Week 3 Verbintenisrechtelijke Aspecten Van Schuld En Betaling Flashcards

1
Q

Verzuim van de schuldenaar

A

Een schuldenaar kan in verzuim raken wanneer hij zijn verplichtingen niet nakomt. Het moment waarop een schuldenaar in verzuim raakt, wordt beschreven in art. 6:81, 6:82 en 6:83 BW. Art. 6:81 BW geeft aan dat de schuldenaar in verzuim is wanneer hij niet op tijd aan zijn verplichtingen voldoet, maar dat dit onder bepaalde voorwaarden gebeurt. Art 6:82 BW legt uit dat de schuldenaar eerst schriftelijk in gebreke moet worden gesteld voordat hij in verzuim raakt. Dit betekent dat de schuldenaar een aanmaning stuurt waarin de schuldenaar een laatste kans krijgt om binnen een redelijke termijn aan zijn verplichting te voldoen. Artikel 6:83 BW beschrijft situaties waarin een gebrekenstelling niet meer nodig is, bijvoorbeeld als er een fatale termijn is verstreken of als de schuldenaar zelf al aangeeft niet te zullen nakomen. Samen leggen deze artikelen uit hoe een schuldenaar in verzuim raakt; doorgaans na een ingebrekestelling, tenzij er specifieke omstandigheden zijn waarin die niet nodig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uitblijven van betaling

A

Een schuldenaar raakt dus in verzuim wanneer hij zijn verplichting niet nakomt. In de meeste gevallen gebeurt dit pas nadat hij schriftelijk in gebreke is gesteld. De schuldeiser stuurt dan een aanmaning waarbij de schuldenaar een redelijke termijn de verplichting niet voldoet, treedt hij in verzuim.

Als de schuldenaar in verzuim is, kan de schuldenaar blijven proberen om de betaling te innen door middel van aanmaningen of herinneringen. Middels deze aanmaningen wordt de schuldenaar kans geboden om de schuld vrijwillig te betalen, zonder dat er verdere stappen worden ondernomen. In deze fase kan de schuldeiser extra kosten zoals rente of boetes in rekening brengen. Als de schuldenaar, ondanks de aanmaningen, niet betaald, kan de schuldeiser een incassobureau inschakelen of een gerechtelijk incasso traject starten. Het incassobureau kan dan aanmaningen onder naam van het bureau sturen, In de hoop dat de schuld buiten de rechten om geïnd kan worden. Lukt dit niet, dan zal de schuldenaar naar de rechter moeten stappen om een vonnis te verkrijgen waarmee verdere (dwang) maatregelen, zoals beslaglegging, mogelijk worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

1.3 Wet kwaliteit incassodienstverlening

A

Sinds 1 januari 2023 is de wet kwaliteit incassodienstverlening inwerking getreden. Vanaf deze datum moeten incassobureaus voldoen aan de gestelde eisen van de wet, zoals in verplichtte registratie en transparante werkwijze, om de kwaliteit van incasso dienstverlening te verbeteren en de consumenten beschermen. Belangrijk onderdelen van de wet zijn onder andere de verplichte registratie, de gedragscode, transparante en de beroepskwalificaties. Hiermee wordt gewaarborgd dat Mensen die In de schulden terechtkomen in zorgvuldige en verantwoorde incasso krijgen. De Wki heeft uitsluitend betrekking op buitengerechtelijke incassowerkzaamheden.

Indien een incassobureau niet is geregistreerd, is een schuldenaar niet gehouden om een vordering te betalen of een geldsom te voldoen jegens de aanbieder of verrichter van de buitengerechtelijke incassowerkzaamheden. Dit is bepaald in artikel 18 Wki.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uitblijven van betaling huur

A

Huren is geregeld In de artikel 7:201 BW. Dit artikel stelt dat huur een overeenkomst is, waarbij de ene partij, de verhuurder, ze verbindt aan de andere partij, de huurder, in zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie. Op grond van artikel 7:212 BW is de huurder verplicht om de tegenprestatie op de overeengekomen wijzen en tijdstippen te voldoen.
In verhuren kan de huurovereenkomst opzeggen indien er een huurachterstand ontstaat. Artikel 6:265 BW bepaalt dat iedere tekortkoming van de ene partij In de nakoming van een van haar verbintenissen de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden. De Hoge Raad voegt hieraan toe dat bij ontbinding van huurovereenkomsten wegens het uitblijven van betaling van de huur het aan de feitenrechter is om te beoordelen of de tekortkoming, gelet op de omstandigheden van het geval kom maar wel onder het concrete belang van de huurder bij het voortduren van de overeenkomst, van voldoende gewicht is om de overeenkomst te ontbinden.
In de praktijk zo in kantonrechter bij een huur achterstand van meer dan 3 maanden, die in beginsel een ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde rechtvaardigt, dit niet altijd toewijzen. Als een huurachterstand door de huurder wordt ingelopen en de lopende huur weer wordt betaald, zou een ontbinding van de huurovereenkomst naar oordeel van een rechter In de meeste gevallen niet rechtvaardig zijn, zo blijkt ook uit een recente uitspraak van de rechtbank Zeeland West Brabant. Mocht er dan in het vervolg weer een nieuwe huurachterstand ontstaan, dan zal de kans op ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde een stuk groter zijn, zo oordeelde de rechtbank Rotterdam in een recente zaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

2.1 Huren in plaats van kopen: abonnementen

A

Wij kopen op krediet worden goederen of dienst gekocht, Maar de betalingen van niet direct volledig voldaan. De betaling wordt uitgesteld en verspreid over een langere periode, vaak tegen rente of extra kosten. Dit geeft de koper de mogelijkheid om aankopen te doen Zonder direct het volledige bedrag te hoeven betalen. Een voorbeeld van koop op krediet dat in de praktijk veel voorkomt, Is het afsluiten van een telefoonabonnement inclusief toestel. Dit is het geval wanneer je naast de maandelijkse kosten voor bel-en databundels het toestel in termijnen betaald. Je stelt in kredietovereenkomst afkoop maar waarbij je het toestel op afbetaling koopt.
Naast de koop op afbetaling zijn er hedendaags steeds meer vormen van abonnementen. Er ontwikkelt zich in nieuwe trend: huren in plaats van kopen. De consument ziet voordelen in huur in plaats van koop; Zoals vergroting van het aanbod kom maar of de mogelijkheid om producten te kunnen gebruiken waarvan de aanschaf te duur is.
Naast de voordelen brengen abonnementen ook risico’s met zich mee, en dan met name de risico’s op schulden Als de abonnementen niet goed beheerd worden. Abonnementen kunnen zorgen voor te hoge maandlasten kom maar die wellicht op het moment van afsluiten haalbaar zijn kom maar In de toekomst niet meer. Zijn consumenten vaak gebonden aan langlopende contracten. Als er een financiële verandering optreedt, zoals baanverlies of onverwachte uitgaven, kan het lastig zijn om aan deze betalingsverplichting te blijven voldoen.
Op grond van artikel 6: 236 onder j BW moet je de bevoegdheid hebben om een voortgezette overeenkomst te allen tijde op te zeggen. Dit is een belangrijke regel om schulden tegen te gaan. Op deze manier kan je kom maar wanneer je je abonnementen niet langer kan betalen, de mogelijkheid krijgen om deze stop te zetten waardoor je niet te hoge maandelijkse lasten houdt die je niet kan betalen, Maar dat is schulden ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

