beschrijft situaties waarin een gebrekenstelling niet meer nodig is, bijvoorbeeld als er een fatale termijn is verstreken of als de schuldenaar zelf al aangeeft niet te zullen nakomen. Samen leggen deze artikelen uit hoe een schuldenaar in verzuim raakt; doorgaans na een ingebrekestelling, tenzij er specifieke omstandigheden zijn waarin die niet nodig is.
Uitblijven van betaling
Een schuldenaar raakt dus in verzuim wanneer hij zijn verplichting niet nakomt. In de meeste gevallen gebeurt dit pas nadat hij schriftelijk in gebreke is gesteld. De schuldeiser stuurt dan een aanmaning waarbij de schuldenaar een redelijke termijn de verplichting niet voldoet, treedt hij in verzuim.
Als de schuldenaar in verzuim is, kan de schuldenaar blijven proberen om de betaling te innen door middel van aanmaningen of herinneringen. Middels deze aanmaningen wordt de schuldenaar kans geboden om de schuld vrijwillig te betalen, zonder dat er verdere stappen worden ondernomen. In deze fase kan de schuldeiser extra kosten zoals rente of boetes in rekening brengen. Als de schuldenaar, ondanks de aanmaningen, niet betaald, kan de schuldeiser een incassobureau inschakelen of een gerechtelijk incasso traject starten. Het incassobureau kan dan aanmaningen onder naam van het bureau sturen, In de hoop dat de schuld buiten de rechten om geïnd kan worden. Lukt dit niet, dan zal de schuldenaar naar de rechter moeten stappen om een vonnis te verkrijgen waarmee verdere (dwang) maatregelen, zoals beslaglegging, mogelijk worden.
1.3 Wet kwaliteit incassodienstverlening
Sinds 1 januari 2023 is de wet kwaliteit incassodienstverlening inwerking getreden. Vanaf deze datum moeten incassobureaus voldoen aan de gestelde eisen van de wet, zoals in verplichtte registratie en transparante werkwijze, om de kwaliteit van incasso dienstverlening te verbeteren en de consumenten beschermen. Belangrijk onderdelen van de wet zijn onder andere de verplichte registratie, de gedragscode, transparante en de beroepskwalificaties. Hiermee wordt gewaarborgd dat Mensen die In de schulden terechtkomen in zorgvuldige en verantwoorde incasso krijgen. De Wki heeft uitsluitend betrekking op buitengerechtelijke incassowerkzaamheden.
Indien een incassobureau niet is geregistreerd, is een schuldenaar niet gehouden om een vordering te betalen of een geldsom te voldoen jegens de aanbieder of verrichter van de buitengerechtelijke incassowerkzaamheden. Dit is bepaald in artikel 18 Wki.
Uitblijven van betaling huur
Huren is geregeld In de artikel 7:201 BW. Dit artikel stelt dat huur een overeenkomst is, waarbij de ene partij, de verhuurder, ze verbindt aan de andere partij, de huurder, in zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie. Op grond van artikel 7:212 BW is de huurder verplicht om de tegenprestatie op de overeengekomen wijzen en tijdstippen te voldoen.
In verhuren kan de huurovereenkomst opzeggen indien er een huurachterstand ontstaat. Artikel 6:265 BW bepaalt dat iedere tekortkoming van de ene partij In de nakoming van een van haar verbintenissen de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden. De Hoge Raad voegt hieraan toe dat bij ontbinding van huurovereenkomsten wegens het uitblijven van betaling van de huur het aan de feitenrechter is om te beoordelen of de tekortkoming, gelet op de omstandigheden van het geval kom maar wel onder het concrete belang van de huurder bij het voortduren van de overeenkomst, van voldoende gewicht is om de overeenkomst te ontbinden.
