Week 3 Staatsrecht

Question 1

Wet in formele zin

Answer 1

Procedureel criterium. Besluit vastgesteld door regering en staten-generaal art. 81-88 Gw.

Question 2

Wet in materiële zin

Answer 2

Inhoudelijk criterium. Algemene verbindende voorschriften.

Question 3

Constituerende functie

Answer 3

Bevoegdheden uitoefenen, het creëert ambten, een wetgever.

Question 4

Attribuerende functie

Answer 4

Bevoegdheden toekennen aan de organen, het bepaalt, welk ambt welke bevoegdheid heeft art. 81 Gw.

Question 5

Regulerende functie

Answer 5

Grenzen stellen aan bevoegdheden, het voorkomt dat te veel macht bij een ambt terechtkomt.

Question 6

Attributie

Answer 6

Toekennen van een nieuwe bevoegdheid, orginaire bevoegdheidstoekenning door de grondwetgever.

Question 7

Attributie van de bestuursbevoegdheid

Answer 7

Individuele attributie.

Question 8

Attributie van de regelgevende bevoegdheid

Answer 8

Algemene regels voor iedereen.

Question 9

Delegatie

Answer 9

Een bestaande bevoegdheid wordt overgedragen aan een ander orgaan. Aan delegatie gaat attributie vooraf.

Question 10

Mandaat

Answer 10

Een machtiging zonder overdracht van bevoegdheid.

Question 11

Wanneer is delegatie mogelijk?

Answer 11

Een vorm van het werkwoord ‘regelen’, de zelfstandige naamwoorden ‘regels’ of ‘regeling’, de term ‘bij of krachtens’.

Question 12

Blankenwet 1818

Answer 12

Deze wet hield in dat op overtreden van deze algemene maatregelen van inwendig bestuur men vervolgd kon worden.

Question 13

Meerenberg-arrest

Answer 13

De koning mag niks, tenzij het uitdrukkelijk in de Grondwet is vermeld dat hij het wel mag. De koning moet algemene regels toepassen op bepaalde gevallen, maar hij mag niet zelf die regelingen maken.

Question 14

Grondwet 1887

Answer 14

Huidig artikel 89 Gw.

Question 15

Herkennen AMvB

Answer 15

Afkomstig van de gehele regering, overeenstemming binnen de ministerraad, Raad van State heeft er een advies over uitgebracht en net als de formele wet wordt het gepubliceerd in het Staatsblad.

Question 16

‘In gemeen overleg met Staten-Generaal’

Answer 16

Wet in formele zin.

Question 17

‘Gehoord de’

Answer 17

Een AMvB.

Question 18

Klein koninklijk besluit

Answer 18

een koninklijk besluit van de regering dat zonder medewerking van de Staten-Generaal wordt genomen –> benoeming en ontslag van ambtsdragers geregeld.

Question 19

Fluoridering-arrest

Answer 19

De Hoge Raad oordeelt dat de toevoeging van stoffen aan het drinkwater geheel buiten de doelen van drinkwatervoorziening.

Question 20

Legaliteitsbeginsel 1215

Answer 20

Er mag alleen belasting geheven worden als er instemming is van de volksvertegenwoordiging art. 104 Gw.

Question 21

Legaliteitsbeginsel 1887

Answer 21

Straffen alleen door formele wetgever art. 89 lid 2 Gw.

Question 22

Legaliteitsbeginsel 1973

Answer 22

HR Fluoridering. Ingrijpende maatregelen mogen ook alleen door formele wetgever worden vastgesteld.

Question 23

Novelle

Answer 23

Verkapt amendementsrecht van de eerste kamer.

Question 24

Middel van cassatie

Answer 24

Een argument/stelling die een procespartij voor de Hoge Raad inbrengt.

Question 25

Algemene maatregel van bestuur

Answer 25

Een besluit van de regering waarin wettelijke regels nader worden uitgewerkt.

Question 26

Woord ‘wet’ considerans

Answer 26

Formele wet.

Question 27

Woord ‘besluit’ considerans

Answer 27

Algemene Maatregel van Bestuur.

Question 28

Woord ‘regeling’ considerans

Answer 28

Ministeriële regeling.

Question 29

Delegatie niet toegestaan

Answer 29

Woorden ‘bij de wet’ of ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet’.

Question 30

Delegatie wel toegestaan

Answer 30

Woorden ‘bij of krachtens de wet’ of ‘regels’ en ‘uit kracht van een wet’.