2.2 Richtlijn oneerlijke bedingen

A

De richtlijn oneerlijke bedingen beschermt de consument tegen bedingen die oneerlijk zijn of waarvan wordt vermoed dat deze oneerlijk zijn. Deze richtlijn is van toepassing op overeenkomsten tussen consumenten en professionele partijen. Hieronder vallen ook huurovereenkomsten. Ten tijde van inwerk training van deze richtlijn was de consument, in tegenstelling tot hedendaags, meer gericht op koop. Doordat consumenten steeds meer gebruik gaan maken van de diensteneconomie (lease/huur), wordt koop secundair. Daarom stellen diverse wetenschappers dat vernieuwing of uitbreiding van de richtlijn noodzakelijk is om de consument voldoende te beschermen In de hedendaagse diensteneconomie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hartlief, ‘Koop als gids voor het contractenrecht?’, NJB

A

De koopovereenkomst wordt vaak beschouwd Als het standaardvoorbeeld binnen het contractenrecht. In de dienst economie raakt koop echter op de Achtergrond en krijgt de focus op de diensten overeenkomsten steeds meer nadruk. Dit heeft te maken met dit steeds meer zichtbaar wordende verschuiving: eigendom is uit en huur of op andere grondslag gebruik maken van diensten is in. Het gaat om het genot.in kenbaar voorbeeld is het swapfiets, waar je geen eigendom verkrijgt, maar in fiets huurt. Het leasen van producten komt steeds meer voor. Dit kan echter leiden tot afhankelijkheidsrelaties komen aangezien diensten overeenkomsten vaak voor langere periodes worden afgesloten.
Mak Legt uit hoe zeer de ontwikkeling van het contractenrecht en consumentenrecht is gericht op koop. Diensten overeenkomst ze blijven op verschillende punten achter.
1. Voorwaarden zijn minder transparant onder andere door de verscheidenheid van contracten.
2. Het is voor afnemers moeilijker te bepalen welke diensten zij mogen verwachten en waarvoor zij precies betalen
3. De kwaliteit van dienst is minder gegarandeerd dan bij koop waardoor objectieve criteria voor conformiteit gelden
4. De beschikbare oplossingen bij geschillen zijn minder duidelijk door de diversiteit aan contracten.
Toch blijft de koop een belangrijk TYPE contract en zal het kooprecht niet plotseling irrelevant worden. Wat we ons echter moeten realiseren in deze tijd van digitalisering en de opkomst van diensten, is dat we het contractrecht vaak nog steeds voornamelijk vanuit het perspectief van koopovereenkomst bekijken. We denken onbewust aan een contract als een koopovereenkomst, waarbij je twee prestaties uit worden gewisseld met de bedoeling om eigendom over te dragen. Deze opvatting staat ons In de weg; het contractrecht zouden zich meer moeten richten op digitaal dienstverleningcontracten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

H. van Boom, ‘Wet kwaliteit incassodienstverlening – enkele vermogensrechtelijke implicaties’, NTBR 2024/12.

A

Sinds 1 april 2024 is de wet kwaliteit incassodienstverlening Van kracht, die aanzienlijke verandering teweegbrengt in het incassolandschap van ons land. Voorheen kon vrijwel Iedereen zichzelf in incassobureau noemen door simpelweg een bord In de tuin te zetten, maar nu is dat niet langer toegestaan en kan het als een economisch delict worden beschouwd.
Incasso dienstverleners moeten nu voldoen aan de regels van de Wki. Voortaan mogen Alleen deurwaarders komen advocaten of geregistreerde incassodienstverleners deze taken uitvoeren. Deze nieuwe regels zijn ingesteld om agressieve incassopraktijken tegen te gaan. De wet heeft een brede reikwijdte en is van toepassing op buitengerechtelijke incassowerkzaamheden die:
1. Worden uitgevoerd of aangeboden als onderdeel van een beroep of bedrijf, of op een manier die suggereert dat ze professioneel zijn;
2. Voor een derde partij of na overdracht van de vordering plaatsvinden
3. Betrekking hebben op betalingen door een natuurlijke persoon die in Nederland woont artikel 2 Wki.
Deze 3 cumulatieve voorwaarden zorgen voor dat de wet niet Alleen van toepassing is op reguliere incasso werkzaamheden door een incasso dienstverlener voor de schuldeiser, maar ook situatie waarbij de dienstenverlener Vorderingsrechten aankoopt.
De wet steunt op twee fundamenten: de registratieplicht en de gedragsregels. Ten eerste is er een registratieplicht voor incasso dienstverleners die geen deurwaarder of advocaat zijn punt deze registratie vereist actieve screening voor kwaliteitswaarborging en Achtergrond checks. Registratie kan worden geweigerd als niet aan de toelatingscriteria wordt voldaan. De gedragsregels die voor alle betrokken partijen gelden kom op bepalen onder andere dat de incasso dienstverlening Alleen transparant mag optreden en dat Alleen gekwalificeerd personeel met een verklaring omtrent het gedrag incasso dossiers mag behandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De Vogel, ‘Private Lease: Consumer Credit in Disguise?’, EuCML 2020/2, p. 51-60.

A

Wat is het probleem met private lease?
Private lease is een manier waarop consumenten producten en diensten kunnen gebruiken zonder eigenaar te worden. De aanbieder blijft eigenaar van het product, wat duurzaamheid bevordert. Het probleem is echter dat private lease niet dezelfde wettelijke bescherming biedt als consumentenkrediet, zoals vastgelegd in de EU-richtlijn Consumentenkrediet (CCD). Hierdoor lopen consumenten risico’s.