In de praktijk zo in kantonrechter bij een huur achterstand van meer dan 3 maanden, die in beginsel een ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde rechtvaardigt, dit niet altijd toewijzen. Als een huurachterstand door de huurder wordt ingelopen en de lopende huur weer wordt betaald, zou een ontbinding van de huurovereenkomst naar oordeel van een rechter In de meeste gevallen niet rechtvaardig zijn, zo blijkt ook uit een recente uitspraak van de rechtbank Zeeland West Brabant. Mocht er dan in het vervolg weer een nieuwe huurachterstand ontstaan, dan zal de kans op ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde een stuk groter zijn, zo oordeelde de rechtbank Rotterdam in een recente zaak.
2.1 Huren in plaats van kopen: abonnementen
Wij kopen op krediet worden goederen of dienst gekocht, Maar de betalingen van niet direct volledig voldaan. De betaling wordt uitgesteld en verspreid over een langere periode, vaak tegen rente of extra kosten. Dit geeft de koper de mogelijkheid om aankopen te doen Zonder direct het volledige bedrag te hoeven betalen. Een voorbeeld van koop op krediet dat in de praktijk veel voorkomt, Is het afsluiten van een telefoonabonnement inclusief toestel. Dit is het geval wanneer je naast de maandelijkse kosten voor bel-en databundels het toestel in termijnen betaald. Je stelt in kredietovereenkomst afkoop maar waarbij je het toestel op afbetaling koopt.
Naast de koop op afbetaling zijn er hedendaags steeds meer vormen van abonnementen. Er ontwikkelt zich in nieuwe trend: huren in plaats van kopen. De consument ziet voordelen in huur in plaats van koop; Zoals vergroting van het aanbod kom maar of de mogelijkheid om producten te kunnen gebruiken waarvan de aanschaf te duur is.
Naast de voordelen brengen abonnementen ook risico’s met zich mee, en dan met name de risico’s op schulden Als de abonnementen niet goed beheerd worden. Abonnementen kunnen zorgen voor te hoge maandlasten kom maar die wellicht op het moment van afsluiten haalbaar zijn kom maar In de toekomst niet meer. Zijn consumenten vaak gebonden aan langlopende contracten. Als er een financiële verandering optreedt, zoals baanverlies of onverwachte uitgaven, kan het lastig zijn om aan deze betalingsverplichting te blijven voldoen.
Op grond van artikel 6: 236 onder j BW moet je de bevoegdheid hebben om een voortgezette overeenkomst te allen tijde op te zeggen. Dit is een belangrijke regel om schulden tegen te gaan. Op deze manier kan je kom maar wanneer je je abonnementen niet langer kan betalen, de mogelijkheid krijgen om deze stop te zetten waardoor je niet te hoge maandelijkse lasten houdt die je niet kan betalen, Maar dat is schulden ontstaan.
2.2 Richtlijn oneerlijke bedingen
De richtlijn oneerlijke bedingen beschermt de consument tegen bedingen die oneerlijk zijn of waarvan wordt vermoed dat deze oneerlijk zijn. Deze richtlijn is van toepassing op overeenkomsten tussen consumenten en professionele partijen. Hieronder vallen ook huurovereenkomsten. Ten tijde van inwerk training van deze richtlijn was de consument, in tegenstelling tot hedendaags, meer gericht op koop. Doordat consumenten steeds meer gebruik gaan maken van de diensteneconomie (lease/huur), wordt koop secundair. Daarom stellen diverse wetenschappers dat vernieuwing of uitbreiding van de richtlijn noodzakelijk is om de consument voldoende te beschermen In de hedendaagse diensteneconomie.
Hartlief, ‘Koop als gids voor het contractenrecht?’, NJB
De koopovereenkomst wordt vaak beschouwd Als het standaardvoorbeeld binnen het contractenrecht. In de dienst economie raakt koop echter op de Achtergrond en krijgt de focus op de diensten overeenkomsten steeds meer nadruk. Dit heeft te maken met dit steeds meer zichtbaar wordende verschuiving: eigendom is uit en huur of op andere grondslag gebruik maken van diensten is in. Het gaat om het genot.in kenbaar voorbeeld is het swapfiets, waar je geen eigendom verkrijgt, maar in fiets huurt. Het leasen van producten komt steeds meer voor. Dit kan echter leiden tot afhankelijkheidsrelaties komen aangezien diensten overeenkomsten vaak voor langere periodes worden afgesloten.
Mak Legt uit hoe zeer de ontwikkeling van het contractenrecht en consumentenrecht is gericht op koop. Diensten overeenkomst ze blijven op verschillende punten achter.
1. Voorwaarden zijn minder transparant onder andere door de verscheidenheid van contracten.
2. Het is voor afnemers moeilijker te bepalen welke diensten zij mogen verwachten en waarvoor zij precies betalen
3. De kwaliteit van dienst is minder gegarandeerd dan bij koop waardoor objectieve criteria voor conformiteit gelden
4. De beschikbare oplossingen bij geschillen zijn minder duidelijk door de diversiteit aan contracten.
Toch blijft de koop een belangrijk TYPE contract en zal het kooprecht niet plotseling irrelevant worden. Wat we ons echter moeten realiseren in deze tijd van digitalisering en de opkomst van diensten, is dat we het contractrecht vaak nog steeds voornamelijk vanuit het perspectief van koopovereenkomst bekijken. We denken onbewust aan een contract als een koopovereenkomst, waarbij je twee prestaties uit worden gewisseld met de bedoeling om eigendom over te dragen. Deze opvatting staat ons In de weg; het contractrecht zouden zich meer moeten richten op digitaal dienstverleningcontracten.
H. van Boom, ‘Wet kwaliteit incassodienstverlening – enkele vermogensrechtelijke implicaties’, NTBR 2024/12.
Sinds 1 april 2024 is de wet kwaliteit incassodienstverlening Van kracht, die aanzienlijke verandering teweegbrengt in het incassolandschap van ons land. Voorheen kon vrijwel Iedereen zichzelf in incassobureau noemen door simpelweg een bord In de tuin te zetten, maar nu is dat niet langer toegestaan en kan het als een economisch delict worden beschouwd.
Incasso dienstverleners moeten nu voldoen aan de regels van de Wki. Voortaan mogen Alleen deurwaarders komen advocaten of geregistreerde incassodienstverleners deze taken uitvoeren. Deze nieuwe regels zijn ingesteld om agressieve incassopraktijken tegen te gaan. De wet heeft een brede reikwijdte en is van toepassing op buitengerechtelijke incassowerkzaamheden die:
1. Worden uitgevoerd of aangeboden als onderdeel van een beroep of bedrijf, of op een manier die suggereert dat ze professioneel zijn;
2. Voor een derde partij of na overdracht van de vordering plaatsvinden
3. Betrekking hebben op betalingen door een natuurlijke persoon die in Nederland woont artikel 2 Wki.
Deze 3 cumulatieve voorwaarden zorgen voor dat de wet niet Alleen van toepassing is op reguliere incasso werkzaamheden door een incasso dienstverlener voor de schuldeiser, maar ook situatie waarbij de dienstenverlener Vorderingsrechten aankoopt.
De wet steunt op twee fundamenten: de registratieplicht en de gedragsregels. Ten eerste is er een registratieplicht voor incasso dienstverleners die geen deurwaarder of advocaat zijn punt deze registratie vereist actieve screening voor kwaliteitswaarborging en Achtergrond checks. Registratie kan worden geweigerd als niet aan de toelatingscriteria wordt voldaan. De gedragsregels die voor alle betrokken partijen gelden kom op bepalen onder andere dat de incasso dienstverlening Alleen transparant mag optreden en dat Alleen gekwalificeerd personeel met een verklaring omtrent het gedrag incasso dossiers mag behandelen.
De Vogel, ‘Private Lease: Consumer Credit in Disguise?’, EuCML 2020/2, p. 51-60.
Wat is het probleem met private lease?
Private lease is een manier waarop consumenten producten en diensten kunnen gebruiken zonder eigenaar te worden. De aanbieder blijft eigenaar van het product, wat duurzaamheid bevordert. Het probleem is echter dat private lease niet dezelfde wettelijke bescherming biedt als consumentenkrediet, zoals vastgelegd in de EU-richtlijn Consumentenkrediet (CCD). Hierdoor lopen consumenten risico’s.