Belangrijke punten uit de tekst
Wat is private lease?
Een commerciële overeenkomst waarbij de aanbieder eigenaar blijft.
Bevordert duurzaamheid omdat de aanbieder verantwoordelijk blijft voor recycling en onderhoud.
Lijkt op consumentenkrediet, omdat consumenten in termijnen betalen, maar het valt niet onder de EU-richtlijn Consumentenkrediet (CCD).
Huidige regelgeving (CCD)
De CCD beschermt consumenten bij financiële diensten zoals leningen en biedt rechten zoals:
Informatie: Transparantie over kosten, voorwaarden, en risico’s.
Herroepingsrecht: Het recht om een overeenkomst te annuleren zonder boete.
Beëindigingsrecht: Mogelijkheid om een krediet kosteloos af te lossen.
Private lease valt buiten de CCD omdat consumenten geen eigenaar worden van het product.
Risico’s voor consumenten
Bij private lease ontbreken belangrijke beschermingsmaatregelen, zoals kosteloze beëindiging.
Er is geen wettelijke verplichting voor aanbieders om dezelfde bescherming te bieden als bij consumentenkrediet.
Consumenten lopen risico op onduidelijke voorwaarden en extra kosten bij beëindiging van een contract.
Zelfregulering in de private leasesector
Veel aanbieders (bijvoorbeeld die aangesloten zijn bij het Keurmerk Private Lease, KPL) bieden vrijwillig bescherming die lijkt op de CCD.
Dit is niet wettelijk verplicht, waardoor sommige aanbieders zich niet aan dezelfde hoge standaarden houden.
Waarom herziening van de CCD nodig is
Private lease wordt steeds populairder, mede door duurzaamheidstrends.
Nieuwe kredietvormen zoals private lease waren niet voorzien bij het opstellen van de CCD, waardoor deze regelgeving achterloopt.
Door private lease onder de CCD te brengen, zouden consumenten dezelfde bescherming krijgen als bij consumentenkrediet.
Voordelen van uitbreiding van de CCD
Het voorkomt dat private lease als een maas in de wet wordt gebruikt.
Consumenten krijgen betere bescherming, zoals duidelijke informatie en recht op beëindiging.
Het ondersteunt duurzame bedrijfsmodellen door consumenten meer vertrouwen te geven in gebruik-gebaseerde diensten.
Conclusie
De huidige bescherming voor private leaseconsumenten is niet voldoende. Een uitbreiding van de CCD om private lease te omvatten, zou de rechten van consumenten versterken en risico’s verkleinen. Dit is belangrijk in een tijd waarin duurzame en gebruik-gebaseerde bedrijfsmodellen steeds populairder worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een kredietovereenkomst?

A

Een kredietovereenkomst wordt gedefinieerd als een overeenkomst waarbij een partij (de kredietgever) aan de andere partij (de consument) krediet verstrekt In de vorm van uitgestelde betaling, léning of een vergelijkbare financiële faciliteit. Een private lease overeenkomst valt onder de definitie van consumentenkrediet, Maar de consument bij private lease ontvangt niet dezelfde bescherming, Omdat deze lease overeenkomst is uitgesloten van de CCD. De CCD sluit niet alle lease overeenkomsten uit, maar stel dat de richtlijn niet van toepassing is op huur- of lease overeenkomsten Zonder aankoopverplichting. Bij in private lease overeenkomst wordt de consument doorgaans geen eigenaar van het goed, hierdoor valt private lease buiten het bereik van de CCD. Door de toename van nieuwe kredietvormen, zoals private lease, is het noodzakelijk om de reikwijdte van de ccvd aan te passen. De financiële innovaties niet voldoende meegenomen In de richtlijn.
Volgens de CCD moet de consument de nodige informatie ontvangen over de contractvoorwaarden. Om transparantie te waarborgen en aanbiedingen vergelijkbaar te maken, moet de versterkte informatie expliciete informatie bevatten zoals:
- informatie over de vergelijkbaarheid van aanbiedingen
- informatie over een representatief voorbeeld
- informatie over contractenwijzigingen
- informatie over rente
- standaard informatie
- informatie over aanvullende contractuele informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de verschillen tusse kredietovereenkomsten en consumentenovereenkomsten?

A
  1. Eigendom
    Kredietovereenkomst: De consument gebruikt het krediet om iets te kopen en wordt direct of uiteindelijk eigenaar van het product (bijvoorbeeld een auto of een huis).
    Consumentenovereenkomst (zoals private lease): De aanbieder blijft eigenaar van het product, en de consument betaalt voor het gebruik ervan. De consument wordt dus nooit eigenaar.
  2. Wettelijke bescherming (CCD)
    Kredietovereenkomst:
    Valt onder de EU-richtlijn Consumentenkrediet (CCD).
    Biedt uitgebreide bescherming, zoals:
    Transparante informatie over kosten en voorwaarden.
    Recht op herroeping of beëindiging zonder boete.
    Kredietverstrekkers zijn verplicht om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen.
    Consumentenovereenkomst (zoals private lease):
    Valt vaak niet onder de CCD.
    Hierdoor ontbreken belangrijke beschermingsmaatregelen, zoals het recht op kosteloze beëindiging.
    Bescherming is afhankelijk van zelfregulering door de sector (zoals het Keurmerk Private Lease) en nationale wetten.
  3. Betalingsstructuur
    Kredietovereenkomst: De consument krijgt een lening of krediet dat in termijnen wordt terugbetaald, inclusief rente.
    Consumentenovereenkomst (zoals private lease): De consument betaalt een vast bedrag voor gebruik van het product (bijvoorbeeld een auto) en krijgt geen lening of direct krediet.
  4. Toepassing en risico’s
    Kredietovereenkomst:
    Gericht op financiering.
    De consument draagt het financiële risico (bijvoorbeeld waardedaling van een gekocht product).
    De richtlijn beschermt tegen overkreditering (te hoge schulden).
    Consumentenovereenkomst:
    Gericht op gebruik, niet op eigendom.
    De aanbieder draagt het risico (bijvoorbeeld onderhoud van een gehuurde auto).
    Consumenten lopen risico’s op onduidelijke voorwaarden, zoals hoge kosten bij vroegtijdige beëindiging.
  5. Reikwijdte van de EU-regels
    Kredietovereenkomst: De CCD is gericht op maximale harmonisatie, wat betekent dat EU-landen dezelfde regels moeten toepassen.
    Consumentenovereenkomst (zoals private lease): De CCD sluit lease- en huurovereenkomsten zonder aankoopverplichting expliciet uit, waardoor landen vrij zijn om eigen regels te maken.
    Conclusie
    Het kernverschil ligt in eigendom en de mate van wettelijke bescherming: kredietovereenkomsten gaan over financiering en vallen onder de CCD, met uitgebreide consumentenrechten. Consumentenovereenkomsten zoals private lease richten zich op gebruik en bieden vaak minder wettelijke bescherming, waardoor consumenten risico lopen op minder transparante en eerlijke voorwaarden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kristie’s punten gezien de beschermimg van consumenten bij private lease