Belangrijke punten uit de tekst
Wat is private lease?
Een commerciële overeenkomst waarbij de aanbieder eigenaar blijft.
Bevordert duurzaamheid omdat de aanbieder verantwoordelijk blijft voor recycling en onderhoud.
Lijkt op consumentenkrediet, omdat consumenten in termijnen betalen, maar het valt niet onder de EU-richtlijn Consumentenkrediet (CCD).
Huidige regelgeving (CCD)
De CCD beschermt consumenten bij financiële diensten zoals leningen en biedt rechten zoals:
Informatie: Transparantie over kosten, voorwaarden, en risico’s.
Herroepingsrecht: Het recht om een overeenkomst te annuleren zonder boete.
Beëindigingsrecht: Mogelijkheid om een krediet kosteloos af te lossen.
Private lease valt buiten de CCD omdat consumenten geen eigenaar worden van het product.
Risico’s voor consumenten
Bij private lease ontbreken belangrijke beschermingsmaatregelen, zoals kosteloze beëindiging.
Er is geen wettelijke verplichting voor aanbieders om dezelfde bescherming te bieden als bij consumentenkrediet.
Consumenten lopen risico op onduidelijke voorwaarden en extra kosten bij beëindiging van een contract.
Zelfregulering in de private leasesector
Veel aanbieders (bijvoorbeeld die aangesloten zijn bij het Keurmerk Private Lease, KPL) bieden vrijwillig bescherming die lijkt op de CCD.
Dit is niet wettelijk verplicht, waardoor sommige aanbieders zich niet aan dezelfde hoge standaarden houden.
Waarom herziening van de CCD nodig is
Private lease wordt steeds populairder, mede door duurzaamheidstrends.
Nieuwe kredietvormen zoals private lease waren niet voorzien bij het opstellen van de CCD, waardoor deze regelgeving achterloopt.
Door private lease onder de CCD te brengen, zouden consumenten dezelfde bescherming krijgen als bij consumentenkrediet.
Voordelen van uitbreiding van de CCD
Het voorkomt dat private lease als een maas in de wet wordt gebruikt.
Consumenten krijgen betere bescherming, zoals duidelijke informatie en recht op beëindiging.
Het ondersteunt duurzame bedrijfsmodellen door consumenten meer vertrouwen te geven in gebruik-gebaseerde diensten.
Conclusie
De huidige bescherming voor private leaseconsumenten is niet voldoende. Een uitbreiding van de CCD om private lease te omvatten, zou de rechten van consumenten versterken en risico’s verkleinen. Dit is belangrijk in een tijd waarin duurzame en gebruik-gebaseerde bedrijfsmodellen steeds populairder worden.
Wat is een kredietovereenkomst?
Een kredietovereenkomst wordt gedefinieerd als een overeenkomst waarbij een partij (de kredietgever) aan de andere partij (de consument) krediet verstrekt In de vorm van uitgestelde betaling, léning of een vergelijkbare financiële faciliteit. Een private lease overeenkomst valt onder de definitie van consumentenkrediet, Maar de consument bij private lease ontvangt niet dezelfde bescherming, Omdat deze lease overeenkomst is uitgesloten van de CCD. De CCD sluit niet alle lease overeenkomsten uit, maar stel dat de richtlijn niet van toepassing is op huur- of lease overeenkomsten Zonder aankoopverplichting. Bij in private lease overeenkomst wordt de consument doorgaans geen eigenaar van het goed, hierdoor valt private lease buiten het bereik van de CCD. Door de toename van nieuwe kredietvormen, zoals private lease, is het noodzakelijk om de reikwijdte van de ccvd aan te passen. De financiële innovaties niet voldoende meegenomen In de richtlijn.
Volgens de CCD moet de consument de nodige informatie ontvangen over de contractvoorwaarden. Om transparantie te waarborgen en aanbiedingen vergelijkbaar te maken, moet de versterkte informatie expliciete informatie bevatten zoals:
- informatie over de vergelijkbaarheid van aanbiedingen
- informatie over een representatief voorbeeld
- informatie over contractenwijzigingen
- informatie over rente
- standaard informatie
- informatie over aanvullende contractuele informatie
Wat zijn de verschillen tusse kredietovereenkomsten en consumentenovereenkomsten?