A

Consumenten worden als economisch zwakkere partij beschermd tegen de aanbieder van het contract, met als doel een evenwicht te creëren in hun machtsverhouding. Dit recht biedt bescherming aan de consument tegen het risico van overkreditering door kredietverstrekkers te verplichten de kredietwaardigheid van de kredietnemer te beoordelen. Kredietverstrekkers moeten adequate uitleg verschaffen aan de consument om hen in staat te stellen te beoordelen of de voorgestelde kredietovereenkomst past bij zijn behoeften en financiële situatie, door de essentiële kenmerken van de voorgestelde producten te bespreken en de specifieke gevolgen die deze kunnen hebben voor de consument, inclusief de gevolgen van wanbetaling. De kredietverstrekker is verplicht de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen vóór de sluiting van de kredietovereenkomst, op basis voldoende informatie. Deze verplichting kan ook voortkomen uit andere Nederlandse financiële wetgeving, zoals de Wet op het financieel toezicht (wft).
In grote lijnen biedt de Nederlandse private leasesector zelf gelijkwaardige rechten aan private leaseconsumenten, echter schiet deze gelijkwaardigheid op een aantal componenten tekort. De consument van een private leaseovereenkomst wordt blootgesteld aan de risico’s die in ieder geval gelijkwaardig zijn aan die van een consumentenkrediet. Bij consumentenkrediet worden deze risico’s normaal gesproken gedekt door de CCD. De private leasesector heeft besloten om in hoge mate een parallel te trekken met de CCD met betrekking tot consumentenbescherming, omdat private leaseaanbieders die bij de KPL zijn aangesloten, deze kwaliteitsmarketing gebruiken als concurrentievoordeel ten opzichte van niet-aangesloten aanbieders. Dit resulteert in een grotere bescherming voor de private leaseconsument dan de minimale wettelijke bescherming. Er bestaat echter geen wettelijke verplichting om gelijkwaardige bescherming te bieden en er kan omzeiling van deze sectorregels plaatsvinden door de kwaliteitsmarkering niet te accepteren of door af te wijken van de regels.
Een uitbreiding van de reikwijdte van de CCD naar leaseovereenkomsten zou kunnen voorkomen dat leaseovereenkomsten een gestandaardiseerde omzeiling worden. bovendien zou deze uitbreiding kunnen bijdragen aan de adoptie van niet alleen private leasing, maar ook andere gebruik gebaseerde businessmodellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Siemerink, Buitengerechtelijke incasso van privaatrechtelijke schulden bij natuurlijke personen

A
  1. Privé-schulden en wettelijke verplichtingen
    Ontstaan van schulden: Natuurlijke personen kunnen privé-schulden aangaan door overeenkomsten, aankopen op rekening of leningen.
    Schadevergoeding bij wanbetaling:
    Artikelen 6:95 en 6:96 lid 1 BW bepalen dat de schuldenaar verplicht is schadevergoeding te betalen, waaronder:
    Wettelijke rente: Start na het verstrijken van de betalingstermijn en blijft oplopen tot de schuld volledig is voldaan.
    Buitengerechtelijke incassokosten: Kosten gemaakt om vorderingen buiten de rechter om te innen.
    Incassotraject:
    Consumenten moeten kosteloos worden aangemaand en krijgen 14 dagen de tijd om alsnog te betalen voordat incassokosten in rekening mogen worden gebracht (Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten).
  2. Wet kwaliteit incassodienstverlening
    Regulering van incassodiensten:
    Geldt voor consumenten en kleine ondernemers.
    Verplichtingen voor incassodienstverleners:
    Registratieplicht.
    Zorgvuldige dossiervorming.
    Professioneel en vakbekwaam personeel.
    Verbod op ongepaste druk op schuldenaren.
    Doel:
    Verbeteren van de kwaliteit van incassodiensten.
    Aanpakken van misstanden in de sector.
  3. Consumentenrecht en consumentenkoop
    Consumentenkoop:
    Gedefinieerd in artikel 7:5 BW:
    Koop van een roerende zaak door een verkoper (handelend in beroep) en een consument.
    Betalingsvoorwaarden:
    Maximaal 50% vooruitbetaling toegestaan, tenzij anders overeengekomen.
    Bij online aankopen bieden verkopers vaak opties zoals achteraf betalen of “gelijk oversteken”.
  4. Consumentenkredietovereenkomsten en regelgeving
    Consumentenkrediet:
    Vastgelegd in titel 7.2A BW en gereguleerd door de Wet op het financieel toezicht (Wft).
    De herziene EU-richtlijn Consumentenkrediet (oktober 2023):
    Implementatiedeadline: Eind 2025 in nationale wetgeving, met naleving vanaf eind 2026.
    Nieuwe verplichtingen:
    Online knop voor herroeping van kredietovereenkomsten.
    Kredietwaardigheidsbeoordeling verplicht voor kredietverstrekkers.
    Toepassing: Richtlijn omvat nieuwe financieringsdiensten zoals Buy Now, Pay Later (BNPL).
    BNPL-diensten worden vergunningsplichtig.
    Besluit kredietvergoeding biedt bescherming tegen problematische schulden.
    Conclusie
    Dit stuk belicht de complexiteit van privaatrechtelijke schulden en de bijbehorende regelgeving. Het toont een onderscheid tussen traditionele consumentenkoop, consumentenkrediet en nieuwe financieringsvormen zoals BNPL, en onderstreept de noodzaak van adequate bescherming tegen financiële risico’s. Nieuwe wetgeving, zoals de herziene EU-richtlijn Consumentenkrediet, speelt een cruciale rol in het vergroten van deze bescherming, vooral voor financieel kwetsbare consumenten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gerechtshof Den Haag 19 maart 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:363

A

Gerechtshof Den Haag 19 maart 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:363
Essentie
Onrechtmatig handelen bij afsluiten drinkwater

Feiten
Mensen organisatie en NJCM en Defence for Children Hebben een zaak aangespannen tegen de Nederlandse staat en twee drinkwaterbedrijven, te weten Dunea en PWN. Op grond van de huidige Nederlandse regelgeving en het daarop gebaseerde beleid kunnen gezinnen met minderjarige kinderen in geval van wanbetaling worden afgesloten van drinkwaterpunt afsluiting wordt als laatste redmiddel ingezet als ook na meerdere aanmaningen niet wordt betaald en pogingen om te komen tot een betalingsregeling of schuldsaneringstraject zijn mislukt. Volgens de mensenrechtenorganisaties afsluiting onrechtmatig jegens de kinderen. Het recht op toegang tot water is een fundamenteel recht. De mensenrechtenorganisaties willen dat de rechter deze onrechtmatigheid vaststelt en dat de staat, Dunea en PWN een einde moeten maken aan deze onrechtmatigheid.

Rechtsvraag
Is het afsluiten van watervoorzieningen als laatste redmiddel waar uitblijven van betaling naar meerdere aanmaningen onrechtmatig jegens minderjarige kinderen?

Overwegingen
De rechter overweegt dat kinderen in Nederland voor zover mogelijk qua watervoorzieningen niet onder het minimumniveau terecht mogen komen. Er wordt verwezen naar artikel 3 IVRK en artikel 6: 162 BW. De rechter oordeelde dat de staat onrechtmatig Handel door drinkwater af te sluiten, Omdat de staat niet alles doet wat redelijkerwijs mogelijk is om te voorkomen dat minderjarige kinderen Zonder voldoende drinkwater komen te zitten.

Rechtsregel
Het afsluiten van drinkwater als laatste redmiddel bij wanbetaling is onrechtmatig jegens minderjarige kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is en huurovereenkomst en wat als ik niet betaal bij een huuroverenkomst?

A

Huurovereenkomt: hour is de overeenkomst waar bij de een parties, de verhuurder, zich verbindt aan de andere partij, de huurder, een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie (artikel 7:201 BW).

Artikel 7:212 BW de huurder is verplicht de tegenprestatie op de overeengekomen wijze en tijdstippen te voldoen.

Vijf goede redenen om een huurovereenkomst op te zeggen?:
1. Geen goede huurder
- Huurachterstand
- wanneer de huurder zijn Woning niet op een behoorlijke manier bewoont
- als de huurder over last voor omwonenden veroorzaakt

Je ka het eventual opposing door een betalingsregeling op te stellen of je kan een huur overeenkomst ontbinden op grond van wanprestatie op basis van artikel 6:265 lid 1 BW.
- ontruimen en een belsuit gemeentelijke schuldhulpverlening aanvragen. Artikel 2: de verhuurder van een tot bewoning beset de onroerende zaak verstrekt als er achterstand is in het betalen van de huur de contactgegevens van de huurder en de hoogte van de achterstand aan het college van schuldgulpverlening, als hij
- inspanning heeft geleverd om persoonlijk contact te komen met de verhuurder om de betalingsachterstand te regelen.
- de huurder geweld heeft op de mogelijkheid voor schuldhulpverlening
- schriftelijke Herinneringen heeft gestuurd van de huurachterstand.
- toestemming schriftelijke herinnering om contactgegevens te geven aan het college

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Oneerlijk beding?

A

Artikel 6:236 onder j BW: bij een overeenkomst tussen een gebruik en en een wederpartij, een natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, wordt als onredelijk bezwarend aangemerkt een in de algemene voorwaarden voorkomend beding.
J. Dat in geva van een overeenkomst tot het geregeld afleveren van zaken, elektriciteit, warmte en koude daaronder begrepen en dag-, nieuws-, en weekbladen en tijdschriften niet daaronder begrepen, of tot het geregeld doen van verrichtingen, leidt tot stilzwijgende verlening of vernieuwing in een overeenkomst voor bepaalde duur, dan wel tot een stilzwijgende voorzetting in een overeenkomst voor onbepaalde duur zonder dat de wederpartij de bevoegdheid heeft om de voortgezette overeenkomst ten allen tijde op te zeggen met een opzegtermijn van ten hoogste een maand.

17
Q

Achtergrond richtlijn oneerlijke bedingen

A

De richtlijn inzake oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten is een Europese richtlijn die een belangrijke rol speelt in het beschermen van consumenten tegen onredelijke contractuele voorwaarden. Hier volgt een overzicht van de achtergrond en essentie van deze richtlijn:

  1. Achtergrond
    Oorsprong: De richtlijn oneerlijke bedingen, officieel Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993, werd opgesteld om een gelijk speelveld te creëren binnen de Europese Unie en consumenten te beschermen tegen oneerlijke voorwaarden in overeenkomsten met handelaren.
    Doel: Het doel is consumenten te beschermen tegen misbruik door handelaren die standaardovereenkomsten opstellen, vaak zonder dat consumenten invloed kunnen uitoefenen op de inhoud van de voorwaarden.
    Waarom nodig?
    Ongelijke machtsverhoudingen: Consumenten hebben vaak weinig onderhandelingsmacht en worden geconfronteerd met complexe of eenzijdige contracten.
    Transparantie: Veel consumenten begrijpen de implicaties van contractuele voorwaarden niet volledig, waardoor bescherming nodig is.
  2. Kern van de Richtlijn
    De richtlijn stelt regels op om te bepalen wanneer een contractueel beding als “oneerlijk” wordt beschouwd en legt handelaren verplichtingen op.

Definitie van oneerlijke bedingen (art. 3):

Een beding wordt als oneerlijk beschouwd als:

Het een significant onevenwicht creëert in de rechten en verplichtingen van partijen.
Het ten nadele van de consument is, in strijd met de vereisten van goede trouw.
Beoordelingscriteria:

Het evenwicht tussen de wederzijdse verplichtingen.
De aard van de goederen of diensten waarop de overeenkomst betrekking heeft.
De omstandigheden bij het sluiten van de overeenkomst.
3. Niet-bindende werking van oneerlijke bedingen
Gevolgen: Als een beding als oneerlijk wordt beoordeeld, wordt het als niet-bindend beschouwd voor de consument.
Rest van de overeenkomst: De overeenkomst blijft in principe geldig, tenzij de overeenkomst zonder het oneerlijke beding niet langer uitvoerbaar is.
4. Transparantievereiste (art. 5):
De richtlijn vereist dat contractvoorwaarden:

Duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld.
Bij twijfel over de betekenis van een beding wordt dit uitgelegd in het voordeel van de consument (contra proferentem-regel).
5. Minimumbescherming
De richtlijn biedt een minimum niveau van bescherming. Lidstaten mogen strengere regels vaststellen die verder gaan dan de richtlijn, zolang deze in lijn zijn met het EU-recht.
6. Implementatie in Nederland
De richtlijn is geïmplementeerd in het Nederlandse recht in Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, met name:

Art. 6:231-6:247 BW: Deze artikelen bevatten regels over algemene voorwaarden, inclusief de toetsing van oneerlijkheid.
Zwarte lijst (art. 6:236 BW): Bedingen die per definitie als onredelijk bezwarend worden beschouwd.
Grijze lijst (art. 6:237 BW): Bedingen die vermoed worden onredelijk bezwarend te zijn, tenzij de handelaar het tegendeel bewijst.
7. Jurisprudentie en verdere ontwikkeling
HvJEU: Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft een belangrijke rol gespeeld bij de interpretatie van de richtlijn, bijvoorbeeld:
De plicht van nationale rechters om ambtshalve oneerlijke bedingen te toetsen.
De verduidelijking van de “transparantie-eis” in verschillende zaken.
Herziening: De richtlijn maakt deel uit van bredere EU-inspanningen om consumentenrechten te versterken, bijvoorbeeld door modernisering via de Richtlijn inzake digitale inhoud.
Deze richtlijn speelt een cruciale rol in het Europese consumentenrecht en biedt een stevige basis voor het beschermen van consumenten tegen oneerlijke praktijken in contractuele relaties.