- Eigendom
Kredietovereenkomst: De consument gebruikt het krediet om iets te kopen en wordt direct of uiteindelijk eigenaar van het product (bijvoorbeeld een auto of een huis).
Consumentenovereenkomst (zoals private lease): De aanbieder blijft eigenaar van het product, en de consument betaalt voor het gebruik ervan. De consument wordt dus nooit eigenaar. - Wettelijke bescherming (CCD)
Kredietovereenkomst:
Valt onder de EU-richtlijn Consumentenkrediet (CCD).
Biedt uitgebreide bescherming, zoals:
Transparante informatie over kosten en voorwaarden.
Recht op herroeping of beëindiging zonder boete.
Kredietverstrekkers zijn verplicht om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen.
Consumentenovereenkomst (zoals private lease):
Valt vaak niet onder de CCD.
Hierdoor ontbreken belangrijke beschermingsmaatregelen, zoals het recht op kosteloze beëindiging.
Bescherming is afhankelijk van zelfregulering door de sector (zoals het Keurmerk Private Lease) en nationale wetten. - Betalingsstructuur
Kredietovereenkomst: De consument krijgt een lening of krediet dat in termijnen wordt terugbetaald, inclusief rente.
Consumentenovereenkomst (zoals private lease): De consument betaalt een vast bedrag voor gebruik van het product (bijvoorbeeld een auto) en krijgt geen lening of direct krediet. - Toepassing en risico’s
Kredietovereenkomst:
Gericht op financiering.
De consument draagt het financiële risico (bijvoorbeeld waardedaling van een gekocht product).
De richtlijn beschermt tegen overkreditering (te hoge schulden).
Consumentenovereenkomst:
Gericht op gebruik, niet op eigendom.
De aanbieder draagt het risico (bijvoorbeeld onderhoud van een gehuurde auto).
Consumenten lopen risico’s op onduidelijke voorwaarden, zoals hoge kosten bij vroegtijdige beëindiging. - Reikwijdte van de EU-regels
Kredietovereenkomst: De CCD is gericht op maximale harmonisatie, wat betekent dat EU-landen dezelfde regels moeten toepassen.
Consumentenovereenkomst (zoals private lease): De CCD sluit lease- en huurovereenkomsten zonder aankoopverplichting expliciet uit, waardoor landen vrij zijn om eigen regels te maken.
Conclusie
Het kernverschil ligt in eigendom en de mate van wettelijke bescherming: kredietovereenkomsten gaan over financiering en vallen onder de CCD, met uitgebreide consumentenrechten. Consumentenovereenkomsten zoals private lease richten zich op gebruik en bieden vaak minder wettelijke bescherming, waardoor consumenten risico lopen op minder transparante en eerlijke voorwaarden.
Kristie’s punten gezien de beschermimg van consumenten bij private lease
Consumenten worden als economisch zwakkere partij beschermd tegen de aanbieder van het contract, met als doel een evenwicht te creëren in hun machtsverhouding. Dit recht biedt bescherming aan de consument tegen het risico van overkreditering door kredietverstrekkers te verplichten de kredietwaardigheid van de kredietnemer te beoordelen. Kredietverstrekkers moeten adequate uitleg verschaffen aan de consument om hen in staat te stellen te beoordelen of de voorgestelde kredietovereenkomst past bij zijn behoeften en financiële situatie, door de essentiële kenmerken van de voorgestelde producten te bespreken en de specifieke gevolgen die deze kunnen hebben voor de consument, inclusief de gevolgen van wanbetaling. De kredietverstrekker is verplicht de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen vóór de sluiting van de kredietovereenkomst, op basis voldoende informatie. Deze verplichting kan ook voortkomen uit andere Nederlandse financiële wetgeving, zoals de Wet op het financieel toezicht (wft).