18
Q

U kunt de verbintenisrechtelijke regels toelichten die betrekking hebben op het voldoen van schulden.

A

Verbintenisrechtelijke regels inzake het voldoen van schulden
In het Nederlandse recht bepalen verbintenisrechtelijke regels hoe schulden moeten worden nagekomen en wat de gevolgen zijn als dit niet gebeurt. Hier is een overzicht van de relevante bepalingen:

  1. Nakoming en verzuim (Art. 6:81, 6:82 en 6:83 BW)

Artikel 6:81 BW:
Verzuim treedt in als de schuldenaar zijn verbintenis niet nakomt, terwijl deze opeisbaar is, en aan de voorwaarden voor verzuim is voldaan.
Artikel 6:82 BW (Aanmaning vereist):
Een schuldenaar komt in verzuim nadat hij schriftelijk is aangemaand (ingebrekestelling) en hem een redelijke termijn is gegeven om alsnog na te komen.
De aanmaning moet specifiek aangeven:
De aard van de tekortkoming.
Een redelijke hersteltermijn.
Als de termijn ongebruikt verstrijkt, is de schuldenaar in verzuim.
Artikel 6:83 BW (Verzuim zonder aanmaning):
In bepaalde situaties treedt verzuim in zonder ingebrekestelling:
Als een termijn voor nakoming is afgesproken en die is verstreken.
Als de schuldenaar uitdrukkelijk aangeeft niet te zullen nakomen.
Bij verbintenissen die onmiddellijk nakoming vereisen vanwege bijzondere omstandigheden.
2. Schadevergoeding (Art. 6:96 lid 2-7 BW)

Bij niet-nakoming is de schuldenaar verplicht de schade van de schuldeiser te vergoeden. Dit omvat:

Artikel 6:96 lid 2 BW (Schadevergoeding): De te vergoeden schade kan bestaan uit:
Redelijke kosten om schade en aansprakelijkheid vast te stellen.
Redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte (buitengerechtelijke incassokosten).
Redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade.
Artikel 6:96 lid 6-7 BW:
Bij consumenten geldt een minimumvergoeding voor incassokosten volgens het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (BIK). Dit beschermt consumenten tegen buitensporige kosten.
3. Wettelijke rente (Art. 6:119 BW)

Artikel 6:119 BW:
Als de schuldenaar niet op tijd betaalt, is hij wettelijke rente verschuldigd.
De wettelijke rente voor handelstransacties is vaak hoger dan die voor niet-handelstransacties, ter bescherming van het bedrijfsleven.
Rente begint te lopen vanaf het moment dat verzuim is ingetreden.
Procesrechtelijke regels inzake gerechtelijke invordering en inbeslaglegging
Naast de verbintenisrechtelijke bepalingen zijn er procesrechtelijke instrumenten voor het afdwingen van betaling:

  1. Gerechtelijke invorderingsprocedure

Dagvaarding:
De schuldeiser start een procedure door de schuldenaar te dagvaarden bij de bevoegde rechter (kantonrechter bij vorderingen tot €25.000).
Vonnis:
De rechter beoordeelt de vordering en spreekt een vonnis uit. Bij toewijzing wordt de schuldenaar veroordeeld tot betaling.
Executie:
Als de schuldenaar niet vrijwillig voldoet, kan de schuldeiser overgaan tot executie van het vonnis.
2. Inbeslaglegging

Conservatoir beslag (Art. 700 Rv):
In een gerechtelijke procedure kan de schuldeiser vooraf beslag leggen op bezittingen van de schuldenaar om zeker te stellen dat de schuld kan worden voldaan.
Executoriaal beslag:
Na een vonnis kan executoriaal beslag worden gelegd op bijvoorbeeld loon, bankrekeningen of onroerend goed.
Regels voor rechterlijke machtiging en afdwinging (Art. 3:296-3:301 BW)
Artikel 3:296 BW (Nakoming afdwingen):

De schuldeiser heeft recht op nakoming van een verbintenis. Als de schuldenaar niet vrijwillig nakomt, kan de rechter de schuldenaar veroordelen tot nakoming.
Artikel 3:297 BW (Alternatief voor nakoming):

In sommige gevallen kan de schuldeiser in plaats van nakoming schadevergoeding eisen, bijvoorbeeld als nakoming onmogelijk is geworden.
Artikel 3:298-3:299 BW (Vervangende machtiging):

Als een schuldenaar niet vrijwillig handelt, kan de rechter machtigen dat een derde (of de schuldeiser zelf) de verplichting uitvoert, op kosten van de schuldenaar.
Artikel 3:301 BW (Inschrijving van vonnissen):

Voor bepaalde verbintenissen, zoals die betrekking hebben op onroerend goed, moet het vonnis worden ingeschreven in de openbare registers om derdenwerking te verkrijgen.
Samenvattend
Verbintenisrecht: Regelt de verplichting tot nakoming, ingebrekestelling, verzuim en schadevergoeding.
Procesrecht: Biedt instrumenten zoals dagvaarding, beslaglegging en executie om nakoming af te dwingen.
Rechterlijke machtiging: Geeft de schuldeiser juridische middelen om naleving of een alternatieve oplossing te realiseren.

19
Q

Kun je informatie geven over de wet kwaliteit incasso?

A

Achtergrond van de Wet kwaliteit incassodienstverlening (Wki)
1. Aanleiding voor de wetgeving

De Wki is ingesteld om misstanden in de incassosector tegen te gaan, zoals onduidelijke kostenstructuren, agressieve benaderingen van schuldenaren en gebrek aan controle over incassodienstverleners. Vooral consumenten en kleine ondernemers werden vaak het slachtoffer van dergelijke praktijken.

  1. Doelstellingen

Bescherming van consumenten en kleine ondernemers: Voorkomen van buitensporige incassokosten en onredelijke druk.
Verbetering van kwaliteit en professionaliteit: Alleen geregistreerde en gekwalificeerde dienstverleners mogen incassowerkzaamheden verrichten.
Versterking van toezicht: De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft bevoegdheden gekregen om toezicht te houden op de naleving van deze wet.
Toelichting op de belangrijkste artikelen in de Wki
Artikel 2: Reikwijdte

Bepaalt op welke partijen en activiteiten de wet van toepassing is.
De wet is van toepassing op alle natuurlijke en rechtspersonen die als incassodienstverlener werken.
Incassowerkzaamheden omvatten het innen van geldvorderingen voor derden, ongeacht of dit met of zonder gerechtelijke procedure gebeurt.
Artikel 3: Registratieplicht

Elke incassodienstverlener is verplicht zich te registreren in een openbaar register dat wordt beheerd door de ACM.
Zonder registratie mogen incassobureaus geen incassowerkzaamheden verrichten.
Het register zorgt voor transparantie en controle over wie actief is in de incassosector.
Artikel 4: Verbod zonder registratie

Het is verboden om zonder registratie incassowerkzaamheden te verrichten.
Het overtreden van deze regel kan leiden tot sancties zoals boetes of het stopzetten van activiteiten door de ACM.
Artikel 11: Naamgebruik en contactgegevens

Incassodienstverleners moeten in al hun communicatie duidelijk hun officiële naam en contactgegevens vermelden.
Dit voorkomt misleiding en biedt schuldenaren de mogelijkheid om gemakkelijk contact op te nemen.
Misleidend naamgebruik, zoals zich voordoen als overheidsinstantie, is niet toegestaan.
Artikel 18: Civielrechtelijke gevolgen

Schuldenaren kunnen een beroep doen op civielrechtelijke bescherming wanneer een incassodienstverlener handelt in strijd met de wet.
Als een incassobureau bijvoorbeeld kosten in rekening brengt terwijl het niet geregistreerd is, kan de schuldenaar deze kosten betwisten.
Het handelen in strijd met deze wet kan ook leiden tot nietigheid van incassovorderingen.
Nieuw lid 8 in artikel 6:96 BW vanaf 1 oktober 2024
Achtergrond

Artikel 21 van de Wki voegt een achtste lid toe aan artikel 6:96 BW. Dit artikel gaat over de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het nieuwe lid biedt extra bescherming voor schuldenaren die te maken hebben met incassodienstverleners.

Inhoud van artikel 6:96 lid 8 BW

Incassokosten mogen niet in rekening worden gebracht als de schuldenaar binnen 14 dagen na een kosteloze aanmaning alsnog aan zijn betalingsverplichting voldoet.
De aanmaning moet voldoen aan specifieke eisen, zoals het vermelden van het bedrag en de termijn waarbinnen betaling moet plaatsvinden.
Belang van deze wijziging

Consumentenbescherming: Schuldenaren krijgen een redelijke termijn om te betalen zonder extra kosten.
Voorkomen van misbruik: Incassobureaus kunnen niet zomaar incassokosten opleggen aan schuldenaren die snel betalen.
Duidelijkheid: Het nieuwe lid sluit aan bij de systematiek van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (BIK).
Conclusie
De Wet kwaliteit incassodienstverlening stelt strikte eisen aan incassobureaus om transparantie, professionaliteit en proportionaliteit te waarborgen. Belangrijke regels zoals de registratieplicht (art. 3), het verbod zonder registratie (art. 4) en de verplichting tot juist naamgebruik (art. 11) voorkomen misstanden. Artikel 18 biedt civielrechtelijke bescherming aan schuldenaren. De toevoeging van lid 8 aan artikel 6:96 BW versterkt de positie van schuldenaren door hen te beschermen tegen onredelijke incassokosten bij tijdige betaling.

20
Q

U kunt, mede op basis van relevante wet- regelgeving, kritisch reflecteren op de inhoud van een overeenkomst op basis waarvan de consument verplicht is een schuld te voldoen.

A

Om dit leerdoel toe te lichten, nemen we de relevante wet- en regelgeving in beschouwing, zoals besproken in de eerdere uitleg, en leggen we de nadruk op hoe deze kaders een basis vormen voor een kritische beoordeling van overeenkomsten die een consument verplichten om een schuld te voldoen.

  1. Wettelijke basis voor consumentenovereenkomsten en schulden
    Grondslagen van een schuld

Een schuld ontstaat vaak uit een overeenkomst, zoals een koopovereenkomst, kredietovereenkomst of een andere verbintenis. Belangrijke wettelijke regels en principes die hierbij spelen zijn:

Artikel 6:81-6:83 BW: Deze artikelen specificeren wanneer sprake is van verzuim en welke gevolgen dit heeft, bijvoorbeeld het recht op schadevergoeding.
Artikel 6:96 lid 2-7 BW: Dit artikel bepaalt welke bijkomende kosten, zoals incassokosten, aan de schuldenaar kunnen worden doorberekend.
Artikel 6:119 BW: Regelt de wettelijke rente die geldt als de consument niet tijdig betaalt.
Artikel 7:5 BW (consumentenkoop): Consumenten hebben specifieke rechten, zoals bescherming tegen oneerlijke bedingen en restricties op vooruitbetaling.
Nieuwe regels onder de Wet kwaliteit incassodienstverlening

Met de Wki is er meer bescherming voor consumenten:

Registratieplicht (art. 3 Wki): Alleen geregistreerde incassobureaus mogen werken.
Kostenbeperking (art. 6:96 lid 8 BW vanaf 1 oktober 2024): Geen incassokosten als de consument binnen 14 dagen na aanmaning betaalt.
Civiele bescherming (art. 18 Wki): Onrechtmatige incassokosten kunnen worden teruggevorderd.
2. Kritische reflectie op overeenkomsten
Bij het kritisch beoordelen van een overeenkomst waarbij een consument verplicht wordt een schuld te voldoen, zijn de volgende aspecten van belang:

A. Eerlijkheid en transparantie van de overeenkomst

Oneerlijke bedingen (Richtlijn 93/13/EEG): Zijn er onredelijke clausules die de consument disproportioneel belasten, zoals buitensporige boetes of onduidelijke rentevoorwaarden?
Informatieplicht: Heeft de consument voldoende informatie gekregen over de voorwaarden van de schuld, zoals betalingsvoorwaarden en bijkomende kosten?
B. Redelijkheid van incassoprocedures

Wettelijke incassokosten (art. 6:96 BW): Zijn de kosten redelijk en in lijn met het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten?
Correcte aanmaning: Is de consument een kosteloze aanmaning gestuurd met een termijn van minimaal 14 dagen om de schuld te voldoen?
Geen misbruik: Zijn de incassomethoden transparant en zonder ongepaste druk, zoals vereist onder de Wki (art. 11 Wki)?
C. Verantwoord kredietverstrekking

Consumentenkredietrichtlijn (Titel 7.2A BW): Wordt er voldaan aan de eisen voor verantwoorde kredietverstrekking, zoals een beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument?
Buy Now, Pay Later (BNPL): Zijn diensten zoals BNPL in lijn met de regels voor vergunningplicht en beoordeling van kredietwaardigheid (nieuwe richtlijn consumentenkrediet vanaf 2026)?
D. Invorderingsprocedures en sancties

Verzuim (art. 6:81 BW): Is de consument daadwerkelijk in verzuim geraakt volgens de wettelijke eisen?
Gerechtelijke invordering (art. 3:296-301 BW): Is er een gerechtelijke titel verkregen voordat maatregelen zoals inbeslaglegging worden toegepast?
Toepassing van de Wki: Worden sancties toegepast als incassodienstverleners niet voldoen aan de wettelijke verplichtingen?
3. Praktische toepassing: Reflecteren op casussen
Casus 1: Onredelijke incassokosten