In grote lijnen biedt de Nederlandse private leasesector zelf gelijkwaardige rechten aan private leaseconsumenten, echter schiet deze gelijkwaardigheid op een aantal componenten tekort. De consument van een private leaseovereenkomst wordt blootgesteld aan de risico’s die in ieder geval gelijkwaardig zijn aan die van een consumentenkrediet. Bij consumentenkrediet worden deze risico’s normaal gesproken gedekt door de CCD. De private leasesector heeft besloten om in hoge mate een parallel te trekken met de CCD met betrekking tot consumentenbescherming, omdat private leaseaanbieders die bij de KPL zijn aangesloten, deze kwaliteitsmarketing gebruiken als concurrentievoordeel ten opzichte van niet-aangesloten aanbieders. Dit resulteert in een grotere bescherming voor de private leaseconsument dan de minimale wettelijke bescherming. Er bestaat echter geen wettelijke verplichting om gelijkwaardige bescherming te bieden en er kan omzeiling van deze sectorregels plaatsvinden door de kwaliteitsmarkering niet te accepteren of door af te wijken van de regels.
Een uitbreiding van de reikwijdte van de CCD naar leaseovereenkomsten zou kunnen voorkomen dat leaseovereenkomsten een gestandaardiseerde omzeiling worden. bovendien zou deze uitbreiding kunnen bijdragen aan de adoptie van niet alleen private leasing, maar ook andere gebruik gebaseerde businessmodellen.
Siemerink, Buitengerechtelijke incasso van privaatrechtelijke schulden bij natuurlijke personen
- Privé-schulden en wettelijke verplichtingen
Ontstaan van schulden: Natuurlijke personen kunnen privé-schulden aangaan door overeenkomsten, aankopen op rekening of leningen.
Schadevergoeding bij wanbetaling:
Artikelen 6:95 en 6:96 lid 1 BW bepalen dat de schuldenaar verplicht is schadevergoeding te betalen, waaronder:
Wettelijke rente: Start na het verstrijken van de betalingstermijn en blijft oplopen tot de schuld volledig is voldaan.
Buitengerechtelijke incassokosten: Kosten gemaakt om vorderingen buiten de rechter om te innen.
Incassotraject:
Consumenten moeten kosteloos worden aangemaand en krijgen 14 dagen de tijd om alsnog te betalen voordat incassokosten in rekening mogen worden gebracht (Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten). - Wet kwaliteit incassodienstverlening
Regulering van incassodiensten:
Geldt voor consumenten en kleine ondernemers.
Verplichtingen voor incassodienstverleners:
Registratieplicht.
Zorgvuldige dossiervorming.
Professioneel en vakbekwaam personeel.
Verbod op ongepaste druk op schuldenaren.
Doel:
Verbeteren van de kwaliteit van incassodiensten.
Aanpakken van misstanden in de sector. - Consumentenrecht en consumentenkoop
Consumentenkoop:
Gedefinieerd in artikel 7:5 BW:
Koop van een roerende zaak door een verkoper (handelend in beroep) en een consument.
Betalingsvoorwaarden:
Maximaal 50% vooruitbetaling toegestaan, tenzij anders overeengekomen.
Bij online aankopen bieden verkopers vaak opties zoals achteraf betalen of “gelijk oversteken”. - Consumentenkredietovereenkomsten en regelgeving
Consumentenkrediet:
Vastgelegd in titel 7.2A BW en gereguleerd door de Wet op het financieel toezicht (Wft).
De herziene EU-richtlijn Consumentenkrediet (oktober 2023):
Implementatiedeadline: Eind 2025 in nationale wetgeving, met naleving vanaf eind 2026.
Nieuwe verplichtingen:
Online knop voor herroeping van kredietovereenkomsten.
Kredietwaardigheidsbeoordeling verplicht voor kredietverstrekkers.
Toepassing: Richtlijn omvat nieuwe financieringsdiensten zoals Buy Now, Pay Later (BNPL).
BNPL-diensten worden vergunningsplichtig.
Besluit kredietvergoeding biedt bescherming tegen problematische schulden.