Een consument ontvangt een vordering met €200 aan incassokosten, terwijl de oorspronkelijke schuld slechts €50 was. Reflectie:

Zijn de kosten in lijn met het Besluit vergoeding voor incassokosten?
Is de consument kosteloos aangemaand? Zo niet, dan zijn de kosten mogelijk niet rechtmatig.
Casus 2: Misleidende overeenkomst

Een consument heeft een lening afgesloten met verborgen hoge rentekosten. Reflectie:

Is de overeenkomst in strijd met de Consumentenkredietrichtlijn of bevat deze oneerlijke bedingen?
Was er voldoende transparantie over de voorwaarden?
Casus 3: Onrechtmatige incassomethodes

Een incassobureau oefent ongepaste druk uit op een consument om direct te betalen. Reflectie:

Is het bureau geregistreerd volgens art. 3 Wki?
Overtreden ze de regels voor eerlijk naamgebruik en communicatie (art. 11 Wki)?
4. Conclusie
Bij een kritische reflectie op overeenkomsten waarbij een consument verplicht is een schuld te voldoen, staat de balans tussen de rechten van de schuldeiser en de bescherming van de schuldenaar centraal. De consument moet niet alleen duidelijk geïnformeerd worden over zijn verplichtingen, maar ook beschermd worden tegen misleidende voorwaarden en excessieve incassokosten. Met nieuwe regels, zoals de Wki en het nieuwe lid 8 in art. 6:96 BW, wordt deze bescherming verder versterkt.

21
Q

U kunt reflecteren op het onderscheid tussen een koop- en dienstenovereenkomst en de gevolgen daarvan voor de schulden die consumenten (achteraf) moeten voldoen.

A
  1. Het juridische onderscheid tussen een koop- en een dienstenovereenkomst
    Koopovereenkomst (art. 7:1 BW)

Een koopovereenkomst is een wederkerige overeenkomst waarbij de ene partij (de verkoper) zich verbindt om een zaak te leveren, terwijl de andere partij (de koper) zich verbindt om de koopprijs te betalen. Dit geldt ook voor consumentenkoop (art. 7:5 BW), waar specifieke regels gelden, zoals bescherming tegen oneerlijke bedingen en restricties op vooruitbetaling.

Dienstenovereenkomst

Een dienstenovereenkomst is een wederkerige overeenkomst waarbij de ene partij (de opdrachtnemer) een dienst verleent en de andere partij (de opdrachtgever) zich verbindt tot betaling voor de dienst. In tegenstelling tot een koopovereenkomst gaat het hier niet om de levering van een fysieke zaak, maar om inspanningen of prestaties die geleverd worden.

  1. Gevolgen voor schulden die consumenten (achteraf) moeten voldoen
    A. Verschillen in betalingsverplichtingen

Bij koopovereenkomsten:
De consument is verplicht de volledige koopprijs te betalen, meestal binnen een vooraf afgesproken termijn.
Bij consumentenkoop mag een verkoper doorgaans niet meer dan 50% vooruitbetaling eisen (art. 7:26 BW), tenzij anders overeengekomen.
Bij achteraf betalen of kopen op rekening ontstaan consumentenschulden die veelal rechtstreeks worden ingevorderd door de verkoper of via een incassobureau.
Bij dienstenovereenkomsten:
Betaling vindt vaak plaats op basis van de geleverde inspanning of het resultaat (bijvoorbeeld uurtarief of projectvergoeding).
Onenigheid over de kwaliteit of omvang van de dienst kan leiden tot betwisting van de schuld, wat de invordering kan compliceren.
B. Risico’s en rechten van consumenten

Bij koopovereenkomsten:
Consumenten hebben recht op wettelijke garanties, zoals non-conformiteit (art. 7:17 BW). Bij gebreken aan het product kan de consument opschorting van betaling inroepen.
De Richtlijn Oneerlijke Bedingen (93/13/EEG) voorkomt dat consumenten gebonden zijn aan onredelijke clausules, zoals disproportionele boetebepalingen.
Bij dienstenovereenkomsten:
Consumenten kunnen moeilijker aantonen dat een dienst niet naar behoren is geleverd, waardoor ze minder snel kunnen opschorten of terugvorderen.
De dienstverleningsovereenkomst biedt meestal geen specifieke wettelijke garantie zoals bij consumentenkoop. Algemene bepalingen over wanprestatie (art. 6:74 BW) zijn hier van toepassing.
C. Invordering van schulden

Incassoprocedures bij koopovereenkomsten:
Verkopers schakelen vaak snel een incassobureau in als de betaling uitblijft. Sinds de invoering van de Wet kwaliteit incasso (Wki) gelden striktere regels, zoals een verplichte aanmaningstermijn van 14 dagen zonder incassokosten.
Consumenten zijn beter beschermd door nieuwe bepalingen, zoals het nieuwe lid 8 in art. 6:96 BW, dat incassokosten uitsluit bij tijdige betaling na de aanmaning.
Incassoprocedures bij dienstenovereenkomsten:
Het incasseren van vorderingen kan complexer zijn, vooral als de consument betwist dat de dienst naar behoren is uitgevoerd.
De opdrachtnemer moet vaak bewijzen dat de dienst is geleverd volgens afspraak voordat de schuld juridisch afdwingbaar wordt.
D. Bijzondere situaties zoals kredietverlening

Bij zowel koop- als dienstenovereenkomsten kan gebruik worden gemaakt van kredietfaciliteiten (zoals “buy now, pay later”). Kredietovereenkomsten vallen onder de Consumentenkredietrichtlijn (Titel 7.2A BW) en verplichten kredietverstrekkers tot een zorgvuldige kredietwaardigheidstoets.
3. Reflectie en gevolgen
Het onderscheid tussen koop- en dienstenovereenkomsten heeft belangrijke implicaties voor de schulden die consumenten moeten voldoen. Koopovereenkomsten bieden doorgaans sterkere wettelijke bescherming, zoals het recht op garanties en duidelijke restricties op vooruitbetalingen. Bij dienstenovereenkomsten is die bescherming beperkter, wat consumenten kwetsbaarder maakt in geval van betwiste prestaties.

Met de invoering van de Wet kwaliteit incasso (Wki) en de recente toevoeging van lid 8 aan art. 6:96 BW, zijn consumenten beter beschermd tegen buitensporige incassokosten, ongeacht of de schuld voortkomt uit een koop- of dienstenovereenkomst. Dit benadrukt het belang van transparantie en redelijkheid in de omgang met consumentenschulden.

Het blijft echter essentieel dat consumenten zich bewust zijn van hun rechten en dat zij kritisch naar de voorwaarden van een overeenkomst kijken voordat zij verplichtingen aangaan die leiden tot een schuld.