Conclusie
Dit stuk belicht de complexiteit van privaatrechtelijke schulden en de bijbehorende regelgeving. Het toont een onderscheid tussen traditionele consumentenkoop, consumentenkrediet en nieuwe financieringsvormen zoals BNPL, en onderstreept de noodzaak van adequate bescherming tegen financiële risico’s. Nieuwe wetgeving, zoals de herziene EU-richtlijn Consumentenkrediet, speelt een cruciale rol in het vergroten van deze bescherming, vooral voor financieel kwetsbare consumenten.
Gerechtshof Den Haag 19 maart 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:363
Gerechtshof Den Haag 19 maart 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:363
Essentie
Onrechtmatig handelen bij afsluiten drinkwater
Feiten
Mensen organisatie en NJCM en Defence for Children Hebben een zaak aangespannen tegen de Nederlandse staat en twee drinkwaterbedrijven, te weten Dunea en PWN. Op grond van de huidige Nederlandse regelgeving en het daarop gebaseerde beleid kunnen gezinnen met minderjarige kinderen in geval van wanbetaling worden afgesloten van drinkwaterpunt afsluiting wordt als laatste redmiddel ingezet als ook na meerdere aanmaningen niet wordt betaald en pogingen om te komen tot een betalingsregeling of schuldsaneringstraject zijn mislukt. Volgens de mensenrechtenorganisaties afsluiting onrechtmatig jegens de kinderen. Het recht op toegang tot water is een fundamenteel recht. De mensenrechtenorganisaties willen dat de rechter deze onrechtmatigheid vaststelt en dat de staat, Dunea en PWN een einde moeten maken aan deze onrechtmatigheid.
Rechtsvraag
Is het afsluiten van watervoorzieningen als laatste redmiddel waar uitblijven van betaling naar meerdere aanmaningen onrechtmatig jegens minderjarige kinderen?
Overwegingen
De rechter overweegt dat kinderen in Nederland voor zover mogelijk qua watervoorzieningen niet onder het minimumniveau terecht mogen komen. Er wordt verwezen naar artikel 3 IVRK en artikel 6: 162 BW. De rechter oordeelde dat de staat onrechtmatig Handel door drinkwater af te sluiten, Omdat de staat niet alles doet wat redelijkerwijs mogelijk is om te voorkomen dat minderjarige kinderen Zonder voldoende drinkwater komen te zitten.
Rechtsregel
Het afsluiten van drinkwater als laatste redmiddel bij wanbetaling is onrechtmatig jegens minderjarige kinderen.
Wat is en huurovereenkomst en wat als ik niet betaal bij een huuroverenkomst?
Huurovereenkomt: hour is de overeenkomst waar bij de een parties, de verhuurder, zich verbindt aan de andere partij, de huurder, een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie (artikel 7:201 BW).
Artikel 7:212 BW de huurder is verplicht de tegenprestatie op de overeengekomen wijze en tijdstippen te voldoen.
Vijf goede redenen om een huurovereenkomst op te zeggen?:
1. Geen goede huurder
- Huurachterstand
- wanneer de huurder zijn Woning niet op een behoorlijke manier bewoont
- als de huurder over last voor omwonenden veroorzaakt
Je ka het eventual opposing door een betalingsregeling op te stellen of je kan een huur overeenkomst ontbinden op grond van wanprestatie op basis van artikel 6:265 lid 1 BW.
- ontruimen en een belsuit gemeentelijke schuldhulpverlening aanvragen. Artikel 2: de verhuurder van een tot bewoning beset de onroerende zaak verstrekt als er achterstand is in het betalen van de huur de contactgegevens van de huurder en de hoogte van de achterstand aan het college van schuldgulpverlening, als hij
- inspanning heeft geleverd om persoonlijk contact te komen met de verhuurder om de betalingsachterstand te regelen.
- de huurder geweld heeft op de mogelijkheid voor schuldhulpverlening
- schriftelijke Herinneringen heeft gestuurd van de huurachterstand.
- toestemming schriftelijke herinnering om contactgegevens te geven aan het college